aangrijpen

werkw.

Uitspraak:	[ˈanxrɛipə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·grij·pen
Vervoegingen:	greep aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangegrepen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) pakken

Voorbeeld:	`alle middelen aangrijpen om het terrorisme te bestrijden`
Synoniem:	gebruiken

2) een diepe, verdrietige indruk maken

Voorbeeld:	`foto's die je erg aangrijpen`
Synoniem:	schokken

aanklampen   aanpakken   aantasten   aanvallen   aanvatten   aanwenden   attaqueren   beetpakken   bemachtigen   benutten   gebruiken   grijpen   ontroeren   schokken   tackelen   toepassen   vastgrijpen   

• 1) Vastpakken 2) Toepassen 3) Bewegen 4) Benutten 5) Bemachtigen 6) Beetpakken 7) Vastgrijpen 8) Gebruiken 9) Ontroeren 10) Attaqueren 11) Grijpen 12) Schokken 13) Aanwenden 14) Aanklampen 15) Pakken 16) Aanvliegen 17) Overmannen 18) Teisteren 19) Treffen 20) Aanvatten 21) Aanvallen 22) Aantasten 23) Aanpikke...
• aanvallen; beetpakken

Toon uitgebreidere definities

• aangrijpend

Waar komt het gaat me niet in de koude kleren zitten vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Het gaat me niet in de koude kleren zitten

Wat is de verleden tijd van aangrijpen?

De verleden tijd van aangrijpen is 'greep aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangegrepen'.

Wat betekent aangrijpen?

'pakken' en 'een diepe, verdrietige indruk maken'

Hoe spel je aangrijpen?

aangrijpen spel je A A N G R I J P E N

Wat is een ander woord voor aangrijpen?

Andere woorden voor aangrijpen zijn aanklampen, aanpakken, aantasten, aanvallen, aanvatten, aanwenden, attaqueren, beetpakken, bemachtigen, benutten, gebruiken, grijpen, ontroeren, schokken, tackelen, toepassen en vastgrijpen.

Zoek aangrijpen op Woordenlijst.org
Zoek aangrijpen op Google
Zoek aangrijpen op Wikipedia