24 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `willen`
- als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
- de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
- de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
- de vuilste varkens willen altijd het beste stro. (=mensen die het niet verdienen willen evengoed het beste)
- eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
- er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
- er ei of kuiken van willen hebben. (=alles willen weten)
- er haring of kuit van willen hebben (=precies willen weten hoe het in elkaar steekt)
- er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
- haring of kuit ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
- het fijne ervan willen weten (=willen weten wat er precies aan de hand is)
- het laatste woord willen hebben (=de baas willen zijn)
- het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
- het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
- hoger willen vliegen dan men kan (=meer willen doen dan men kan)
- iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
- met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
- met iemand niet willen oversteken (=niet in iemands plaats willen zijn)
- spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten. (=wel van alles willen profiteren, maar er niets voor willen doen.)
- twee ruggen uit een varken willen snijden (=uit één ding dubbel het voordeel willen halen)
- voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten (=tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
- willens en wetens iets doen (=met opzet)
86 betekenissen bevatten `willen`
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
- je vergalopperen (=al te snel iets willen doen)
- het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
- er ei of kuiken van willen hebben. (=alles willen weten)
- kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
- wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
- niets dan wonden en builen zoeken (=altijd willen vechten)
- het hoogste woord hebben (=baas zijn (of willen zijn))
- de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
- het laatste woord willen hebben (=de baas willen zijn)
- pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
- de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
- eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
- lector benevolente (=de welwillende lezer)
- kreupel wil altijd voordansen (=de zwaksten willen het hoge woord hebben)
- willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
- er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
- er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
- de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
- er zijn kapers op de kust (=er zijn er die willen meeprofiteren)
- geen oren hebben naar iets (=ergens niet naar willen luisteren)
- niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- niet thuis zijn van (=geen verstand hebben van - niet willen weten van)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- de zee is altijd zonder water. (=hebberige mensen willen altijd meer)
- hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
- het op de lippen hebben (=het net willen zeggen)
- er met de pet niet bij kunnen (=het niet willen/kunnen snappen)
- met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
- naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
- de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
- het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
- iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemand de bons geven (=iemand waarmee je een relatie hebt niet meer willen zien)
- iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- een Tantaluskwelling zijn (=iets erg graag willen maar het (net) niet kunnen verkrijgen)
- er zijn zinnen op zetten (=iets graag willen hebben)
- er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
- oogkleppen dragen (=iets niet (willen) zien)
- tabak van iets hebben (=iets niet langer willen)
- er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- aan een oor doof zijn (=iets niet willen horen)
50 dialectgezegden bevatten `willen`
- `'t zeen mich toere` zag 't wiefke en 't zoot met de geit op 't daak (='t onmogelijke willen doen) (Weerts)
- 'k moe dadd-ên (=ik zou dat willen hebben) (Kaprijks)
- 'k willen zeggen (=ik bedoel) (Veurns)
- 'k zo a iet will'n vroagen (=Ik zou je iets willen vragen) (Bambrugs)
- 'k zoe will'n wisslen (bv. qua gezondheid, geheugen) (=ik zou willen omruilen (bv.qua gezondheid, geheugen) ) (Waregems)
- 'oudoewe kwèk us (=zou u zo vriendelijk willen zijn om uw mond te houden?) (Bredaas)
- 't ei ut zijn gat vroagn (=iets te weten willen komen) (Knesselaars)
- 't es 'ier va 'k zal au goan 'emmen (=ze willen mij beetnemen) (Wichels)
- 't moe wew mee a goeste zijn (=je moet het écht wel willen) (Kaprijks)
- 't oenderste uut de kanne willen (=het maximum willen) (West-Vlaams)
- 't oenderste uut de kanne wiln (=Alles willen) (Veurns)
- ‘k En zou da wijf nog nie willen poepen mee nen dorme van 7 meter (=Ik vind die vrouw afstotelijk) (Brakels)
- ' k wol wel geern (=ik zou graag willen) (Gronings)
- ' n oale katte wul ok nog wel ' ns e-eaid wörn (=oude mensen willen ook aandacht) (Vechtdals)
- altied wat nijs, zeld'n wat goeds (=men moet niet altijd alles willen veranderen) (Westerkwartiers)
- aste gaazë watter zien, hëbbe ze dos (=als kinderen iets zien, willen ze dat ook onmiddellijk hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste gees vèsse moeste iës wiëte ofter wol vès zit (=je moet de klok niet willen luiden als je niet weet waar de klepel hangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- azeu billen en no nie willen (=zo een mooi meisje, maar nog altijd vrijgezel) (Waarschoots)
- azu billen en nog nie willen (=geen gemakkelijke mooie vrouw) (Moes)
- boef: Op de willen boef (=Willekeurig, onvoorbereid) (Lebbeeks)
- d'r benn'n koapers op de kust (=er zijn er meer die dat willen hebben) (Westerkwartiers)
- da goinek es nie aun aan nees hangen (=iets niet willen verklappen) (Buggenhouts)
- da jak aadde gij gere genog aangat gat (=die jurk had je best willen dragen) (Oudenbosch)
- Da siede vanie (mannelek) of Gauëi etntj goedop (vravelek) (='iets' wat we niet willen doen) (Liedekerks)
- da stèkt z'n uëg'n uit (=begeerlijk naar iets / iemand kijken, iets willen hebben) (Meers)
- daaj hërre peloes zoo ich ès wille aofraaje (=met haar zou ik eens tractor willen rijden) (Munsterbilzen - Minsters)
- dain he schelen vee zein oegen (=iets niet willen erkennen (zien) ) (Buggenhouts)
- dat stopp'n we ien 'e doofpot (=daar willen we niet meer over praten) (Westerkwartiers)
- de been van onder zën K.... loope (=iets absoluut willen bereiken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès nie alleen opte werd (=wees wat stiller onder de lessen, anderen willen ook slapen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de die eur pelouze zo' k uk wè ne kir willen afrijeen (=met die vrouw zou ik wel eens willen...) (Zottegems)
- de dikste krinten al autte koek pikke, vërdat tër gebakken ès (=geen risico willen lopen om niet het beste voor zichzelf te kunnen voorbehouden) (Munsterbilzen - Minsters)
- de keutel uit het gat vragen (=alles willen weten) (Lommels)
- de kloëte sjoere (=niet willen werken) (Heerlens)
- de kool en de geit spoar'n (=de beide tegenstanders willen helpen) (Westerkwartiers)
- de moes nën aaên aop geen maule leiteb trèkke (=je moet oudere mensen niet willen leren hoe ze zich moeten gedragen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nie teviël koën op zen miële wille pakke (=je moet niet teveel werk willen verzetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de oge in de tesj han (=niets willen zien) (Sjeeter plat)
- de oog'n nig vol hebb'n (=Altijd maar meer willen hebben) (Twents)
- de sjoer trèk aof noë den hollender, twatter kraaj (g) ter graotës (=de bui trekt weg naar Nederland, die willen toch alles gratis) (Munsterbilzen - Minsters)
- de vaulste vérke willen et sjünste strauw (=het zijn niet altijd de besten die het meest verdienen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de vaulste vèrke willen et sjünste stroj (=luieriken willen evenveel geld verdienen als bezige bijen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de voilstje veirkens willen t'skoosjte struwe (=de vuilste varkens willen het mooiste stro) (Nieuwerkerks)
- de weelde es een kwa biest (=het goed hebben en desondanks niet content zijn en altijd maar meer en meer willen) (Kalkens)
- de zoos him e knepke gaeve (=je zou hem willen doen ophouden met dat onnozel gedoe door hem 5 cent te geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- deurre gank goan (=doen wat ze willen) (Arendonks)
- Die't niet Bildts skrive kin, mot 't 'n ander niet lere wille (=Wie niet Bildts kan schrijven, moet het een ânder niet willen leren) (Bildts)
- doë zo ich ès maajske wille spieële (=daar zou ik eens heimelijk willen bij zijn) (Bilzers)
- doë zo ich ès maajske wille spieële (=datzou ik eens van nabij willen meemaken) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë zoo ich nog nie vër ë miljoen gesjillerd willen hange (=daar zou ik voor geen geld willen wonen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen