Spreekwoorden met `school`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `school`

  1. bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
  2. uit de school klappen (=iets vertellen wat men niet mag zeggen)

Eén betekenis bevat `school`

  1. een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)

30 dialectgezegden bevatten `school`

  1. ' t wiesuis (=Sint-barbara school) (Zottegems)
  2. A zit boa Mannekes (=hij is in de middelbare school van Boom) (Booms)
  3. aa devoeëre doen (komt van het Franse devoir)anse (=je best doen op school) (Winksels)
  4. ane gemeindje zeen; ane sjoeël zeen (=werkzaam bij gemeente of school) (Heitsers)
  5. busschn maakn (=de school verzuimen) (Veurns)
  6. dae ès onder de vëkanse noë sjoeël gewès (=die heeft niet veel geleerd op school) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. Die komp van de school met ut zwerte hekku. (=Die zit op de tuchtschool.) (Arnhems)
  8. ei doe goe zèn duvvoren int school (=hij doet zijn best op school) (Sint-Niklaas)
  9. èn de wènter èssët al balkdoenkel atte sjoël aut ès (=in de winter is het al pikkedonker als de school uit is) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. hae geet vër zen broek te verslijte (=hij doet niets op school) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. hae geet vërret kèndergeld (=hij gaat voor zijn evenveel naar school) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. haogesjoëlke lope (=onderweg naar school blijven hangen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. ij ee nor de schoole geweest binst de speeltijd (=hij heeft niets opgestoken in de school) (Brakels)
  14. ik goa nar 't school (=ik ga naar school) (Wichels)
  15. in de schul gaon. (=naar school gaan) (Nuths)
  16. je gaot met e lank gat nao schoole (=hij gaat met tegenzin naar school) (Kortemarks)
  17. je moet'n niet uut de school klapp'n (=men moet geen geheimen doorvertellen) (Westerkwartiers)
  18. ne geleirden tip (=iemand die lang naar school is geweest) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. op broôd gaan Overbloive. (=onder de middag overblijven op school) (Westfries)
  20. sa nei skoalle ta (=zo naar school toe) (Fries)
  21. Skendelse skoiers goan op skoan skoe'n noa skool (=Schijndele schooiers gaan op mooie schoenen naar school) (Schijndels)
  22. su, kromme su hu oepeltje oepeltje lu (=school) (Zeeuws)
  23. ubbe haogesjoëlke gehaate (=wij zijn op weg naar school blijven hangen) (Bilzers)
  24. uut de school klapp'm (=geheime zaken doorvertellen) (Westerkwartiers)
  25. wi-j goat noar skoele (=wij gaan naar school) (Sallands)
  26. wi-j goat noar skoele (=wij gaan naar school) (Zalks)
  27. Ze brocht heur kindere nòr school (=Ze bracht haar kinderen naar school) (Helenaveens)
  28. zen broek verslijte op de banke (=naar school gaan zonder intentie te leren) (Bilzers)
  29. zwarte schole oen (zwarte school houden) (=schunnige moppen tappen) (West-Vlaams)
  30. zwarte school' (h) oedn: in gezelschap vuilbekken, vunzige praat vertellen. Ook vuilemuilen. (=zwarte school houden) (Klemskerks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen