uitpikken

werkw.
Uitspraak:  ['œytpɪkə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·pik·ken
Vervoegingen:  pikte uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgepikt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met een snavel verwijderen
Voorbeeld:  `Het kadaver lag er al een tijdje en de ogen waren eruitgepikt door de kraaien.`

2) (iets of iemand) herkennen en kiezen uit velen
Voorbeelden:  `Iedereen mocht bij de grens gewoon doorrijden, maar wij werden er voor controle uitgepikt.`,
`Ze kunnen allemaal aardig met de bal omgaan, maar de echte voetbaltalenten pik je er zo uit.`


Synoniemen
kiezen   schiften   selecteren   selectie toepassen   uitkiezen   uitlezen   uitzoeken   verkiezen   ziften   

4 definities op Encyclo
  • verschijnen, te voorschijn komen - Voorbeeld: En waarachtig, die eerste maartse zondag pikken de meisjes al uit
  • 1) Uitlezen 2) Kiezen 3) Kippen 4) Ziften 5) Uitzoeken 6) Uitkiezen 7) Selecteren 8) Schiften 9) Verkiezen
  • ergens uit kiezen
  • iets wat aan een haak of soortgelijke constructie vastzit, loshalen. Zie ook uithaken.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitpikken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitpikken?
De verleden tijd van uitpikken is 'pikte uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgepikt'.
Wat betekent uitpikken?
'met een snavel verwijderen' en '(iets of iemand) herkennen en kiezen uit velen'
Hoe spel je uitpikken?
uitpikken spel je U I T P I K K E N
Wat is een ander woord voor uitpikken?
Andere woorden voor uitpikken zijn kiezen, schiften, selecteren, selectie toepassen, uitkiezen, uitlezen, uitzoeken, verkiezen en ziften.

Op andere websites
Zoek uitpikken op Woordenlijst.org
Zoek uitpikken op Google
Zoek uitpikken op Wikipedia