2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `minste`
- die de minste tanden hebben, kauwen het meest (=de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord)
- kies het minste van twee kwaden (=als er enkel slechte oplossingen zijn, kiest men de minst slechte)
8 betekenissen bevatten `minste`
- in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- sijmen betaalt (=diegene die het minste verdient draagt de kosten)
- een hazenslaapje (=een slaap, die zo licht is, dat men bij `t minste geluid wakker wordt)
- er loopt hem een luis over de lever (=hij windt zich al over het minste op)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- horzels steken niet en hommels doden niet. (=mensen met een grote mond dragen het minste bij)
- holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
- zonder slag of stoot (=zonder het minste probleem)
17 dialectgezegden bevatten `minste`
- 'k zal mij wel weer opovver'n (=ik zal wel weer de minste wezen) (Westerkwartiers)
- 't lacht en tsie nie (=iemand die om het minste lacht) (Sint-Niklaas)
- 't schuum van 't volk (=van het minste allooi) (Westerkwartiers)
- Alle hôngsgezeik (=Bij 't minste of geringste) (Weerts)
- dao kan gein kat oppe kist zeike (=Bij het minste of geringste) (Roggels)
- das 't minste va min zurgen (=daar ben ik niet bezorgd om) (Sint-Niklaas)
- das nie vant minste (=niet te onderschatten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de grotste klappers zyn de minste doenders (=wie veel praat werkt niet veel) (Kortemarks)
- iemes daudpitse (=iemand niet het minste gunnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- mètte wènd mèt draeë (=bij het minste van politieke kleur veranderen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Nen hond en ö paeërd mankt vur en scheet (=Zegt men tegen iemand die voor het minste klaagt) (Stals)
- tis olsan va aaj en oej (=hij klaagt van het minste ongemak) (Kortemarks)
- tis oolsan van aj en oej (=hij klaagt van het minste ongemak) (Lichtervelds)
- vër de minste sjiet..( jank tër ) (=voor een bagatel...(weent hij)) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ver ieder klapscheet (=Voor het minste) (Essens)
- Veur de geringste sjeet (=Bij het gerinste of minste) (Gelaens (Geleens))
- zonder slaog of staut (=zonder de minste inspanning) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen