lopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈlopə(n)]
Afbreekpatroon:  lo·pen
Vervoegingen:  liep (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) (van een mens of dier) stappend een afstand afleggen
Vervoegingen:  heeft gelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `Het is een kwartiertje lopen hiervandaan.`,
`graag op sandalen lopen`,
`Mijn fiets is gestolen, dus ik ga lopend.`

2) (van een mens of dier) hard lopen (1)
Vervoegingen:  heeft gelopen (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `lopen voor je leven`
Synoniem:  rennen
willen lopen voordat je kunt gaan  (iets willen doen dat je niet aankunt of waar je nog niet aan toe bent)

3) (van een apparaat) in werking zijn
Vervoegingen:  heeft gelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `De motor loopt een beetje onregelmatig.`,
`Dit wekkertje loopt al jaren niet meer.`,
`lopende band`
aan de lopende band  (achter elkaar door) Synoniem: voortdurend

4) gebeuren
Vervoegingen:  is, heeft gelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `ten einde lopen`,
`Het winkeltje loopt heel goed.`
Synoniem:  verlopen

5) in een bepaalde richting gaan
Vervoegingen:  heeft gelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `Het kanaal loopt van Gent naar de Westerschelde.`,
`De spoorlijn loopt een heel stuk parallel met de snelweg.`

Zie ook:  loop


Synoniemen
bestaan   deelnemen aan   functioneren   gaan   gaande zijn   geloop   hardlopen   krossen   kuieren   marcheren   naderen   rondslenteren   rouleren   schrijden   slenteren   stappen   stromen   tippelen   treden   varen   vastlopen   vloeien   wandelen   zich voortbewegen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zo `n vaart niet lopen (=niet zo erg zijn als het lijkt)
• wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen (=wie schuldig is houdt zich best gedeisd)
• tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
• tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
• te hoop lopen (=in opstand komen)
Toon alle 55 spreekwoorden die lopen bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met lopen een ander begrip versterken?
naast je schoenen lopen van trots; naast je schoenen lopen van verwaandheid; zich verspreiden als een lopend vuurtje; rondgaan als een lopend vuurtje; te gek om los te lopen
Hoe kun je lopen krachtiger uitdrukken?
de benen uit je gat lopen; de benen uit je lijf lopen; de benen vanonder je gat lopen; de benen vanonder je lijf lopen; de longen uit je lijf lopen; gesmeerd lopen; lopen als een kieviet; lopen als een klodder mayonaise; lopen als een lier; lopen als een muis in een meelton; lopen als een naaimachine; lopen als een tiet; lopen als een trein; lopen als een zonnetje
Uitdrukkingen die lopen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
de benen strekken;

6 definities op Encyclo
  • uitdr.: Voorbeeld: lopen achter: luisteren naar, zich laten beïnvloeden door - Voorbeeld: Bertha had vastberaden verklaard: achter praat van de mensen niet te lopen uitdr.: Voorbeeld: weten wat er op loopt: de (mogelijke) gevolge kennen, weten wat er op het spel is - Voorbeeld: Zij wist...
  • je te voet voortbewegen door stappen te nemen vb: er lopen twee mannen voorbij hij zet het op een lopen [gaat heel hard lopen] een eindje lopen [wandelen] hij loopt als een kievit [loopt heel vlug en goed] over je laten lopen [altijd doen wat anderen willen] iemand tegen het lijf lopen [ontmoeten]
  • 1) Tippelen 2) Tenen 3) Inhoudsmaat 4) In werking zijn 5) In beweging komen 6) Blootgesteld zijn aan 7) Voortgaan 8) Voortduren 9) Snellen 10) Voortgang hebben 11) Stappen 12) Wandelen 13) Stiefelen 14) Vastlopen 15) Varen 16) Stromen 17) Voortbewegen 18) Aankuieren 19) Aan de gang zijn 20) Flaneren
  • 1> varen. VAART LOPEN: snelheid (t.o.v. de wal) hebben. UIT HET ROER LOPEN: situatie waarbij het roer geen of nog maar weinig effect heeft. 2> in het visnet geraken. Wordt ondermeer in de zegenvisserij van zalm gezegd. Ook stoten of snokken genoemd. [Links: Diverse termen inzake de visserij .]
  • gaan
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met lopen:
lopendlopende

Deze woorden eindigen op lopen:
aanlopenachterlopenafgelopenaflopenbelopenbinnenlopendevelopendoorlopengelijklopenhardlopenhordelopenlangslopenleeglopenloslopenmeelopenmislopennalopenonderlopenontlopenoplopen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. lopen (gaan)
  2. lopen (inhoudsmaat voor bv. meel)


Taaladvies
  1. Is het dreigen of gevaar lopen in: De arbeidsvrede dreigt/loopt gevaar verstoord te worden door de ontevreden vakbondsleider? Zie Dreigen / gevaar lopen
  2. Is lopende meter correct? Zie Lopende meter / strekkende meter
  3. Wat is juist: De Andes loopt door heel Zuid-Amerika of De Andes lopen door heel Zuid-Amerika? Zie De Andes loopt / lopen door heel Zuid-Amerika


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent lopen?
'(van een mens of dier) stappend een afstand afleggen' en '(van een mens of dier) hard lopen ' en '(van een apparaat) in werking zijn' en 'gebeuren' en 'in een bepaalde richting gaan'
Hoe spel je lopen?
lopen spel je L O P E N
Wat is een ander woord voor lopen?
Andere woorden voor lopen zijn bestaan, deelnemen aan, functioneren, gaan, gaande zijn, geloop, hardlopen, krossen, kuieren, marcheren, naderen, rondslenteren, rouleren, schrijden, slenteren, stappen, stromen, tippelen, treden, varen, vastlopen, vloeien, wandelen en zich voortbewegen.

Op andere websites
Zoek lopen op Woordenlijst.org
Zoek lopen op Google
Zoek lopen op Wikipedia