15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schijn`
- achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
- als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
- de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
- de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
- een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat (=ook bij nare situaties zijn er lichtpuntjes)
- het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
- hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
- hooien als de zon schijnt (=van de gunstige gelegenheid gebruik maken)
- iemand in de ogen schijnen (=iemand hinderen)
- in de ogen schijnen/steken (=hinderlijk zijn, ergeren)
- je licht ergens op laten schijnen (=iets duidelijk maken)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- rozengeur en maneschijn (=totaal geluk)
- schijn bedriegt (=dingen zijn niet altijd zoals ze zich voordoen)
- ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)
28 betekenissen bevatten `schijn`
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat gaapt als een oven (=dat is onwaarschijnlijk)
- het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
- een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
- geen poot aan de grond kunnen krijgen (=geen schijn van kans blijken te hebben)
- het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
- iemand de ogen verblinden (=iemand door uiterlijke schijn misleiden)
- in zwang komen / raken (=iets wordt een modeverschijnsel)
- op de achtergrond blijven (=niet in de schijnwerpers willen staan.)
- onder de mantel van (=onder de schijn van)
- het eindje draagt de last. (=pas aan het eind komen de problemen tevoorschijn)
- verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
- het is niet al goud wat blinkt (=schijn bedriegt)
- het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
- het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen. (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zijn niet allen monniken die kappen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zijn niet allen koks die lange messen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- een reus op lemen voeten (=schijnbaar sterk maar in feite zwak)
- met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
- voor God een baard van vlas maken (=schijnheilig zijn)
- als paddenstoelen uit de grond schieten (=snel en in grote massa tevoorschijn komen)
- boven water komen / boven water halen (=tevoorschijn komen / tevoorschijn halen, verschijnen, opduiken)
- voor galg en rad opgroeien (=vanaf de jeugd een levenspad volgen dat later waarschijnlijk naar criminaliteit leidt)
- weer boven water komen (=weer tevoorschijn komen)
- geen haring zo mager of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
20 dialectgezegden bevatten `schijn`
- 't ee'ter ow de schijn van da ... (=het lijkt er wel op dat ...) (Kaprijks)
- 't Is neet overal kêrmes woeë de vlag oethingtj (=schijn bedriegt) (Weerts)
- dat teent zau (=dat heeft er de schijn naar) (Munsterbilzen - Minsters)
- de fijne zijn de mijne zee de duvel (=er is veel schijn in het zijn (P.C.Hooft ; Granida) ) (Oudenbosch)
- dingelkes pissen out den heemel, kerremesse in delle (=zon schijn terwijl het regent) (Giesbaargs)
- Een mooie schöttel met niks der in (=Uiterlijke schijn) (Drents)
- grosj en fier, kol en manchet, thois giëne fret (=hovaardig naar buiten uit, maar in werkelijkheid is het veel minder, schone schijn dus) (Aalsters)
- hae laach mèttet één en grins mèttet aander oog (=hij is voor de schijn verdrietig) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij reert met 't ene oog, met d'aaner lacht 'er (=hij is voor de schijn verdrietig) (Westerkwartiers)
- kol en mansjet en thuis giëne fret (=hij houdt de schijn op) (Melseels)
- ne propere smeirlap (=iemand die de schijn hoog houdt) (Londerzeels)
- ne wermën erm, ne platte derm (=uiterlijke schijn door dure kleding is meestal ten koste van goed eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- schuifelaars (fluiters) en en geen geld (=schijn bedriegt) (Waarschoots)
- tes nie allemoël good da blink (=schone schijn bedriegt) (Bilzers)
- tés nie ammel good wo blink (=schijn bedriegt) (Bilzers)
- tès nie ammel good wo blink (=soms is het maar schijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- vanboovn blont, vanonder stront (=de schijn ophouden) (Kaprijks)
- vanboven pront, vanonder stront (=schone schijn) (Meers)
- Veu toeëg van de mense (=De schijn hoog houden) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- vör 't veurste van 'n vrouwmes en 't achterste van e paerd mojje oetkieke (=schone schijn bedriegt) (Weerts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen