Spreekwoorden met `hoen`

Zoek

35 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hoen`

  1. aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
  2. daar wringt de schoen (=weten waar het probleem zit)
  3. de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
  4. de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
  5. de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
  6. de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
  7. de stoute schoenen aantrekken. (=een uitdaging aangaan)
  8. denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
  9. een knuppel in het hoenderhok gooien (=opschudding veroorzaken)
  10. ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
  11. geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
  12. het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
  13. het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
  14. iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
  15. iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
  16. in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
  17. in iemands schoenen staan (=het lot van iemand anders ondergaan)
  18. in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
  19. met lood in de schoenen (=met heel veel tegenzin of angst)
  20. naast zijn schoenen lopen (=te veel eigendunk hebben)
  21. niet erg vast in de schoenen staan (=zich gemakkelijk laten ompraten)
  22. niet graag in iemand schoenen staan (=niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt)
  23. onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
  24. op een schoen en een slof aankomen (=niets hebben en ergens komen)
  25. oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
  26. over de hoge schoenen lopen (=te ver gaan of niet realistisch zijn)
  27. recht in zijn schoenen lopen/staan (=eerlijk zijn, niets misdaan hebben)
  28. schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
  29. stevig in je schoenen staan (=erg zeker zijn)
  30. van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
  31. vast in je schoenen staan (=erg zeker zijn)
  32. weten waar de schoen wringt (=weten waar het probleem zit)
  33. wie de schoen past trekke hem aan (=wie schuldig is mag zich aangesproken voelen)
  34. zijn land ligt in zijn schoenen (=hij is een grote opschepper)
  35. zo fris als een hoentje (=heel fris, nog erg jong)

4 dialectgezegden bevatten `hoen`

  1. gein sloapende hoen wakker make (=geen argwaan wekken) (Opglabbeeks)
  2. hoen honger hebbie (=hoeveel honger heb je) (Hendrik-Ido-Ambachts)
  3. hoen hundje han ze daor (=wat voor een hondje hadden ze daar) (Tilburgs)
  4. hoen kuukske wi de hèn (=wat voor een koekje wil je) (Tilburgs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen