grijpen

werkw.
Uitspraak:  [ˈxrɛipə(n)]
Afbreekpatroon:  grij·pen
Vervoegingen:  greep (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gegrepen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met de hand pakken
Voorbeeld:  `Ik greep hem bij zijn arm om niet te vallen.`
voor het grijpen liggen  (in grote hoeveelheid beschikbaar zijn) `De kansen liggen voor het grijpen.`
(iets) voor het grijpen hebben  (makkelijk kunnen krijgen) `Die zwemster heeft de titel voor het grijpen.`
om zich heen grijpen  (zich overal verspreiden) `De besmettelijke ziekte greep snel om zich heen.`
gegrepen zijn door (iets)  ((iets) heel boeiend vinden)


Synoniemen
aangrijpen   aanklampen   aanpakken   aanrijden   arresteren   beetgrijpen   beetnemen   beetpakken   bemachtigen   graaien   grissen   ingrijpen   jatten   klauwen   pakken   pikken   snaaien   toegrijpen   toeslaan   toetasten   vangen   vastgrijpen   vastklampen   vastnemen   vastpakken   vatten   verstrikken   wegkapen   zich bedienen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• uit de lucht grijpen (=iets zonder enige grond vertellen)
• naar de pen grijpen (=een brief schrijven)
• iemand bij de kladden grijpen (=iemand bij zijn kleren grijpen)
• het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
• de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
Toon alle 6 spreekwoorden die grijpen bevatten

5 definities op Encyclo
  • •plotseling iets of iemand beetpakken.
  • vastpakken met je hand vb: ik greep hem bij zijn arm het geld ligt voor het grijpen [je kunt het overal pakken] ik werd erdoor gegrepen [ik was er helemaal vol van] het vuur grijpt om zich heen [breidt zich snel uit]
  • 1) Pakken 2) Haken 3) Snaaien 4) Pikken 5) Aangrijpen 6) Takken 7) Taken 8) Aanklampen 9) Aanpakken 10) Aanrijden 11) Ingrijpen 12) Iets vangen 13) Bemachtigen 14) Graaien 15) Grissen 16) Nemen 17) Jatten 18) Arresteren 19) Klauwen 20) Kippen 21) Beetpakken 22) Beetgrijpen 23) Vatten 24) Beetnemen 25) Vastpak...
  • pakken
  • pakken Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met grijpen:
grijpend

Deze woorden eindigen op grijpen:
aangrijpenbegrijpeningrijpenplaatsgrijpenvergrijpenvastgrijpenoverheidsingrijpenmisgrijpenineengrijpen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
grijpen (snel pakken)

Taaladvies
  1. Wat is juist: eenarmig of éénarmig? Zie eenarmig / éénarmig
  2. Wat is juist: ergens geen grip op krijgen of ergens geen greep op krijgen? Zie Grip / greep op iets krijgen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van grijpen?
De verleden tijd van grijpen is 'greep'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegrepen'.
Wat betekent grijpen?
'met de hand pakken'
Hoe spel je grijpen?
grijpen spel je G R I J P E N
Wat is een ander woord voor grijpen?
Andere woorden voor grijpen zijn aangrijpen, aanklampen, aanpakken, aanrijden, arresteren, beetgrijpen, beetnemen, beetpakken, bemachtigen, graaien, grissen, ingrijpen, jatten, klauwen, pakken, pikken, snaaien, toegrijpen, toeslaan, toetasten, vangen, vastgrijpen, vastklampen, vastnemen, vastpakken, vatten, verstrikken, wegkapen en zich bedienen.

Op andere websites
Zoek grijpen op Woordenlijst.org
Zoek grijpen op Google
Zoek grijpen op Wikipedia