pikken

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɪkə(n)]
Afbreekpatroon:  pik·ken
Vervoegingen:  pikte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepikt (volt.deelw.)

1) stelen
Voorbeeld:  `een tientje pikken uit je moeders portemonnee`
Synoniemen:  jatten, gappen

2) (van een vogel) met de snavel pakken
Voorbeeld:  `naar een worm pikken`

3) accepteren terwijl er reden is om je te verzetten
Voorbeeld:  `We pikken het niet langer!`


Synoniemen
aanzien   accepteren   achterhouden   achteroverdrukken   afnemen   afpakken   aftroggelen   benemen   bietsen   doorstaan   dulden   gappen   graaien   grijpen   grissen   inpikken   jatten   kapen   kiezen   leegstelen   lijden   ondergaan   ontfutselen   ontnemen   ontvreemden   oppikken   pekken   plunderen   prikken   roven   snaaien   stelen   toeëigenen   toelaten   tolereren   uitstaan   velen   verdonkeremanen   verdonkeren   verduisteren   vervreemden   wegfutselen   wegkapen   wegnemen   wegpakken   wegpikken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• een knorhaan pikken (=een dutje doen)
Naar de spreekwoorden

9 definities op Encyclo
  • Amsterdams woord voor stelen
  • • [ov] iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen. • [ov] dulden, accepteren. • [ov] [dierkunde] (met de snavel) prikken.
  • hem raken met een puntig voorwerp vb: Wilhelm pikt mij met zijn vork Synoniemen: steken prikken stiekem nemen wat niet van jou is vb: ik heb een koekje uit de trommel gepikt Synoniemen: stelen jatten bestelen wegnemen met snelle bewegingen opnemen vb: de kippen pikken het voer van de vloer
  • [Bargoens, boeventaal] nemen. Een oksenaartje pikken.
  • 1) Oneigenlijk toe-eigenen 2) Wegstelen 3) Prikken 4) Roven 5) Rampokken 6) Rollen 7) Grijpen 8) Rampassen 9) Kiezen 10) Onrechtmatig verkrijgen 11) Ontfutselen 12) Ontnemen 13) Wederrechtelijk toe-eigenen 14) Met de snavel steken 15) Stekken 16) Dulden 17) Wegfutselen 18) Wegkapen 19) Wegnemen 20) Stiekem we...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op pikken:
inpikkenmeepikkenoppikkenuitpikken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. pikken (kleven)
  2. pikken (stelen, accepteren)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van pikken?
De verleden tijd van pikken is 'pikte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepikt'.
Wat betekent pikken?
'stelen' en '(van een vogel) met de snavel pakken' en 'accepteren terwijl er reden is om je te verzetten'
Hoe spel je pikken?
pikken spel je P I K K E N
Wat is een ander woord voor pikken?
Andere woorden voor pikken zijn aanzien, accepteren, achterhouden, achteroverdrukken, afnemen, afpakken, aftroggelen, benemen, bietsen, doorstaan, dulden, gappen, graaien, grijpen, grissen, inpikken, jatten, kapen, kiezen, leegstelen, lijden, ondergaan, ontfutselen, ontnemen, ontvreemden, oppikken, pekken, plunderen, prikken, roven, snaaien, stelen, toeëigenen, toelaten, tolereren, uitstaan, velen, verdonkeremanen, verdonkeren, verduisteren, vervreemden, wegfutselen, wegkapen, wegnemen, wegpakken en wegpikken.

Op andere websites
Zoek pikken op Woordenlijst.org
Zoek pikken op Google
Zoek pikken op Wikipedia