pakken

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɑkə(n)]
Afbreekpatroon:  pak·ken
Vervoegingen:  pakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in handen nemen om te gaan gebruiken
Voorbeeld:  `de schaar pakken`
iets te pakken krijgen  (iets verwerven)
iemand te pakken krijgen  (met iemand in contact komen, vooral per telefoon)
het flink/zwaar te pakken hebben  (ernstig ziek zijn of hevig verliefd zijn)

2) (bagage) klaarmaken voor een reis
Voorbeeld:  `We gaan vanavond pakken en morgen vertrekken we heel vroeg.`
Synoniem:  inpakken

3) benadelen
Voorbeeld:  `De kleine inkomens worden gepakt door de nieuwe belastingwet.`
Synoniem:  duperen

Zie ook:  pak


Synoniemen
aanhouden   aanvatten   beetnemen   beetpakken   blijven zitten   boeien   drinken   duperen   grijpen   halen   inpakken   klauwen   krijgen   nemen   oprapen   vangen   vatten   verstrikken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• te vies om met een tang aan te pakken (=heel vies en smerig)
• iemand bij de lurven pakken (=iemand stevig vastpakken)
• geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
• bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo
  • treffen, bewogen maken (VD 10,) ontroeren - Voorbeeld: Moeder was eerst hevig geschrokken in de mening dat er iets haperde en dan, bij 't zien van die knieval en met dat smekend stemmeke, was zij aan 't herte gepakt van ontroering, en ze stond te weiogen - Voorbeeld: 't Pakte Martje aan zijn hart
  • •in de handen nemen. •gevangen nemen.
  • vast blijven zitten vb: deze lijm pakt niet Synoniemen: houden hechten Tegenstelling: loslaten het grijpen of tevoorschijn halen vb: pak maar een koekje de politie pakt de daders [neemt ze gevangen] hem te pakken krijgen [hem te spreken krijgen]
  • (indruk maken) Pakken (indruk maken) is boeien, fascineren, interesseren, meeslepen. [basiswoordenlijst groep 7]
  • 1) Drinken 2) Beetnemen 3) Klauwen 4) Taken 5) Vastgrijpen 6) Aangrijpen 7) Aanhouden 8) Aannemen 9) Zich toe-eigenen 10) Bijeenvoegen 11) Takken 12) Boeien 13) Verstrikken 14) Aanvatten 15) Kapen 16) Koffers vullen 17) Toe-eigenen 18) Pikken 19) Gevangennemen 20) Afnemen 21) Oprapen 22) Inpikken 23) Tot zich...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met pakken:
pakkendpakkenproletariaat

Deze woorden eindigen op pakken:
aanpakkenafpakkenherpakkeninpakkenoppakkenuitpakkenvastpakkenverpakkenwegpakkenbepakkenbeetpakken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
pakken (in een omhulsel stoppen; ter hand nemen, grijpen)

Taaladvies
Betekenen binnen handbereik en onder handbereik hetzelfde? Zie Binnen handbereik / onder handbereik

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van pakken?
De verleden tijd van pakken is 'pakte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepakt'.
Wat betekent pakken?
'in handen nemen om te gaan gebruiken' en '(bagage) klaarmaken voor een reis' en 'benadelen'
Hoe spel je pakken?
pakken spel je P A K K E N
Wat is een ander woord voor pakken?
Andere woorden voor pakken zijn aanhouden, aanvatten, beetnemen, beetpakken, blijven zitten, boeien, drinken, duperen, grijpen, halen, inpakken, klauwen, krijgen, nemen, oprapen, vangen, vatten en verstrikken.

Op andere websites
Zoek pakken op Woordenlijst.org
Zoek pakken op Google
Zoek pakken op Wikipedia