63 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `word`
- schreeuwen of men levend gevild wordt (=heel hard schreeuwen)
- slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
- snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
- van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
- van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
- vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- waar gehakt wordt, vallen spaanders (=waar werk verricht wordt, worden ook wel wat fouten gemaakt)
- wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
- wie met pek omgaat, wordt ermee besmet (=wie met slechte mensen omgaat neemt de gewoontes van die mensen over)
- wie olie meet wordt er vet van (=in slecht gezelschap wordt men slecht)
- wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
- zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
297 betekenissen bevatten `word`
- men heeft daar latten op het dak (=daar wordt afgeluisterd)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- dát doet de deur dicht (=dat wordt niet geaccepteerd)
- de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
- door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- in de lift zitten (=de situatie waarin het zit wordt beter)
- de dans om het gouden kalf (=de strijd om rijk te worden)
- als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
- mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
- je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
- je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)
- thuis is in je schuur (=dit wordt gezegd als je weinig thuis bent)
- Oost-Indisch doof zijn (=doen alsof er niets gehoord wordt)
- genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
- je trekken thuis krijgen (=door anderen op dezelfde manier behandeld worden als je hun behandelde (bv met een streek))
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- er geen touw aan vast kunnen knopen (=door de onduidelijkheid niet kunnen begrijpen wat er wordt bedoeld)
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
- de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt)
- door de mand vallen (=doorzien worden)
- een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
- met een rode letter aangetekend staan (=duidelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet vergeten wordt)
- onder de neus wrijven (=duidelijk zeggen wat er van gevonden wordt)
- een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
- goed bloed kan niet liegen (=een edele afkomst wordt altijd opgemerkt)
- een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
- van praat komt praat (=een nieuwtje wordt snel verder verteld)
- een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
- zo rood als een kreeft (=een rode kleur hebben. (kreeft wordt knalrood tijdens het koken))
- een hazenslaapje (=een slaap, die zo licht is, dat men bij `t minste geluid wakker wordt)
- ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
- een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- op de wip zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
- op de schopstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
- op de wipstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
- er een punthoofd van krijgen (=er compleet gek van worden)
- om de vinger winden (=er gemakkelijk baas over worden)
32 dialectgezegden bevatten `word`
- Het werkt oep maan sèskes (=Ik word het beu / het werkt op mijn zenuwen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Heuvel dich ins get. (=word eens wakker, sta op.) (Roermonds)
- Ig krijg doa zenewe van. (=Ik word er nerveus van.) (Beverloos )
- ik heb er voorts een beetje tabak van (=ik word het zat) (brabants)
- ik krieg 'em wel klein! (=ik word hem wel de baas!) (Westerkwartiers)
- ik staon mee mankemente (=ik word door pech opgehouden) (Oudenbosch)
- ik wor (=ik word) (Lunters)
- Ik wor sjiebekes (=Ik word er gek van) (Brabants)
- ik word para (=ik word gek) (Amsterdamse straattaal)
- ik word strontziek van juh (=ik word moe van je) (Utrechts)
- Je ben(t) van de eerste leuguh niet gebaerste/gebarstuh! (=u / jij liegt continu , ik word er moe van !) (Utrechts)
- je word nooit deur een eerleke waegen overreje mar altied deur een strondkarre (=je word nooit door een eerlijk mens de waarheid gezegd) (Flakkees)
- kiek noar dien minder'n ienploats van noar dien meerder'n (=word niet jaloers op iemand die meer heeft dan jij) (Westerkwartiers)
- krie der de meurn van up (=ik word er gek van) (Kortemarks)
- Me bloed wordt karrenemellek (en me ribbe takkebosse). (=Ik word erg kwaad.) (Zaans)
- Me griezels lope over me grazzels. (=Dat vind ik doodeng, ik word er akelig van.) (Zaans)
- nau konste ins snuffële (=nu word je met je neus op de feiten gedrukt) (Munsterbilzen - Minsters)
- opgepast komaliewand (=het word slecht weer, we gaan slingeren) (Marine jargon (veelal Maleis))
- Piepende wagens loapen 't langst, wanr doar word nie veul opgelaoie (=Ziekelijke mensen worden ontzien) (Dunges)
- rust roest (=blijf bezig, anders word je stram) (Westerkwartiers)
- tes tit dat ut es ee (=het word tijd dat het gedaan is) (Izegems)
- trèk zen vollees èns op! (=word wakker!!!) (Munsterbilzen - Minsters)
- van braut wiëste graut, van mik wiëste dik (zik) (=van grijs brood word je groot, van wit brood word je dik (ziek) ) (Bilzers)
- van fèène rèège èn fèèn mêense wòr de ut miste nat. (=door fijne regen en fijne mensen word je het meest bedonderd) (Tilburgs)
- Van motrege en fiene proat wurde stiekeum noat (=Van motregen en fijne praat word je stiekem nat.) (Budels)
- wa komme kik ier nu van passe (=waarom word ik hier nu mee vergeleken) (Harelbeeks)
- wae bij den hond slip, kraajg ook zën laajs (=met wie je omgaat word je beinvloedt) (Munsterbilzen - Minsters)
- wae mèttë hond slup, kraajg ëm zën laajs (=met wie je omgaat, word je beïnvloed) (Munsterbilzen - Minsters)
- wae nie pik of erf, moer wërke tottër sterf (=van werken word je niet rijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- wie joener, wie botter...wie adder wie zotter (=als je jong zijt ben je wat vrijpostig, met het ouder worden word je nog veel zotter) (Munsterbilzen - Minsters)
- wod het hoar of veern (=niet weten wat het word) (Klazienaveens)
- wortje kins van (=daar word je gek van) (Westlands)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen