gelijklopen

werkw.
Uitspraak:  [xə'lɛiklopə(n)]
Afbreekpatroon:  ge·lijk·lo·pen
Vervoegingen:  liep gelijk (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gelijkgelopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van een klok) de juiste tijd geven
Voorbeeld:  `Mijn horloge liep een uur achter maar het loopt nu weer gelijk.`

2) parallel lopen
Voorbeelden:  `Beeld en geluid lopen niet gelijk.`,
`De ondertitel loopt niet gelijk met wat er gebeurt.`

3) (van oppervlakken) op dezelfde hoogte liggen
Voorbeeld:  `De douchevloer loopt gelijk met de badkamervloer.`


Synoniemen
dezelfde tijd aangeven   synchroon lopen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Dezelfde tijd aanwijzen 2) Horizontaal zijn
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van gelijklopen?
De verleden tijd van gelijklopen is 'liep gelijk'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gelijkgelopen'.
Wat betekent gelijklopen?
'(van een klok) de juiste tijd geven' en 'parallel lopen' en '(van oppervlakken) op dezelfde hoogte liggen'
Hoe spel je gelijklopen?
gelijklopen spel je G E L I J K L O P E N
Wat is een ander woord voor gelijklopen?
Andere woorden voor gelijklopen zijn dezelfde tijd aangeven en synchroon lopen.

Op andere websites
Zoek gelijklopen op Woordenlijst.org
Zoek gelijklopen op Google
Zoek gelijklopen op Wikipedia