Spreekwoorden met `boterham`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `boterham`

  1. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  2. een glazen boterham. (=een glas jenever of bier)
  3. een kruisje is genoeg voor een boterham uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
  4. het op je boterham krijgen (=een stevig standje incasseren)

2 betekenissen bevatten `boterham`

  1. dun van leer en dik van smeer (=dunne boterham die dik gesmeerd is)
  2. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))

32 dialectgezegden bevatten `boterham`

  1. ' nen drogen botterram (=een boterham zonder beleg) (Sint-Niklaas)
  2. 'ne aafgelèkdje boterham (=een meisje dat al veel vriendjes had) (Weerts)
  3. aet nog e bufke (=bijt nog eens in je boterham) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Bei wa moet ich oer taat plekke (=Waarmee moet ik je boterham smeren / beleggen) (Walshoutems)
  5. bieeter n'snee me` stroep, as gien snee (=beter een boterham met siroop, als geen boterham) (Heusdens)
  6. bliefde gij ne botteram (=wil je een boterham) (Oudenbosch)
  7. De keis van aven boterham lauten aule (=Je laten doen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  8. de koe stuuetj dich (=werd gezegd als iemand te dik de boter op de boterham smeerde) (Heitsers)
  9. dreig braud (=boterham met zonder iets op) (Bilzers)
  10. e porteuken tuu den beuteram (=had u graag een porto bij uw boterham) (Teralfens)
  11. e stute breën (=een boterham smeren) (Veurns)
  12. een book'n mè choco (=een boterham met choco) (Meers)
  13. Met drouge biene op de kant loupe. (=een boterham zo zuinig smeren dat de kanten niet bedekt zijn.) (Westfries)
  14. ne pille stoete (=een boterham) (Twents)
  15. nen bau in perekes (paardjes) (=boterham in partjes gesneden) (Leefdaals)
  16. Nen bautram plekke (=Een boterham smeren) (Hals)
  17. nen boot eten (=een boterham eten) (Overmeers)
  18. Nen bootram brieën (=Een boterham smeren) (Avelgems)
  19. nen boteram brèiën (=een boterham smeren) (Meers)
  20. nen botram brieën (=een boterham smeren) (Vrasens)
  21. nen driuën bodderam (=boterham zonder beleg) (Kaprijks)
  22. nen druëgn boteram (=boterham zonder beleg) (Meers)
  23. Oep oeve kop late schaate of de kijs van oeven boterham laten halen (=Je laten doen) (Sint-Katelijne-Waver)
  24. onder zen dauve lotte sjiete (=zich de kaas van de boterham laten nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. Op 'n aander is unne boterham altij lekkerde dan thuis (=Het is altijd groener aan de overkant) (Valkenswaards)
  26. Op stikkie gaan bai je peetje. (=Een boterham eten bij je tante.) (Zaans)
  27. pak nog ès ë bufke (=bijt nog eens in je boterham) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. pepersesies tusseden bottram legge (=boterham beleggen met salami) (Turnhouts)
  29. snee brèen (=boterham smeren) (Heusdens)
  30. sneetje vastwerken (=boterham om 16.00.) (Marine jargon (veelal Maleis))
  31. unne mikken botteram (=een boterham van wittebrood) (Tilburgs)
  32. zen snië dër de pan sloore (=zijn boterham dik door het pannevet trekken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen