Spreekwoorden met `hetzelfde`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hetzelfde`

  1. aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
  2. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  3. geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
  4. in hetzelfde gasthuis ziek liggen (=aan dezelfde kwaal lijden)
  5. in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
  6. met hetzelfde sop overgoten (=even goed of slecht)
  7. op hetzelfde aambeeld hameren/slaan (=steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen)
  8. uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvattingen delen.)
  9. van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
  10. voor hetzelfde geld (=net zo goed)

27 betekenissen bevatten `hetzelfde`

  1. het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
  2. semper idem (=altijd weer hetzelfde)
  3. de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
  4. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  5. geen twee hanen op een erf/werf (=geen twee bazen voor hetzelfde werk)
  6. geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
  7. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  8. het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
  9. het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
  10. het is zusje en broertje (=het is zo ongeveer hetzelfde)
  11. het is lood om oud ijzer (=het komt op hetzelfde neer)
  12. je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
  13. een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
  14. met gelijke munt betalen (=hetzelfde kwaad terugdoen)
  15. lang vasten is geen brood sparen. (=honger lijden is niet hetzelfde als geld besparen)
  16. iemands voetstappen drukken (=iemands voorbeeld volgen of hetzelfde beroep gaan doen)
  17. bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
  18. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  19. in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
  20. geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
  21. altijd het oude liedje (=steeds weer hetzelfde)
  22. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  23. op hetzelfde aambeeld hameren/slaan (=steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen)
  24. twee zielen, één gedachte (=twee mensen die op hetzelfde moment hetzelfde idee hebben)
  25. oog om oog en tand om tand (=wraak nemen voor onrecht dat je is aangedaan, door de dader precies hetzelfde aan te doen)
  26. twee handen op een buik (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)
  27. twee hoofden onder een kaproen (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)

50 dialectgezegden bevatten `hetzelfde`

  1. 't es avaer gelèek (=het is ongeveer hetzelfde) (Wichels)
  2. 't is aalmoal een pot nat (='t komt allemaal op hetzelfde neer) (Westerkwartiers)
  3. 't is allemaol toetmem (=het is allemaal hetzelfde) (Weerts)
  4. 't is eene koek eenen dieeg (=Het is allemaal hetzelfde) (Bevers)
  5. 't Is wèr van da (=Het is weer al hetzelfde) (Antwerps)
  6. ' t is van ' t zulfde loak' n ' n pak (=het komt op hetzelfde neer) (Westerkwartiers)
  7. d'as ene pot nat (=dat is allemaal hetzelfde) (Vels)
  8. d'es 't zelde / zel(f)ste (=dat is hetzelfde) (Wichels)
  9. d'r benn'n meer hondjes die Fikkie hiet'n (=het blijkt dat niet alles hetzelfde is) (Westerkwartiers)
  10. d'r is doar weineg varioatie (=het is daar altijd hetzelfde) (Westerkwartiers)
  11. da kom opt zelfde straotje nuit (=dat komt op hetzelfde neer) (Oudenbosch)
  12. da's broerke of zuske (=dat is precies hetzelfde) (Westerkwartiers)
  13. das ene pot naot (=werkt onder hetzelfde hoedje) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. das krek et zelfste (=dat is juist hetzelfde) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. das prêl ëtselfste (=dat is exact hetzelfde) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. das saus naor ut kommeke (=dat komt op hetzelfde neer) (Oudenbosch)
  17. das sjaering en ènslaog (=dat is aan de lopende band hetzelfde liedje) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. das van hetzelfste nès (=dat is van hetzelfde soort) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. das zjus prêl (=dat is precies hetzelfde) (Bilzers)
  20. dat hat dae och va ginne vraeme (=iemand die hetzelfde doet als zijn vader of moeder) (Sjeeter plat)
  21. de nël van de plaotëndraeër blif hangë (=dat is altijd hetzelfde verhaal) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. de noagol op de kop sloan (=iemand die hetzelfde denkt / zegt) (Gents)
  23. det is allemaol koekoek eine zânk (=dat is allemaal hetzelfde) (Weerts)
  24. det is eine duvel, zag ‘t vroumes, wie ze eine kruutslivvenhieër aan ‘t oetzeuke waas (=dat maakt niks uit; dat is allemaal hetzelfde) (Heitsers)
  25. det is kappes of moos (=dat is allebei hetzelfde en dat maakt dus niks uit) (Heitsers)
  26. det is krek egaal (=dat is precies hetzelfde) (Heitsers)
  27. ein toet mem (=hetzelfde) (Gronings)
  28. en zo gaogut ok mee (=hetzelfde is het geval met) (Oudenbosch)
  29. ènt doenkel zin alle kaoters zwat (=alle mannen zijn hetzelfde (als hun vrouw er niet bij is)) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. ènt gëreil loope (=hetzelfde doen als de anderen) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. hae héttet wir op zen Kl... (=het is altijd hetzelfde met die kerel) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. hij is uut 't zulfde holt sneed'n (=hij is van hetzelfde soort) (Westerkwartiers)
  33. hij slagt altied op 't zulfde aambeeld (=hij komt altijd met hetzelfde op de proppen) (Westerkwartiers)
  34. ieëne pot nat (=het komt allemaal op hetzelfde neer) (Meers)
  35. je knaogt ooltied an tzelfde bièèn (=hij praat altijd over hetzelfde onderwerp) (Kortemarks)
  36. je knoagt ooltied an tzelfde bièèn (=hij praat altijd over hetzelfde) (Lichtervelds)
  37. jinne teut mem (=telkens hetzelfde) (Gastels)
  38. krèk haorinder utzèllefde (=precies hetzelfde) (Tilburgs)
  39. Krék ien de mieter (=Alles is precies hetzelfde) (Huissens)
  40. krek inder (=precies hetzelfde) (Boakels)
  41. krek ut ègustu (=precies hetzelfde) (betuws)
  42. liînkse shroefdroad hemme (=op hetzelfde geslacht vallen) (Riemsts)
  43. mörg' n- en oamdgedacht' n benn' n niet altied geliek (=iemand denkt niet altijd hetzelfde over iets) (Westerkwartiers)
  44. Precies hetzelfde (=Krèk inder) (Haperts)
  45. swirskaante inder (=aan beide zijden hetzelfde) (Tilburgs)
  46. swirskaante inder, is moejlek ùt mekaare te haawe (=aan beide zijden hetzelfde is moeilijk uit elkaar te houden) (Tilburgs)
  47. t is ain mouders goud (=het is allemaal hetzelfde) (Gronings)
  48. t is allemaol zoeë lank as ’t breid is (=het komt op hetzelfde neer) (Heitsers)
  49. tennenan ist krek inter (=daar achter is het precies hetzelfde) (Liempds)
  50. tès ammel éne pot naot (=het komt allemaal op hetzelfde neer) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen