Spreekwoorden met `iedereen`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iedereen`

  1. het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen (=niet iedereen doet het onaangename met de glimlach)
  2. iedereen moet zijn last dragen (=ieder heeft zijn problemen)
  3. iedereen wat van de stokvis (=eerlijk delen)

62 betekenissen bevatten `iedereen`

  1. van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
  2. voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
  3. alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
  4. waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
  5. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  6. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  7. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  8. met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  9. met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  10. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  11. wijd en zijd zijn (=bij iedereen bekend zijn)
  12. elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
  13. voor elk wat wils (=er zit voor iedereen wel wat bij)
  14. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  15. het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  16. hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
  17. Jan en alleman (=iedereen)
  18. Jan en heel de wereld (=iedereen)
  19. ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
  20. de gaande en komende man (=iedereen die komt opdagen)
  21. alle molens vangen wind. (=iedereen die meedoet zal een deel van de opbrengst opeisen)
  22. een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
  23. het hek is van de dam (=iedereen doet maar wat die wil zonder grenzen)
  24. vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
  25. zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
  26. het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
  27. elk hart heeft zijn smart. (=iedereen heeft zijn eigen zorgen om iets)
  28. een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
  29. de koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs. (=iedereen is anders)
  30. het dunkt elke uil dat zijn jong een valke is. (=iedereen is trots op zijn kinderen)
  31. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  32. daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
  33. ieder is zichzelf het naast (=iedereen kiest in het slechtste geval voor zichzelf)
  34. geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
  35. paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
  36. ieder vist op zijn getij (=iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik)
  37. het beste paard struikelt ook wel eens. (=iedereen maakt wel eens een fout)
  38. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  39. gedachten zijn tolvrij (=iedereen mag vrij denken wat diegene wil)
  40. met man en macht iets doen (=iedereen werkt hard mee)
  41. iets prediken/verkondigen (=iets luid, voor iedereen, verkondigen)
  42. allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
  43. er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  44. allemans neus is geen kapstok. (=je moet niet alles aan iedereen vertellen.)
  45. met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
  46. er zijn altijd meer zwijgers dan sprekers (=lang niet iedereen komt altijd voor zijn mening uit)
  47. met man en muis (=met alles en iedereen)
  48. de duivel op het kussen binden (=met iedereen raad weten)
  49. met spek vangt men muizen (=met veel vrijgevigheid kan men iedereen overhalen)
  50. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)

50 dialectgezegden bevatten `iedereen`

  1. 'n oop'm deur ientrapp'm (=iets meedelen wat iedereen al lang wist) (Westerkwartiers)
  2. 't es nie on allemaun gegev'n (=niet iedereen kan dat) (Meers)
  3. 't is doar de zoete ienval (=iedereen is daar altijd welkom) (Westerkwartiers)
  4. 't is good um haver te zejje (=iedereen zwijgt) (Weerts)
  5. 't lwup in de remonse (=iedereen spreekt er over) (Harelbeeks)
  6. 't zien meeër mensjchn die missn of enn die pisn (=iedereen vergist zich wel eens) (Veurns)
  7. 't zoe nen oudn ond verleën (=iedereen zou het beu worden) (Waregems)
  8. a eet d'neef opgeeten (=hij heft iedereen tegen zich, hij wordt beschuldigd verantwoordelijk te zijn) (Meers)
  9. a go bè jan en allemaun (=hij gaat bij iedereen) (Meers)
  10. Alle koeien hooi (als vraag) (=iedereen van alles voorzien (als vraag)) (Volendams)
  11. angs en naud doen zelfs een aad pieëd nog lope (=als het echt moet kan iedereen nog wat meer) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. aoën de graute klok hange (=iets aan iedereen vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. As 't brij reegent heb iederêên een lepel nôôdig (=Als ergens veel behoefte aan is, is het vaak slecht te krijgen) (Hoeksche Waards)
  14. as 't reeg'nt, reeg'nt op alle doak'n (=iedereen krijgt wel tegenslag te verwerken) (Westerkwartiers)
  15. as 't vur niet is loûpe ze de benen van onder older gat (=als het gratis is komt iedereen er op af) (Sint-Niklaas)
  16. as alleman onder dezelfde perrëpli geet stoeên, wieën ze ammël naoët (=als iedereen het deken naar zich toehaalt, ligt iedereen in de kou) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. as de verkes te vraete höbbe zeen ze stil (=iedereen is stil tijdens ‘t eten) (Heitsers)
  18. as iederéén de iëste viaul wilt spiële, geeste naut een orkest krijge (=er moeten bazen maar ook werkers zijn) (Bilzers)
  19. assen hat verzoerd ès, zal soeker ter nie viël aon helpe (=niet iedereen heeft een peperkoeken hart) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. aste daud bès, wiët iedereen get van dich (=een vriend is iemand die tijdens je leven je vertelt, wat anderen na je dood van je weten te vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. aste zon sjaajnt kump iedereen baute mèr attet raengert zieste niemes mei (=van de bank krijg je alleen een lening als je ze feitelijk niet nodig hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. aste zon sjaajnt kump iedereen baute, mér assët raengert zieste niemes mei (=supporters genoeg als het goed gaat met de ploeg, maar je ziet of hoort niemand meer als het minder goed gaat) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. d'r goan veul makke schoap'm ien 'n hok (=met een beetje inschikken krijgt iedereen een plekje) (Westerkwartiers)
  24. d’n hóngerdste kintj ‘t (=dat is vakmanschap; dat kan lang niet iedereen) (Heitsers)
  25. da ho (ch) viël bekieks (=iedereen bleef kijken) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. da kan bè nun boer oak veurvallen (=iedereen kan missen) (Sint-Niklaas)
  27. da kan eenderwie gedoan ein (=dat kan iedereen gedaan hebben) (Sint-Niklaas)
  28. da's 'n publiek geheim (=iedereen weet dat reeds) (Westerkwartiers)
  29. da's wied en zied bekend (=dat weet iedereen) (Westerkwartiers)
  30. da's zo old as de weg noar Rome (=dat weet iedereen) (Westerkwartiers)
  31. daaj és alleman ter dür ont trékke (=zij spreekt kwaad van iedereen) (Bilzers)
  32. das nen allemanswies (=die hond (mens) floddert met iedereen) (Sint-Niklaas)
  33. dastë gedroenkën hëbs, zien ze rap, mèr daste vërrèks van den dos, da wille ze nie zien (=iedereen ziet als je wat veel gedronken hebt, maar niet als je dorst lijdt) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. dat kan alleman gebiëre dat steed iedereen ver zen diër doë kan niemes onderaut (=dat kan iedereen overkomen) (Bilzers)
  35. dat wieëte mën kloempe ook (=dat weet nu eens iedereen) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. de heil përsesse hink op zën vasse (=iedereen volgt u netjes) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. De heule Mikmaeck ( de hele mikmak) (=Alles tegelijk- De hele boel- iedereen , de hele groep) (Utrechts)
  38. de laajste vêrkë krijge de dikste ekëls (=niet iedereen die het verdient krijgt het beste loon) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. De luiber hef zien veren net zo hard neudig as een muske. (=iedereen heeft geld nodig) (Drents)
  40. De mussen schreeuwen het van het dak af ! (=iedereen weet het allang en roddelt het hardop door) (Utrechts)
  41. de slimste vérke krijgen ët sjunste stroj (strau) (=de zon schijnt voor iedereen, maar niet iedereen ziet ze) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. Dè snapt unnen boer mee éénen errem nog wel (=Dat snapt toch iedereen) (Brabants)
  43. de störmbaal ien top! (=iedereen waarschuwen!) (Westerkwartiers)
  44. den heile roeës (=iedereen ( met veel lawaai)) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. den hille Pil (=Peel) (=alles en iedereen) (Boakels)
  46. Dit wèrrek dus neet, eederein deit mer gèt! (=Dit werkt dus niet, iedereen doet maar wat!) (Mestreechs)
  47. doë kraeët genen haon hiën (=dat vergeet iedereen) (Bilzers)
  48. doeë zin pillëkës vër ielkë zikte, mèr nie vër de daud (=iedereen moet eens sterven) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. eder ‘t zien (=geef iedereen wat hem toekomt of wat hij wil) (Heitsers)
  50. eder heiligske mót toch zien leecht höbbe (=iedereen heeft recht op iets) (Heitsers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen