29 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `maakt`
- belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
- bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
- dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
- dat smaakt naar meer (=meer van dat, graag!)
- de appel smaakt bomig. (=kinderen lijken op hun ouders.)
- de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
- de kap maakt de monnik niet (=aan het uiterlijke kan men het innerlijke niet beoordelen)
- de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputting)
- die perzik smaakt naar meer (=dat is gunstig - nog van dat!)
- een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
- een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
- een gouden zadel maakt geen ezel tot paard. (=een mens verandert niet door uiterlijkheden)
- een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
- eén kwade dag maakt de winter niet. (=als iets verkeerd gaat, hoeft nog niet alles verkeerd te gaan.)
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- een zwaluw maakt de lente niet (=een omstandigheid laat nog geen eindconclusie toe)
- één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
- eendracht maakt macht (=wanneer mensen samenwerken kan men veel bereiken)
- effen rekening maakt goede vrienden (=of anders: schulden maken vijanden)
- geld dat stom is, maakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
- geld maakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
- het is de toon die de muziek maakt (=het gaat om de manier waarop iets gezegd wordt)
- het is niet voor de ganzen gemaakt (=we kunnen het maar beter uitdrinken)
- het oog van de meester maakt het paard vet (=het werk gebeurt beter als de baas toezicht houdt)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- korte afrekening maakt lange vriendschap (=snel terugbetalen (teruggeven) voorkomt ruzie)
- koud bier maakt warm bloed. (=alcohol maakt aggressief)
- onbekend maakt onbemind (=iets wat nog onbekend is, kan ook niet geapprecieerd worden)
- wie zijn naasten te schande maakt, onteert zichzelf (=een klein foutje, kan een groot geheel te schande maken)
38 betekenissen bevatten `maakt`
- met de vork schrijven (=afzetten, meer kosten rekenen dan werkelijk gemaakt)
- koud bier maakt warm bloed. (=alcohol maakt aggressief)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
- een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
- het verkorven hebben (=een slechte beurt gemaakt hebben bij iemand)
- een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegemaakt hebben)
- de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
- iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
- geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
- of men van de kat of de kater gebeten wordt (=het maakt geen verschil)
- `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- het zal me worstwezen (=het maakt voor mij geen enkel verschil)
- het eten is niet te pruimen. (=het smaakt niet)
- het zo zout nog niet gegeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben)
- je schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt)
- paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
- ieder vist op zijn getij (=iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik)
- het beste paard struikelt ook wel eens. (=iedereen maakt wel eens een fout)
- aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
- als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
- een hennentaster (=iemand die zich druk maakt om ongelegde eieren)
- een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (=men maakt geen twee keer dezelfde fout)
- om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
- wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
- ervaring is de beste leermeester (=van datgene dat je zelf hebt meegemaakt leer je het meeste)
- een schip op het strand is een baken in zee (=van de fouten die anderen hebben gemaakt kun je zelf veel leren)
- al te goed is buurmans gek (=van te veel goedheid wordt misbruik gemaakt)
- die wijn drinkt kweekt luizen. (=veel alcohol drinken maakt je arm)
- met de prins over de Maas geweest zijn (=veel meegemaakt hebben)
- de meeste aardappelen al gegeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
- waar gehakt wordt, vallen spaanders (=waar werk verricht wordt, worden ook wel wat fouten gemaakt)
- honger is de beste kok/saus (=wanneer men honger heeft, smaakt alles goed)
50 dialectgezegden bevatten `maakt`
- 'n zundagssteek holt gien week (=wat je op zondag maakt houdt het niet lang uit) (Westerkwartiers)
- 't Is egaal (=Het maakt niet uit) (Sittards)
- 't is mê al iëndere (=het maakt mij niet uit) (Kaprijks)
- 't Is mich egaal (=Het maakt me niet uit) (Neerbeeks)
- 't Is mich egaal (=Het maakt niet uit) (Gelaens (Geleens))
- 't is mie netgliek (=het maakt mij niet uit) (Gronings)
- 't is mij aw iengdere (=Dat maakt mij niet uit) (Eekloos)
- 't Is van pis in bedde nao poep in bedde. (=de verandering maakt het niet beter) (Kampers)
- 't komt aal'moal op 't zulfde del (=het maakt allemaal geen verschil) (Westerkwartiers)
- 't moakt mij gien mieter uut (=het maakt mij helemaal niks uit) (Westerkwartiers)
- 't schurft is iënder (=maakt niet uit (bij onhygiënisch gedrag) ) (Melseels)
- 't steekt op gien andzjuunpelle (=Het steekt niet zo nauw; Het maakt niet (s) uit) (Gents)
- ‘T niet maakt krêige (=Het niet voor elkaar krijgen) (Volendams)
- ' t en massant niet (=het geeft niet, maakt niets uit) (Brakels)
- a mokt veel roten (=hij maakt veel lawaai, hij maakt veel tamtam) (Meers)
- Aage schuld, dikken bult (=Belofte maakt schuld) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Ach, schiet ter wat ien (=Dat maakt niks uit) (Genneps)
- agge nie moak dagge weg bin (=als je niet maakt dat je weg bent) (Geldermalsens)
- Ak oe hurn en ni zage lup ik hat weg. (=Je hebt wel praatjes maar maakt op mij geen indruk.) (Hattems)
- ansjovis is vis as d'r aarst nijt is (=honger maakt rauwe bonen zoet) (Huizers)
- as ge-t mar nie begaojt (=als je het maar niet te bont maakt) (Tilburgs)
- assët mér kons autlègge (=de uitleg maakt alles goed) (Munsterbilzen - Minsters)
- At n hemmel vaalt brekt alle boonnstökke (=als iemand zich onnodig zorgen maakt) (Twents)
- Bedoot dich neet zo (=Je maakt je te druk) (Roermonds)
- belofte mokt schuld en dië zeu ni vervult kraaigt neun bult (=belofte maakt schuld.) (Antwerps)
- cent'n verzoet 't wark (=geld maakt werken lichter) (Westerkwartiers)
- d'n eine schaertj 't schaop, d'n angere 't vêrke (=de een maakt grote, de ander maakt kleine winst) (Weerts)
- da deert nie (=dat maakt niet uit) (Vechtdals)
- da kan mich geen zier sjille (=dat maakt me helemaal niets uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- da makt ginne prei (=het maakt niet veel uit) (Dunges)
- da mok gin donder (=dat maakt niet uit) (Betuws)
- da nuk niks (=dat maakt niets uit) (Prinsenbeeks)
- Da nukt (=Dat maakt niet uit) (Zunderts)
- Da nukt me niks (=Dat maakt me niks uit) (Brabants )
- da schil un meukesmaandje (=dat maakt een groot verschil) (Oudenbosch)
- da schul nogal wa (=dat maakt veel verschil) (Sint-Niklaas)
- da speelt gien rolle in ne koboofiem (=het maakt niets uit / het speelt geen rol) (Gents)
- da speew gieën rol in ne koboi-fielme (=dat maakt niet uit) (Kaprijks)
- da's ook gien heileg boondje (=hij maakt ook wel eens een foutje) (Westerkwartiers)
- daaj kan tër toch ën heil poepekas van maoke (=die maakt er een hele opvoering van) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj mok ferm van hërre tetter (=die maakt redelijk wat opstand) (Munsterbilzen - Minsters)
- daar hew ik niks met (=het zal me aan mijn reet roesten (wat maakt mij dat nou uit) ) (Leewarders)
- dae deed te lamp branne (=hij maakt het nogal bont) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae loog dao väör aeveväöl (=dat maakt hem niets meer uit) (Heitsers)
- dae ziet mér de hëlf vannët sjaun waer (=die maakt maar weinig mee wat er voor zijn ogen gebeurt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dah maok gin verschil (=dat maakt niet uit) (Bredaas)
- dan slaag de buts de buil (=dat maakt geen verschil) (Graauws)
- dao kins se wiejer van pisse as van ein körstje broeëd (=als je maar wat drinkt, maakt niet uit wat) (Heitsers)
- das gee ketsje vêr zonder haase aon te pakke (=een kat in 't nauw maakt soms rare bokkesprongen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich prêl (=dat maakt mij niets uit) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen