Spreekwoorden met `verder`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verder`

  1. dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
  2. niet verder zien/kijken dan je neus lang is (=niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn)
  3. steeds verder van huis raken (=verder van je doel afraken)

26 betekenissen bevatten `verder`

  1. rijd voort maar zie om (=doe verder maar blijf opletten)
  2. rijd voort voerman maar zie om (=doe verder maar blijf wel opletten)
  3. de wal keert het schip (=door beperkingen enigerlei niet verder kunnen)
  4. van praat komt praat (=een nieuwtje wordt snel verder verteld)
  5. een speldje bij iets steken (=een onderwerp niet verder uitdiepen, van gespreksonderwerp veranderen)
  6. het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
  7. iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
  8. bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
  9. al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
  10. op de proppen helpen (=iemand steunen en verder helpen)
  11. iets op zijn beloop laten (=iets gewoon maar verder laten gaan zonder dat je je ermee bemoeit, zonder dat je ingrijpt)
  12. zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
  13. de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
  14. met iemand breken (=met iemand niet meer verder werken, leven)
  15. je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
  16. in de luwte vallen (=op minder luide toon verder praten)
  17. er op inhaken (=reageren op iets dat gezegd is en daar verder op doorgaan)
  18. op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
  19. uit zijn lood geslagen zijn (=verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet)
  20. steeds verder van huis raken (=verder van je doel afraken)
  21. rijden en omzien (=verderdoen maar ook opletten)
  22. te gronde gaan (=verdwijnen, niet verder kunnen bestaan)
  23. uitgeteld zijn (=vermoeid zijn, niet meer verder kunnen)
  24. horen zien en zwijgen (=wel waarnemen, maar er verder niets van zeggen)
  25. in zijn schulp kruipen (=zich in zichzelf terugtrekken, niet verder aandringen)
  26. in der minne schikken (=zonder verder geruzie bijleggen)

50 dialectgezegden bevatten `verder`

  1. 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
  2. 't e fooëdr' of da 'k peidege (=het is verder dan ik dacht) (Waregems)
  3. 't vat es af (=moe zijn, op zijn, niet meer verder kunnen) (Meers)
  4. ' k gao weier (=Ik ga verder) (Liempds)
  5. ait verdan (=altijd verder) (Vechtdals)
  6. Apart noch nejs (=verder nog nieuws) (achterhoeks)
  7. as we un èndje wijer zèèn. (=als we een eindje verder zijn.) (Tilburgs)
  8. Da es uuk giën vurtgedoensel azue (=Op die manier kan het niet verder) (Zeels)
  9. das wol ën staose waajer (=dat is wel wat verder) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. dassën staose waajër (=dat is nog wat verder door) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. dat was eulie ien 't vuur (=dat laaide de ruzie nog verder op) (Westerkwartiers)
  12. de aoënhaager wènt en de broekësjijter stink (=doe zo maar verder en je zult wel zien waar je uitkomt !) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. de moes zën viet nie waajer wille staeke assët laoke lank ès (=je moet niet verder springen dan je stok lang is) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. der zit un ul ip je dak (=je moet nog je huis verder afbetalen) (West-Vlaams)
  15. die kunde nou rustig laote petije (=die kun je nu verder met rust laten) (Oudenbosch)
  16. doë geeste geen hêl kiëtële van sjijte (=daarmee (beetje geld) gaat je niet veel verder kunnen) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. één staose waajer (=een beetje verder) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. en anders niet speesjaols (=verder alles OK) (Kortemarks)
  19. en nouw oudoe eige koest (=en nu moet je verder rustig blijven) (Oudenbosch)
  20. ën staose waajer (=even verder) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. eurst deur d n keurdo-ns eene motte (=eerst verwerken om verder te kunnen) (Oudenbosch)
  22. Gaje nog vwoort doen of oe skiët et (=Wil je verder doen aub) (Harelbeeks)
  23. Ge keun olsan vwurd (=Je kan nog verder) (Harelbeeks)
  24. ge moe poaurten of ij verlies zijne was (=je moet delen met hem want anders zal hij niet meer verder groeien) (Lokers)
  25. Ge moet weiter (=Je moet verder) (Helenaveens)
  26. gedaan hémmə mee lootə / nənei gədaan mee lootə (=niet meer verder kunnen (fysiek) / hij is óp) (Kalforts)
  27. gee tied genoeg voe te rustn oaj doîd zyt (=werk maar verder) (Lichtervelds)
  28. get waajer (='n beetje verder) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. Gien beraons weerd (=Er valt verder niet over te praten) (Giethoorns)
  30. gif mao buzze, gif mao sjette, gif mao slunse (=werk maar vlug verder) (Kortemarks)
  31. gô foûrt (=ga verder) (Sint-Niklaas)
  32. go mor voors (=ga maar verder) (Sint-Niklaas)
  33. Goa vuts (=Ga verder) (Mols)
  34. gomme vuërt (=gaan we verder) (Meers)
  35. Hèè kiehkt nie wijer as z'n noas lank ès. (=Niet verder kijken dan je neus lang is.) (Genker)
  36. Hier rust hij verder (=Grafschrift werviaan) (Helders)
  37. hij kikt niet verder as zien neus laang is (=hij is kortzichtig) (Westerkwartiers)
  38. hij rakt aal verder van huus (=het gaat met hem de verkeerde kant uit) (Westerkwartiers)
  39. Hij's nie wijer gekome es de kaaiepoal (=Hij is niet verder gekomen dan tot de keienpaal) (Brakels (gld))
  40. ich gon nog m (=ik ga maar verder) (Bilzers)
  41. Ich kan geweire (=Ik kan verder zonder hulp) (Koersels)
  42. ij eeft gene puujt miejr om op te stoan (=hij kan niet meer verder) (Wetters)
  43. ijtur wir veul meer aon verspeuld (=zijn gezondheid is nog veel verder verzwakt) (Oudenbosch)
  44. Ik goj wir weier (=Ik ga weer verder) (Helenaveens)
  45. Ik zit zo vol as mud 1 mud kolen was 40 kilo 1 mud aardappelen 70 kilo zo vol als mud zitten betekent dus boordevol zitten , zodat er niets meer bijkan. Ook de term `riem op de vreethaak` hoorde je vaak in utrecht. Met andere woorden, je riem een gaatje verder zetten omdat je enorm veel gegeten had. (=vol zitten (van het eten): uitspraak: Ik zit *stamp, tjok etc* vol !,) (Utrechts)
  46. issie neffe oe of ging tie wijer (=is hij bij je, of is hij verder) (Bredaas)
  47. ji's zijnn andn af (=hij kan niet meer verder doen) (Kaprijks)
  48. Ken je bek niet verder open? (=als iets peperduur is) (Rotterdams)
  49. ken je bek niet verder opuh/ ken je je bek niet verder ope trekken/ dagen zat dat ik het niet op de bank/ in mun portemenaie/ porte met niks heb / Alsof ie een emmer leeggooit. (=`wat is dat duur zeg` (als reactie op iets dat een hoge prijs heeft) (Utrechts)
  50. kluëten o' vègen en vatj werren (=zich iets niet aantrekken, gewoon verder doen, `kloten aan vegen en vet worden`) (Meers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen