Spreekwoorden met `als`

Zoek


393 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `als`

  1. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
  2. achteruit gaan als een hollend paard (=snel terrein verliezen)
  3. al zo oud als de weg naar Kralingen (=erg oud)
  4. alles door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en drinken)
  5. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  6. als aan de grond genageld staan (=perplex staan)
  7. als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
  8. als bij toverslag (=zeer snel, plotseling)
  9. als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
  10. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  11. als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
  12. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  13. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  14. als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
  15. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  16. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  17. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  18. als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
  19. als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
  20. als de dood zijn voor iets (=heel erg bang zijn voor iets)
  21. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  22. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  23. als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)
  24. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  25. als de kalveren op het ijs dansen (=nooit)
  26. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  27. als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
  28. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  29. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  30. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  31. als de nood aan de man komt (=als het ernstig wordt)
  32. als de nood het hoogste is, is de redding nabij (=in hoge nood komt er vaak plotseling een oplossing)
  33. als de ragebol rust werkt de spin (=zonder onderhoud raakt `n huis (de omgeving) snel in verval)
  34. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  35. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
  36. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  37. als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen (=een huichelaar is niet te vertrouwen)
  38. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  39. als door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
  40. als door een repel getrokken (=zeer mager)
  41. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  42. als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
  43. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  44. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  45. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  46. als een furie tekeergaan (=in razende woede tekeergaan)
  47. als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
  48. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  49. als een lier (=zeer goed)
  50. als een lopend vuurtje (=zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje))

311 betekenissen bevatten `als`

  1. een groentje zijn (=(ook: Groen als gras zijn. ) Ergens nog geen ervaring mee hebben)
  2. het smelt als boter in de mond (=(van eten) het is erg mals)
  3. as is verbrande turf (=aan een belofte (as = als) heb je niets)
  4. een oortje gespaard is een oortje gewonnen. (=alle beetjes helpen als je spaart.)
  5. het loopt op rolletjes (=alles gaat als vanzelf)
  6. ad acta leggen (=als afgedaan beschouwen)
  7. als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
  8. het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
  9. het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
  10. komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
  11. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
  12. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  13. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  14. liggende maan, staande matrozen. (=als de maan op zijn kant staat komt er storm op zee)
  15. mal moertje mal kindje (=als de moeder te veel toegeeft zal het kind niet deugen)
  16. als het voeten heeft (=als de omstandigheden gunstig zijn)
  17. de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
  18. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  19. vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
  20. vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
  21. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
  22. waar meerderman komt moet minderman wijken (=als een machtig persoon iets zegt, moet de minder machtige zwijgen)
  23. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  24. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  25. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  26. de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
  27. de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
  28. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  29. kies het minste van twee kwaden (=als er enkel slechte oplossingen zijn, kiest men de minst slechte)
  30. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  31. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  32. komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
  33. waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
  34. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  35. hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
  36. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  37. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  38. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  39. buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
  40. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
  41. het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
  42. berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
  43. als de nood aan de man komt (=als het ernstig wordt)
  44. als puntje bij paaltje komt (=als het erop aankomt)
  45. bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
  46. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  47. mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
  48. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  49. morgen gaat het beter (=als het vandaag niet zo best is gegaan...)
  50. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)

50 dialectgezegden bevatten `als`

  1. (=als het meevalt gaat de boer worsten) (Achterhoeks)
  2. (De meeste mensen gaan dood in bed) gekscherend gezegd als iemand aangeeft naar bed te gaan. (=Op berre goat de meeste mens'n doohd) (Epers)
  3. `je mot zeker weer iets van me hè / wat mojje nu weer van me? ) *ironisch bedoeld als iemand een beetje slijmt (vaak kinderen die dat doen richting een moeder) (=`je wilt zeker weer iets van mij ` (ironisch als iemand slijmt)) (Utrechts)
  4. `ònger òs gezag en gezwege` (=wordt gezegd als iets vertrouwelijk is.) (Steins)
  5. `Zo kunde ennen hoeëp stroont nog lekker maken.` (=als je vindt dat een kok wel erg veel ingrediënten nodig heeft om iets op smaak te brengen zegt men) (Wells)
  6. ''Bèste bang dat dien moel iëder verslete is es dien vot!?` (=opmerking als iemand je in het voorbijgaan niet groet) (Steins)
  7. 'j es zijn kluutn goan schuurn (=hij loopt weg als er moet gewerkt worden) (Knesselaars)
  8. 'k kan 't nie al mee 'n schèrtje knip'n (=als iets niet precies eerlijk verdeeld kan worden) (Zeeuws)
  9. 'k mag er nie goed op (ô) peizen (=als men vreest dat iets verkeerd gaat aflopen) (Sint-Niklaas)
  10. 'k zat doar met de kroag omhoog en de pest ien (=als men ergens op de tocht zit :) (Westerkwartiers)
  11. 'k zeig al niet ne meer (=Ik zeg als niets meer) (Bevers)
  12. 'k zén da zoê muug as kaa pap (=ik ben dat zo beu als koude pap) (Sint-Katelijne-Waver)
  13. 'kzî zo stijf als een bard (=ik ben heel stijf) (Sint-Niklaas)
  14. 'n Doeëdshûmme hieët gein tesse (=als je dood gaat neem je niets mee) (Weerts)
  15. 'n kôw lektj gein vreemdje kaover (=als iemand voor de 2e keer trouwt en er al kinderen zijn) (Weerts)
  16. 't book is umgedrage (=als iemand te laat is) (Weerts)
  17. 't é'n reut'eut 't eus en ae 't rehent, 't rehent bin'n (=Er is een ruit uit het huis en als 't regent regent het daar binnen) (Zwevegems)
  18. 't Es duvelkeskermis (=als de zon schijnt en het regent) (Hulsters (NL))
  19. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  20. 't ès kérmis èn de hél (=als het regent en de zon schijnt) (Bilzers)
  21. 't ès op zeeme noë viërig (=het is zo goed als klaar) (Bilzers)
  22. 't es za voeër gedrodj en geskeet'n (=hij lijkt op zijn vader als twee druppels water) (Ninoofs)
  23. 't es zè voier gescheiten en gespagen (=hij trekt als 2 druppels water op zijn vader) (Aalsters)
  24. 't es'tn gescheten en gespogen (=Hij lijkt er als twee druppels water op) (West-Vlaams)
  25. 't gieët 'm locht (=als iemand iets gemakkelijk af gaat) (Weerts)
  26. 't gieët d'n oôve in (=als iets door gaat) (Weerts)
  27. 't gieët wie snuf (=als het gemakkelijk gaat) (Weerts)
  28. 't gijt aans as aans (=het gaat niet zo als als we gewoon zijn) (Westerkwartiers)
  29. 't gijt van 'n lei'n dakje (=dat loopt als vanzelf) (Westerkwartiers)
  30. 't haamtj zich neet (=als het samenwerken niet goed verloopt) (Weerts)
  31. 't is 'em gespoogen en gescheten (=Hij lijkt als twee druppels water op...) (Melseels)
  32. 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
  33. 't is duvelkeskermès (=als het regent en ook de zon schijnt) (Sint-Niklaas)
  34. 't Is e rututus en a trintrintrin (=Er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het erin.) (West-Vlaams)
  35. 't Is kerremus in dur hel/ De Engeltjies piese weer naar beneê (=als het regent terwijl de zon schijnt) (Utrechts)
  36. 't is niet alles gold wat d'r blinkt (=niet alles is zo goed als het lijkt) (Westerkwartiers)
  37. 't is wat! en as 't niet aans wordt blift 't wat (='t is wat! en als 't niet anders wordt blijft het wat) (Westerkwartiers)
  38. 't is zo heller as wat (=het is zo duidelijk als maar kan) (Westerkwartiers)
  39. 't laeve ès waaj ën naoës, de moes ter alles authaole wat trèn zit (=het leven is als een neus, je moet er alles uithalen wat er in zit) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. 't leaven is as 'n keenderhèèmd, mest'ntieds te kort (=het leven is als een kinderhemdje, meestal te kort) (Twents)
  41. 't leste hemd het gien buuz'n (=als men sterft kan men niets meenemen) (Westerkwartiers)
  42. 't lopt op rolletjes (=het loopt als vanzelf) (Westerkwartiers)
  43. 't mis mooi weer om 'n aarfenis te verdeel'n (=als het buiten somber weer is :) (Westerkwartiers)
  44. 't oog van de meester moakt 't peerd vet (=als de baas aanwezig is wordt er harder gewerkt) (Westerkwartiers)
  45. 't smeltj inne mônd, wi-j doevestrônt (=als iets heel lekker is) (Weerts)
  46. 'T was mar un blauwe maendag (=als iemand ergens kort lid / bij is geweest) (Flakkees)
  47. 't Was novenant! (=Het één was al zo slecht als het ander!) (Dilbeeks)
  48. 't weer zit erin (=als iets beschimmeld is) (Westfries)
  49. 'tis moar nen bruinen (=als de zon zich niet laat zien en het weer overtrokken en regenachtig is) (Lokers)
  50. ‘je moeder et taartjes’ (=als een kind in de weg loopt, ‘ga eens hier vandaan’) (Volendams)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen