tippelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtɪpələ(n)]
Afbreekpatroon:  tip·pe·len
Vervoegingen:  tippelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft getippeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met kleine, vlugge pasjes lopen
Voorbeeld:  `De jonge hondjes tippelden over het keukenzeil.`
Synoniem:  trippelen

2) (van prostituees) op straat naar klanten zoeken
Voorbeeld:  `Officieel is tippelen hier verboden.`


Synoniemen
hoereren   lopen   wandelen   

7 definities op Encyclo
  • (Bargoens, 1914) loopen, op roof uitgaan, op de baan loopen (voor meiden)
  • (Bargoens, 1914) verdienen
  • (Amsterdams) ergens onbewust in terechtkomen, in de maling genomen ('hij is erin getippeld')
  • (Amsterdams) straatprostitutie
  • (Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) (Joodsche volkst.): struikelen, over iets vallen, vallen. (Waarschijnlijk van Hebr. tippal: gij valt, van naphal: vallen)
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op tippelen:
uitstippelenstippelen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
tippelen (met kleine pasjes lopen; zich op straat prostitueren)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van tippelen?
De verleden tijd van tippelen is 'tippelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getippeld'.
Wat betekent tippelen?
'met kleine, vlugge pasjes lopen' en '(van prostituees) op straat naar klanten zoeken'
Hoe spel je tippelen?
tippelen spel je T I P P E L E N
Wat is een ander woord voor tippelen?
Andere woorden voor tippelen zijn hoereren, lopen en wandelen.

Op andere websites
Zoek tippelen op Woordenlijst.org
Zoek tippelen op Google
Zoek tippelen op Wikipedia