| Fout | Goed | Uitleg |
| zedemeesteren | zedenmeesteren | Samenstellingen met een zelfstandig naamwoord dat enkel een meervoud kent op -en, krijgen een tussen-n. |
| zeeen | zeeën | Met trema : -eeën. |
| zeeijs | zee-ijs | Met koppelteken i.v.m. klinkerbotsing. Betekenis: in zee drijvend ijs, m.n. drijf- en plakijs in de poolzeeën. |
| zeeuws-vlaanderen | Zeeuws-Vlaanderen | Aardrijkskundige namen krijgen hoofdletters. Aardrijkskundige namen met een koppelteken krijgen na dit teken nog een hoofdletter. |
| zegenvuur | zegevuur | Samenstelling met 'zege' en 'vuur',niet met 'zegen' : geen tussen-n. |
| zegenzeker | zegezeker | Zonder n. Betekenis: (BE) zeker van de zege, overwinning. |
| Zen-boeddhisme | zenboeddhisme | Eén woord, kleine letter. Let op : ddh. |
| zendercoordinator | zendercoördinator | Met ö |
| zenuwpatient | zenuwpatiënt | Met trema : ë. |
| zenuwpatienten | zenuwpatiënten | Met trema : ë. |
| zero-tolerance | zero tolerance | Met spatie. Betekenis : nultolerantie. |
| zero-tolerancebeleid | zerotolerancebeleid | Aaneengeschreven. Betekenis : beleid van zero tolerance; nultolerantie. |
| zerotje | zerootje | Met dubbele o (verkleinwoord). |
| zes uur journaal | zesuurjournaal | Drieledige samenstellingen waarvan de eerste twee leden bij elkaar horen, worden als één woord gespeld. |
| zeseneenhalf | zesenhalf | Aaneengeschreven; zonder toevoeging van 'een'. |
| zevengesternte (M45) | Zevengesternte (M45) | Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen en afleidingen op basis van een aardrijkskundige naam behouden de hoofdletter. |
| zich het apelazerus werken | zich het apelazarus werken | Met spaties; met drie a's i.p.v. twee. |
| zich te goed doen | zich tegoed doen | Met drie woorden : 'tegoed' wordt aaneengeschreven. Betekenis : genieten van …; smullen van … |
| zich thuisvoelen | zich thuis voelen | Met drie woorden. Betekenis: zich op z'n gemak voelen. |
| ziegenzagen | ziegezagen | Dit is een versteende samenstelling en die krijgt geen tussen-n. |
| ziekenappèl | ziekenappel | Aaneengeschreven ; zonder accent grave (è). |
| ziekenfondspatient | ziekenfondspatiënt | Met trema : ë. |
| ziekenfondspatienten | ziekenfondspatiënten | Met trema : ë. |
| ziekenhuispatient | ziekenhuispatiënt | Met trema : ë. |
| ziekenhuispatienten | ziekenhuispatiënten | Met trema : ë. |
| ziekte van Menière | ziekte van Ménière | Met accent aigu én accent grave. Betekenis: ziekte van het evenwichtsorgaan, gekenmerkt door draaiduizelingen, verminderd gehoor en oorsuizen. |
| zielepiet | zielenpiet | Samenstellingen met een zelfstandig naamwoord dat enkel een meervoud kent op -en, krijgen een tussen-n. |
| zielepoot | zielenpoot | Samenstellingen met een zelfstandig naamwoord dat enkel een meervoud kent op -en, krijgen een tussen-n. |
| zielerust | zielenrust | Samenstellingen met een zelfstandig naamwoord dat enkel een meervoud kent op -en, krijgen een tussen-n. |
| Zigeuner | zigeuner | De naam van etnische groepen wordt met kleine letter geschreven. |
| zij-ingang | zijingang | Aaneengeschreven, want geen klinkerbotsing. |
| zij-instromer | zijinstromer | Aaneengeschreven, want geen klinkerbotsing. |
| zijne koninklijke hoogheid | Zijne Koninklijke Hoogheid | Titulatuur krijgt altijd een hoofdletter als het om een vorstelijk persoon gaat. |
| zijspreuk | zeispreuk | Met ei i.p.v. ij. Betekenis : spreuk waarin een gezegde aan een persoon in de mond gelegd wordt. |
| zinkografieen | zinkografieën | Met trema: ë |
| zinnenbeeld | zinnebeeld | Zonder tussen-n. Betekenis : symbool, teken. |
| zinnenspel | zinnespel | 'zinnenspel' is geschreven volgens de regels van 1995, 'zinnespel' volgens de regels van 2005. |
| zinnenspelen | zinnespelen | 'zinnenspelen' is geschreven volgens de regels van 1995, 'zinnespelen' volgens de regels van 2005. |
| zinnestrelend | zinnenstrelend | Met tussen-n, want meervoud van `zin` is zinnen. Betekenis: aangenaam voor de zinnen, in de betekenis van `zintuigen`. |
| zitholoog | zytholoog | Met y. Betekenis: bierkenner. |
| zitslaapbank | zit-slaapbank | Als we een samenstelling maken met een samenkoppeling als linkerdeel, dan schrijven we het rechterdeel van de samenstelling vast aan het laatste woord van de samenkoppeling. Tussen de delen van de samenkoppeling behouden we de koppeltekens. |
| zitslaapbanken | zit-slaapbanken | Als we een samenstelling maken met een samenkoppeling als linkerdeel, dan schrijven we het rechterdeel van de samenstelling vast aan het laatste woord van de samenkoppeling. Tussen de delen van de samenkoppeling behouden we de koppeltekens. |
| zitteblijver | zittenblijver | Persoonsnaam, gevormd van het werkwoord 'zittenblijven'. |
| zo pas | zopas | Aaneen. Betekenis: zojuist, zo-even. |
| zodirect | zo direct | Met spatie. |
| zoeloe | Zoeloe | De naam van een taal of dialect wordt met een hoofdletter geschreven. Samenstellingen en afleidingen behouden de hoofdletter, maar werkwoorden en daarvan afgeleide zelfstandige naamwoorden schrijven we klein. |
| zoeloes | Zoeloes | De naam van een taal of dialect wordt met een hoofdletter geschreven. Samenstellingen en afleidingen behouden de hoofdletter, maar werkwoorden en daarvan afgeleide zelfstandige naamwoorden schrijven we klein. |
| zoetgevooist | zoetgevooisd | Eindigt op een d. Betekenis: lieflijk van stem. . |
| zoëven | zo-even | Met koppelteken i.p.v. trema : het is een samenstelling. |
| zomerzonnenwende | zomerzonnewende | Geen tussen-n, als het eerste deel naar een persoon of zaak verwijst die in de gegeven context enig is in zijn soort. Alleen de volgende woorden hebben daar betrekking op : zon, maan, hel, koningin, Onze-Lieve-Vrouw. |
| zometeen | zo meteen | Met spatie. |
| zonder boe of ba | zonder boe of bah | Met 'bah' i.p.v. 'ba'. |
| zonder wijfel of twijfel | zonder weifel of twijfel | Weifelen met ei; twijfelen met ij. Betekenis: vastbesloten. |
| zonder-meer | zonder meer | Met spatie. Betekenis : ongetwijfeld; zeer zeker. |
| zoniet | zo niet | Met spatie. |
| zonnenbloem | zonnebloem | Geen tussen-n, als het eerste deel naar een persoon of zaak verwijst die in de gegeven context enig is in zijn soort. Alleen de volgende woorden hebben daar betrekking op : zon, maan, hel, koningin, Onze-Lieve-Vrouw. |
| zonnenbrand | zonnebrand | Geen tussen-n, als het eerste deel naar een persoon of zaak verwijst die in de gegeven context enig is in zijn soort. Alleen de volgende woorden hebben daar betrekking op : zon, maan, hel, koningin, Onze-Lieve-Vrouw. |
| zonnenenergie | zonne-energie | Geen tussen-n , als het eerste deel naar een persoon of zaak verwijst die in de gegeven context enig is in zijn soort. Alleen de volgende woorden hebben daar betrekking op : zon, maan, hel, koningin, Onze-Lieve-Vrouw. |
| zonnenschijn | zonneschijn | Geen tussen-n, als het eerste deel naar een persoon of zaak verwijst die in de gegeven context enig is in zijn soort. Alleen de volgende woorden hebben daar betrekking op : zon, maan, hel, koningin, Onze-Lieve-Vrouw. |
| zonodig | zo nodig | Met spatie. Betekenis: door de behoefte vereist. |
| zoologie | zoölogie | Met trema op de tweede o (ö). |
| zoon en heilige geest | Zoon en Heilige Geest | Een persoon of zaak die als heilig wordt beschouwd, krijgt een hoofdletter. |
| zorgdragen | zorg dragen | Met spatie. |
| zowiezo | sowieso | Uit het Duits : twee keer met een s i.p.v. z. |
| Zuid-Limburg-noord | Zuid-Limburg-Noord | Met hoofdletters en koppeltekens. 'Noord' is hier een aardrijkskundige bepaling. |
| Zuidafrikaans | Zuid-Afrikaans | Met hoofdletters en koppelteken. |
| zuiderkruis | Zuiderkruis | Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen en afleidingen op basis van een aardrijkskundige naam behouden de hoofdletter. |
| Zuiders | zuiders | Met kleine letter. Ook: oosters, westers. |
| Zuideuropees | Zuid-Europees | Met hoofdletters en koppelteken. |
| Zuidkoreaanse | Zuid-Koreaans | Met hoofdletters en koppelteken. |
| zuidpool (Antarctica) | Zuidpool (Antarctica) | De 'Zuidpool' wordt als aardrijkskundige naam beschouwd, dus met hoofdletter. |
| Zuidpoolzee | zuidpoolzee | Met kleine letter. Betekenis: zee rond Antarctica. |
| zuidwaards | zuidwaarts | Met t i.p.v. d. |
| zwaanridder | Zwaanridder | Een eigennaam krijgt een hoofdletter; een soortnaam schrijven we klein. |
| zwaardlelien | zwaardleliën | Met trema : ë. |
| zwanebloem | zwanenbloem | Samenstellingen met een zelfstandig naamwoord dat enkel een meervoud kent op -en, krijgen een tussen-n. |
| zwart maken (belasteren) | zwartmaken (belasteren) | Aaneengeschreven. Betekenis : bekladden; een slechte naam bezorgen. |
| zwart op wit | zwart-op-wit | Met koppeltekens. Betekenis : op schrift, m.n. als bewijsstuk. |
| zwart-Afrika | zwart Afrika | Met spatie i.p.v. koppelteken. 'Afrika' met hoofdletter. Betekenis : het deel van Afrika dat ten zuiden van de Sahara ligt en van oorsprong een zwarte bevolking heeft. |
| zwartwitfoto | zwart-witfoto | Als we een samenstelling maken met een samenkoppeling als linkerdeel, dan schrijven we het rechterdeel van de samenstelling vast aan het laatste woord van de samenkoppeling. Tussen de delen van de samenkoppeling behouden we de koppeltekens. |
| zweimelen | zwijmelen | Met ei. Betekenis: duizelig worden; in een roes, buiten kennis raken; beneveld, in vervoering, in extase zijn zwijmelen bij een film, romantische muziek. |
| zwezerikken | zwezeriken | Met één k : meervoud van 'zwezerik'. |
| zymothisch | zymotisch | Geen th. Betekenis: gistend. |
| zyrkonium | zirkonium | Met een i na de z, geen y. |
| zzp-er | zzp'er | Afgeleide woorden die een afkorting bevatten, krijgen een apostrof als het woorddeel niet los kan voorkomen (zzp+er). |
