Spreekwoorden met `zie`

Zoek


126 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zie`

  1. aanzien doet gedenken (=wat men met eigen ogen gezien heeft, is gemakkelijker te onthouden)
  2. Abraham gezien hebben (=50 jaar of ouder zijn)
  3. als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
  4. als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
  5. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  6. apen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
  7. dat horen en zien je vergaat (=erg luid)
  8. de beren zien dansen (=honger hebben)
  9. de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
  10. de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
  11. de hakken laten zien (=zich uit de voeten maken)
  12. de horens laten zien (=zich vijandig tonen)
  13. de kans schoon zien (=van de gelegenheid gebruik maken)
  14. de koning gezien hebben (=dronken zijn)
  15. de lepelziekte hebben (=weinig eten)
  16. de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
  17. de Paus van dichtbij zien. (=dronken zijn)
  18. de pest aan iets (gezien) hebben (=er een hekel aan hebben)
  19. de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
  20. de tanden laten zien (=zich heel erg fel verdedigen)
  21. de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
  22. de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
  23. dode honden bijten niet (al zien ze lelijk) (=van doden is geen gevaar te duchten)
  24. doe wel en zie niet om. (=toon vriendelijkheid of behulpzaamheid zonder iets in ruil te verwachten)
  25. doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
  26. door de bomen het bos niet meer zien (=door alle details het overzicht verliezen)
  27. door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  28. door de ziel gaan (=erg pijnlijk of verdrietig zijn)
  29. door een eiken plank kunnen zien als er een gat in zit (=niet zo bijzonder zijn als je je voordoet)
  30. een ziekte komt te paard en gaat te voet (=men wordt snel ziek maar genezen duurt lang)
  31. een ziekte komt te paard en gaat te voet. (=snel ziek worden, maar langzaam genezen)
  32. elk ziet door zijn eigen bril (=ieder ziet het op zijn eigen manier)
  33. er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezierige, taak of omstandigheid)
  34. er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
  35. er geen brood in zien (=niet denken dat iets kan werken)
  36. er geen gat in zien (=er geen oplossing meer voor zien)
  37. er geen heil in zien (=er geen voordeel in zien)
  38. er muziek in zitten (=er veel van kunnen verwachten en/of plezier van beleven)
  39. er uitzien als de dood van Ieper (=er slecht uitzien)
  40. er uitzien als een parnas (=er goed uitzien)
  41. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  42. er zit muziek in (=het is veelbelovend)
  43. ergens gezien zijn als een rotte kool bij een groenvrouw (=er niet graag gezien zijn)
  44. eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
  45. eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
  46. eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
  47. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  48. geen hand voor ogen zien (=zich in totale duisternis (of dichte mist) bevinden)
  49. geen zier (=niets)
  50. gezien mogen worden (=er goed uitzien)

191 betekenissen bevatten `zie`

  1. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  2. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  3. op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
  4. het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
  5. lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
  6. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  7. als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
  8. niet in een goed vel steken (=altijd ziek zijn, nooit gezond)
  9. waar twee kijven hebben twee schuld (=beide personen hebben schuld als ze ruzie met elkaar maken)
  10. de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
  11. apen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
  12. leeuwen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
  13. lege kisten, maken twisten. (=bij schaarste onstaat ruzie)
  14. met een been in het graf staan (=bijna dood, ernstig ziek)
  15. kijken als een hard geschilde aardappel (=bleek zien)
  16. op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
  17. water bij de wijn doen (=compromissen zien te sluiten)
  18. daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
  19. daar komt de zwarte kat in (=daar komt ruzie van)
  20. achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
  21. dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
  22. achter de coulissen kijken (=de echte toestand zien (ontdekken))
  23. het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
  24. er geen kijk op hebben (=de oplossing niet zien)
  25. het lieve leventje gaande (=de ruzie begonnen - de poppen aan het dansen)
  26. de plooien glad strijken (=de ruzie bijleggen)
  27. het vuur aanblazen (=de ruzie erger maken)
  28. de hel breekt los (=de ruzie is begonnen.)
  29. de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
  30. weten waar de aal kruipt (=de ware bedoelingen van iemand doorzien)
  31. als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
  32. de ogen openen (=doen inzien)
  33. in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
  34. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  35. liefde is blind (=door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien)
  36. alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
  37. door de mand vallen (=doorzien worden)
  38. het beste paard van stal vergeten. (=een belangrijk persoon over het hoofd zien)
  39. een doos van Pandora zijn (=een bron van problemen, ellende, ziekte en misère zijn)
  40. de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputting)
  41. een twistappel vormen (=een onderwerp van ruzie/conflict/onenigheid zijn)
  42. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. zie getij)
  43. donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
  44. te koop lopen/staan (=er bespottelijk uitzien)
  45. eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
  46. er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
  47. eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
  48. de beer is los (=er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek)
  49. een hard hoofd in iets hebben (=er geen oplossing in zien)
  50. er geen gat in zien (=er geen oplossing meer voor zien)

50 dialectgezegden bevatten `zie`

  1. `hier zèèk mee munne zèèk`zik, `dè ziek` zeej (=`hier ben ik met mijn urine`zei ik, `dat zie ik` zei hij) (Tilburgs)
  2. 'k 'n zie geeën affechoazje (=ik merk geen voortgang / vooruitgang (bij werken)) (Waregems)
  3. 'k oentzieënt (=ik zie er tegenop) (Veurns)
  4. 'k oentzient (=ik zie er tegen op) (Veurns)
  5. 'k zeen aa geire (=Ik houd van jou (ik zie u graag)) (Vilvoords)
  6. 'k Zeent (=Ik zie het) (Mechels (BE))
  7. 'k zie au gieiren (=ik zie u graag) (Brakels (gld))
  8. 'k zie gien kluute (=ik zie niks) (Gents)
  9. 'k zie oa gèren (=ik zie je graag) (Brakels (gld))
  10. 'k zie ze vliegen (=ik heb grote honger) (Meers)
  11. 'k zien a geirn (=Ik zie je graag) (Bambrugs)
  12. 'k zien doo menne peere mee. (=Ik zie daar mee af.) (Rillaars)
  13. 'k zien ier geen steek vur min ogen (=het is hier zo donker, ik zie niets) (Sint-Niklaas)
  14. 'k zien liever heur iele dan heur tiëne (=Ik zie ze liever gaan dan komen) (Antwerps)
  15. 't waerlich! 't waerlich! (=sta mij toe dat ik uw onderbroek zie) (Bilzers)
  16. 't zie zwet van 't vollek (=er is veel volk) (winksels)
  17. ‘k zie ‘t kleur van a onderbroek (=tegen iemand die geeuwt) (Kaprijks)
  18. ' k zie ' t (=Ik zie het) (Hansbeeks)
  19. ' k zie eu geere (=ik zie je graag) (Gents)
  20. ' k zien a geire (=ik zie u graag) (Antwerps)
  21. ' k zien ô gjeiren (=ik zie je graag) (Sint-Niklaas)
  22. ' k' n zie der mij gieën doen an (=dat is een onbegonnen werk (1° pers. enkv.) ) (Waregems)
  23. ' t zie zwet van ' t volk (=Het is druk) (Kortenbergs)
  24. Aa zie gruun van zjallouzie (=Heel afgunstig zijn) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  25. Aa zie ze vliege (=Hij is niet goed wijs) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  26. aai zie zoe schèel as nen otter (=Zijn ogen staan scheel) (Turnhouts)
  27. ae vangt / sloat d'r neffen / droat deur / zie ze vliegen / ee ne slag van de meulen g'ad (=hij is gek) (Wichels)
  28. an der dönne zië (=diarree hebben) (Eys)
  29. As ge van 'n duvel sprikt zie-de / tert-e op zèen'n stèert (=Als je over de duivel spreekt zie je / trap je op zijn staart) (Wichels)
  30. as-t nôodeg is, zie de ginne pliesie (=wanneer het nodig is, zie je geen politie) (Tilburgs)
  31. aste van iemëd huls, zieste zën gebraeke nie (=als je van iemand houdt, zie je veel door de vingers) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. azooë zie (de), dad es usprook'n zie! (=goed verwoord! (compliment) ) (Waregems)
  33. Bo zie (=Waar ben je) (Tongers)
  34. da geet kneep koste (=zie maar niet op een inspanning) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. da zie je van ier (=daar moet je niet aan twijfelen) (Kortemarks)
  36. da zieste van haaj (=ben je gek dat zie je van hier !) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. dadaar ik oe toch gezeed (=zie je nou wel) (Oudenbosch)
  38. dae zie gaat verbörtj, mót oppe blaore zitte (=wie iets doms doet moet er voor boeten) (Weerts)
  39. Dae zillig wilt sjterve, lit zie good de rechte erve. (=Die zalig wil sterven, laat zijn vermogen de rechthebbende erven) (Mechels (NL))
  40. Dag, heb ik wat van je an? / Kejje 't zien? Nee? Moeje scheel kijke, dan zie je 't dubbelt. als je wat van me anhad, zou je d'r wel een stukkie beter uitzien!! (=aanstaren /scheel kijken) (Rotterdams)
  41. dan lupter op kepot (=dan zie je het voor je liggen / staan) (Geldrops)
  42. dat likter groesdik op (=dat zie je zo!) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. dat zie allemoal mer finte (=iemand veinst pijn) (Vlijtingens)
  44. Daud op fijfteg mér honderd joër gelaef (=de drank halveert je leven, maar als compensatie zie je alles dubbel) (Bilzers)
  45. de bok zën K. (=dat zie je van hier !) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. de bok zen K., (ja) ! (=dat zie je van hier) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. de érmoej kump on de dieër aut (=daar heerst armoede, dat zie je zo!) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. de hoes geen mëlk te gaeve, vër ën koe te zin (=aan het uiterlijk zie je niet steeds of iemand slim of dom is.) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. de knaajn zin al on de kis ont knabbele (=de bobbeltjes zie je al door haar bloesje) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. de knaajn zin al on de kis ont knabbele (=de tepels zie door haar bloesje) (Bilzers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen