aanvatten

werkw.
Uitspraak:  ['anvɑtə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·vat·ten
Vervoegingen:  vatte aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangevat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) aanpakken
Voorbeeld:  `Bedrijven moeten tijdens een economische crisis elk voordeel aanvatten.`
Synoniem:  aangrijpen

2) beginnen
Voorbeeld:  `een stage al de volgende dag kunnen aanvatten`


Synoniemen
aangrijpen   aanklampen   aanpakken   beetpakken   nemen   oprapen   pakken   vatten   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Ter hand nemen 2) Beetpakken 3) Pakken 4) Aantasten 5) Aansnijden 6) Beet pakken 7) Aanpakken 8) Aannemen 9) Gebruiken 10) Aanklampen 11) Aangrijpen 12) Nemen 13) Bevangen 14) Oprapen 15) Vastpakken 16) Bevangenheid
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanvatten?
De verleden tijd van aanvatten is 'vatte aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangevat'.
Wat betekent aanvatten?
'aanpakken' en 'beginnen'
Hoe spel je aanvatten?
aanvatten spel je A A N V A T T E N
Wat is een ander woord voor aanvatten?
Andere woorden voor aanvatten zijn aangrijpen, aanklampen, aanpakken, beetpakken, nemen, oprapen, pakken en vatten.

Op andere websites
Zoek aanvatten op Woordenlijst.org
Zoek aanvatten op Google
Zoek aanvatten op Wikipedia