drinken

werkw.

Uitspraak:	[ˈdrɪŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	drin·ken
Vervoegingen:	dronk (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedronken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een vloeistof) in je mond nemen en doorslikken

Voorbeeld:

`water drinken`

2) veel alcoholische drank gebruiken

Voorbeeld:

`Hij drinkt sinds zijn vrouw dood is.`

alcohol gebruiken   borrelen   drank   hijsen   nippen   pimpelen   rommel   zuipen   

• iemands bloed wel kunnen drinken (=iemand niet mogen en daardoor alles doen om die persoon te hinderen)
• eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
• eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
• een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je drinken krachtiger uitdrukken?
drinken als een tempelier; stevig drinken
Uitdrukkingen die drinken betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
aan Bacchus offeren; zuipen als een tempelier;

• •vloeistof nuttigen. •gewoon zijn alcohol te gebruiken.
• vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken vb: we drinken een glas melk regelmatig sterke drank gebruiken vb: als er problemen zijn, gaat hij drinken
• 1) Slabben 2) De keel smeren 3) Lappen 4) Zwelgen 5) Vocht innemen 6) Rommel 7) Zijn dorst stillen 8) Zich verfrissen 9) Heilwensen uitbrengen 10) Opnemen van een vloeistof 11) Lichamelijke behoefte 12) Hijsen 13) Pimpelen 14) Dorst lessen 15) Zuipen 16) Vloeistof door de mond opnemen 17) Je dorst lessen
• Drinken is een ander woord voor een vloeibare stof tot je nemen: limonade, water, thee en nog veel meer. [basiswoordenlijst groep 5]
• Drinken is een ander woord voor een vloeibare stof tot je nemen: limonade, water, thee en nog veel meer. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

• opdrinken• theedrinken• uitdrinken• verdrinken• piekdrinken• koffiedrinken• erop los drinken• comadrinken• afdrinken

drinken (vloeistof tot zich nemen)

1. Komt bij de spelling van het verkleinwoord het achtervoegsel aan het grondwoord glas vast, en wordt het dan glasje of glaasje? Zie glaasje / glasje
2. Is sterke drank (in twee woorden) goed of moet het sterkedrank (één woord) zijn? Zie sterke drank / sterkedrank

Wat is de verleden tijd van drinken?

De verleden tijd van drinken is 'dronk'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedronken'.

Wat betekent drinken?

'(een vloeistof) in je mond nemen en doorslikken' en 'veel alcoholische drank gebruiken'

Hoe spel je drinken?

drinken spel je D R I N K E N

Wat is een ander woord voor drinken?

Andere woorden voor drinken zijn alcohol gebruiken, borrelen, drank, hijsen, nippen, pimpelen, rommel en zuipen.

Zoek drinken op Woordenlijst.org
Zoek drinken op Google
Zoek drinken op Wikipedia