4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `boterham`
- een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
- een glazen boterham. (=een glas jenever of bier)
- een kruisje is genoeg voor een boterham uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
- het op je boterham krijgen (=een stevig standje incasseren)
2 betekenissen bevatten `boterham`
- dun van leer en dik van smeer (=dunne boterham die dik gesmeerd is)
- een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
32 dialectgezegden bevatten `boterham`
- ' nen drogen botterram (=een boterham zonder beleg) (Sint-Niklaas)
- 'ne aafgelèkdje boterham (=een meisje dat al veel vriendjes had) (Weerts)
- aet nog e bufke (=bijt nog eens in je boterham) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bei wa moet ich oer taat plekke (=Waarmee moet ik je boterham smeren / beleggen) (Walshoutems)
- bieeter n'snee me` stroep, as gien snee (=beter een boterham met siroop, als geen boterham) (Heusdens)
- bliefde gij ne botteram (=wil je een boterham) (Oudenbosch)
- De keis van aven boterham lauten aule (=Je laten doen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- de koe stuuetj dich (=werd gezegd als iemand te dik de boter op de boterham smeerde) (Heitsers)
- dreig braud (=boterham met zonder iets op) (Bilzers)
- e porteuken tuu den beuteram (=had u graag een porto bij uw boterham) (Teralfens)
- e stute breën (=een boterham smeren) (Veurns)
- een book'n mè choco (=een boterham met choco) (Meers)
- Met drouge biene op de kant loupe. (=een boterham zo zuinig smeren dat de kanten niet bedekt zijn.) (Westfries)
- ne pille stoete (=een boterham) (Twents)
- nen bau in perekes (paardjes) (=boterham in partjes gesneden) (Leefdaals)
- Nen bautram plekke (=Een boterham smeren) (Hals)
- nen boot eten (=een boterham eten) (Overmeers)
- Nen bootram brieën (=Een boterham smeren) (Avelgems)
- nen boteram brèiën (=een boterham smeren) (Meers)
- nen botram brieën (=een boterham smeren) (Vrasens)
- nen driuën bodderam (=boterham zonder beleg) (Kaprijks)
- nen druëgn boteram (=boterham zonder beleg) (Meers)
- Oep oeve kop late schaate of de kijs van oeven boterham laten halen (=Je laten doen) (Sint-Katelijne-Waver)
- onder zen dauve lotte sjiete (=zich de kaas van de boterham laten nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Op 'n aander is unne boterham altij lekkerde dan thuis (=Het is altijd groener aan de overkant) (Valkenswaards)
- Op stikkie gaan bai je peetje. (=Een boterham eten bij je tante.) (Zaans)
- pak nog ès ë bufke (=bijt nog eens in je boterham) (Munsterbilzen - Minsters)
- pepersesies tusseden bottram legge (=boterham beleggen met salami) (Turnhouts)
- snee brèen (=boterham smeren) (Heusdens)
- sneetje vastwerken (=boterham om 16.00.) (Marine jargon (veelal Maleis))
- unne mikken botteram (=een boterham van wittebrood) (Tilburgs)
- zen snië dër de pan sloore (=zijn boterham dik door het pannevet trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen