12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `begin`
- als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
- bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- een goed begin is het halve werk (=een goed begin vergroot de kans op een goede afwerking)
- eten is een goed begin: het ene beetje brengt het ander in. (=letterlijke betekenis.)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
- vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
50 betekenissen bevatten `begin`
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- in de kiem smoren (=al van bij het begin doen stoppen)
- de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
- de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
- terug naar af (=begin maar weer opnieuw)
- van wal steken (=beginnen met spreken, beginnen met een verhaal)
- van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
- aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
- er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
- beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
- de ochtendstond/morgenstond heeft goud in de mond (=door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten)
- de eerste klap is een daalder waard (=een goed begin is het halve werk)
- een goed begin is het halve werk (=een goed begin vergroot de kans op een goede afwerking)
- donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
- het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vriendelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- de maan komt al door de bomen/wolken (=gezegd van iemand die kaal begint te worden)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- de alfa en omega (=het begin en het einde)
- voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
- iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- er gaat een belletje rinkelen (=ik begin het te begrijpen)
- mijn vingers jeuken (=ik heb zin om eraan te beginnen)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
- de koe bij de horens vatten (=met de lastige zaak beginnen)
- met iemand in zee gaan (=met iemand een samenwerking beginnen)
- met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- iets op het tapijt brengen (=over een onderwerp beginnen (te praten))
- van a tot z (=van het begin tot het einde /met alles erop en eraan)
- van meet af aan (=vanaf het begin)
- je lijn vasthouden (=voortgaan volgens de vanaf het begin gehanteerde aanpak)
- goed begonnen is half gewonnen (=wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af. / Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt)
- in mei leggen alle vogels een ei (=weerspreuk: aanduiding dat in mei het broedseizoen begint)
- iemand zien aankomen (=weten waar hij over zal beginnen, zich er alvast tegen wapenen)
- hardlopers zijn doodlopers (=wie te snel begint, haalt misschien het einde niet)
50 dialectgezegden bevatten `begin`
- 'k begunt 't oentziën (=ik begin er tegenop te zien) (Veurns)
- 'n goed begun is 'n doalder weerd (=een goed begin werkt positief) (Westerkwartiers)
- 'n snee van de griep (=griepaanval, begin van een griepaanval) (Meers)
- 't begunt bij mij te kriebel'n (=ik begin er echt zin in te krijgen) (Westerkwartiers)
- 't vol wa natteghied (=een aarzelend begin van een regenbui) (Waregems)
- 't zet aw slecht op (='t begin niet goed) (Kaprijks)
- A'j t earste knoopsgat mist, krie'j t buis nich too (=Als je in het begin een fout maakt, komt het niet meer goed) (Twents)
- ae begin van zèen pluimen te loaten (=hij gaat achteruit) (Wichels)
- Alle begin is zwaor, behalve beej de lompeman (=Alle begin is moeilijk) (Venloos)
- as edere mins 'nen ângere gelökkig zoo-j make, woor edereîn gelökkig (=verbeter de wereld, begin bij je zelf) (Weerts)
- as te nie wiës bau beginne, begin dan mér on de kop (=begin maar aan 't begin) (Bilzers)
- begin den daog nie mètte sjerve van den daog tevürre (=begin iedere dag met een zuivere lei) (Munsterbilzen - Minsters)
- begin mér van viëraof aon (=begin maar opnieuw!) (Bilzers)
- begin pas te dreme aste goed wakker bès ! (=blijf er goed met je hoofd bij, want dromen zijn bedrog) (Munsterbilzen - Minsters)
- bëzeek tich mér nie ! (=begin al, maar niet te schrikken voor zo'n bagatel) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r is 'n tied van komm'n en d'r is 'n tied van goan (=aan alles is een begin en een eind) (Westerkwartiers)
- dae zë raod hink ook al get sjeef (=hij begin ook al wat scheef te lopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daor kondoeweige altijd gelijk innut zweet gaon staon jakke (=daar moest je meteen vanaf het begin in een hoog tempo aan het werk) (Oudenbosch)
- das haaj zjus ne vêrkësstal (=begin hier eens wat op te ruimen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ves (vers) twee (=het begin is niet moeilijk maar wat daarna komt) (Oudenbosch)
- dat kin ich allang, dassën aofgezaog lidsje (=begin weer niet opnieuw !) (Munsterbilzen - Minsters)
- datech naut bén getrauwd hét nie on mich gefraete, mér dat ze mich nauts hübbe gevroëg da kannech nie vergaete (=van niets spijt hebben is het begin van alle wijsheid) (Bilzers)
- de kons mëne zak opbloëze (=daar begin ik niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kop ès traof (=het begin is gemaakt) (Munsterbilzen - Minsters)
- en toen kwaame we Jaontjus tege (bij Keesjus opput Vaarkusmartje 1973) (=begin van een nieuw verhaal) (Oudenbosch)
- ët zweet brik mich al aut (=ik begin me al zorgen te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- forsiër dich mér nie te hél ! (=wanneer begin je nu eindelijk eens wat te doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ge kun main zak opbloaze (=daar begin ik niet aan) (Hulsters (NL))
- ge moet er gièèn gès laotn oovre groejn (=begin er maar aan) (Kortemarks)
- ge moet er gièèn gès loatn oovre groejn (=begin er maar aan) (Lichtervelds)
- goed ingezipt is hallef geschoore. (=een goed begin is het halve werk.) (Tilburgs)
- Gout begónne is hawf taergeldj (=Een goed begin is het halve werk) (Sittards)
- houdt op (scheidt uit) / Hou erovuhr op / kop dicht / begin er niet over asjebelief / neeeeee, niks / (=ik wil er niets van horen) (Utrechts)
- ich daar mene mond nie riere, ofte zits opmech (=als ik wat zeg, begin je me al aan te vallen) (Bilzers)
- ich kom oet Buul, begin maor vast te bloeiu (=pas maar op, ik kom uit Buul) (Budels)
- ij begin ze te vangn (=hij begint te missen) (Knesselaars)
- Ik begin je eun bietjie zat te worduh (jochie/pik/gladiool/graftak/meissie/messie/wijffie) (=doodmoe van iemand worden) (Utrechts)
- ik kom uit Gestel, begin maor vast te bloeiu (=pas maar op, ik kom uit Gestel) (Eindhovens)
- inteerst (=in het begin) (Staphorsts)
- Jezus zaach tiëge zën dissiepële : wae gene vulo hèt, moet mér tevoet aoftriepële (=begin al maar te stappen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- k'zen in de fleur van menne sleet (=ik begin oud te worden) (Antwerps)
- lot daaj würmpkes mër ès wërke (=denken is het begin van alle kennis) (Munsterbilzen - Minsters)
- men memoeëre ès nimmei zoe goed (=ik begin veel te vergeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- mèt Sint Job paote ze de boeëne hals äöver kop, en dae neet anges kan dae paotj ze mèt Sint Jan (=vanaf begin mei kunnen bonen gepoot worden (naamdag Sint Job op 10 mei), uiterlijk eind juni kun je de laatste oogst bonen zaaien (naamdag Sint Jan op 24 juni)) (Heitsers)
- nie te vele parlesanten, begunt d'ran (=stop met je flauwekul hierover, begin er aan) (Wevelgems)
- sjaar dich bij (d) één (=begin er eens aan!) (Munsterbilzen - Minsters)
- sloa mo bin (=begin maar te eten) (Poperings)
- spaaj es èn zen haan (=begin eens te werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- streep zen mauwe al mér op (=begin er al maar aan) (Bilzers)
- tijd genoeg kump dèk te laot (=begin op tijd!) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen