404 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `om`
- geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
- geen nagel hebben om zijn gat te krabben (=heel erg arm zijn)
- geld dat stom is, maakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
- gezegende omstandigheden (=in verwachting)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
- handen tekort komen (=te weinig hulp hebben , overstelpt worden)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst (=het valt hem zwaar tegen)
- het daar is hommeles (=het is daar niet in orde)
- het geluk komt in de slaap. (=geluk komt onverwachts)
- het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
- het hoekje om gaan (=dood gaan)
- het hoofd loopt me om (=niet meer weten wat te doen (bv bij drukte))
- het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
- het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
- het is lood om oud ijzer (=het komt op hetzelfde neer)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
- het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt)
- het komt te paard en het gaat te voet. (=ziekte en ongeluk komen vaak heel plotseling, maar het duurt lang voordat men weer hersteld is)
- het komt uit zijn koker (=hij is degene die het heeft bedacht)
- het komt voor de bakker (=het komt in orde; het wordt geregeld)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het muist al wat van katten komt (=ieder volgt zijn karakter)
- het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
- het paard moet tot de kribbe komen. (=wie belang heeft bij een zaak moet er zelf op uit gaan)
- het roer omgooien (=het op een heel andere manier proberen)
- het verstand komt met de jaren (=naarmate je ouder wordt, word je wijzer en verstandiger)
- het water komt aan/tot de lippen (=in groot gevaar, in hoge nood)
- het water komt op de dijk. (=de tranen komen op)
- het zal erom houden (=het zal op het nippertje zijn)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
- hoe komt het kalf bij zijn maat (=hoe wonderlijk men elkaar kan ontmoeten)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
- homo homini lupus (=de mens benadert zijn medemens als een wolf) (Latijn)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- horzels steken niet en hommels doden niet. (=mensen met een grote mond dragen het minste bij)
- ieder dubbeltje drie keer omdraaien (=zo gehecht zijn aan geld dat men aarzelt bij iedere uitgave)
- iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
- iemand honing om de mond smeren (=tegen iemand aardige dingen zeggen/vleien om iets gedaan te krijgen)
- iemand in het naadgaren komen (=iemand erg hinderen)
- iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
- iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
- iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
- iemand uit de droom helpen (=iemand vertellen hoe het écht in elkaar zit)
- iemand vol lood pompen (=iemand genadeloos neerschieten)
648 betekenissen bevatten `om`
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- mijl op zeven zijn (=een grote omweg zijn)
- niet het zout op zijn patatten verdienen (=een klein inkomen hebben)
- een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
- de bom is gebarsten (=een langdurige spanning of conflict is tot een uitbarsting gekomen)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- een boer op klompen (=een lomperd)
- een achterdeurtje (=een manier om iets te ontduiken)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
- een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe manier vinden om iets te krijgen)
- een flater slaan (=een nogal domme fout maken)
- een zwaluw maakt de lente niet (=een omstandigheid laat nog geen eindconclusie toe)
- het sop is de kool niet waard (=een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven)
- bij Neck om naar Den Haag (=een onnodige omweg maken)
- mosterd na de maaltijd (=een oplossing die te laat komt)
- op oud ijs vriest het licht (=een oude kwaal komt gemakkelijk weer boven)
- een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
- met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
- een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
- een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
- huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
- een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
- Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
- met de billen bloot (=eerlijk en open zijn over fouten of tekortkomingen.)
- het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
- goede sier maken (=er (overdreven) goed van leven / goed overkomen bij anderen)
- tussen twee stoelen in de as vallen (=er bekaaid vanaf komen)
- er een punthoofd van krijgen (=er compleet gek van worden)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
- met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- geld maakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
- gooi het maar in je pet (=er komt niks van in)
- de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
- er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
- er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
- tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
- de dood of de gladiolen (=er vol voor gaan, zonder compromissen.)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er zijn maal wel mee kunnen doen (=er wel mee toekomen)
- er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
- alle dingen hebben twee handvatten. (=er zijn vaak meerdere manieren zijn om een situatie aan te pakken)
- er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
50 dialectgezegden bevatten `om`
- da's te zot om los te leepen (=dat is niet te geloven) (Vels)
- da' s ' n lust veur ' t oog (=dat is prachtig om te zien) (Westerkwartiers)
- da' s bij de wille knien' n om oaf (=dat is bij de beesten af) (Westerkwartiers)
- da' s lood om old iezer (='t ene is niet beter dan 't andere) (Westerkwartiers)
- daaj doech zoe fijn tieëge mich as poeppëstront (=ze kwam me terug opvrijen om het toch maar weer goed te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès nie van gistere (=ze is geen kat om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès nog te lee vër zich daol te lèggë (=ze is nog te lui om te gaan liggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj lik lievër onder ën sjikke vëtuur, dan onder ën strontkaar (=ze gaat liever om met rijke mannen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj moet hél krétse vër rond te koëme (=die moet hard werken en besparen om rond te komen met zijn geld) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj zal rap bekriëte zien (=ze zullen niet lang om haar rouwen) (Bilzers)
- daddis om tureluurs van te worre (=dat is om gek van te worden) (Oudenbosch)
- daddis om zeep gegaon (=dat heeft het niet kunnen bolwerken) (Oudenbosch)
- Dae bessem dae hoot Greet en kaerde in de hukskes neet (=Je vergeet steeds om in de hoek te vegen) (Venloos)
- dae dougtj neet van gojigheid (=zich bekommeren om anderen en zichzelf vergeten) (Heitsers)
- dae ès mèttë broekeriem grautgebraach (=die is streng behandeld geweest om hem goede manieren in te pompen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès nog te loemp vër helpe te dondëre (=hij is nog te dom om helpen te donderen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae et langste laef hètten heile werd on zen kloete (=je wordt schatrijk als je maar gek bent om lang te werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae geuftj óm de duvel nog zien moor (=hij geeft nergens iets om) (Heitsers)
- dae haet ane waaj geluchtj (=hij kwam erachter dat het hard werken was (de waaj zit aan het einde van een vissenfuik en het is zwaar werk om die op te halen = luchte); zich in de vingers snijden (fig.) kruidenierswaren uit de koloniën) (Heitsers)
- dae haet de vogel aaf (=hij is klaar om naar huis te gaan) (Heitsers)
- dae haet ein stöm ôm koks (= cokes) te kloppe. (=wordt gezegd van een man met een harde zware stem) (Steins)
- dae haet eine kop wie ‘ne tujerhamer (=een dikke kop hebben (tujerhamer = een hele grote hamer om weipalen (tujerpäöl) in de grond te slaan)) (Heitsers)
- dae hèt knoebele onder zën érm (=hij is te lui om te werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hoofs se geine vinger te gaeve (=hij heeft weinig aansporing nodig om iets te doen (bijv. drinken op stap)) (Heitsers)
- dae is te stóm óm ‘n verke inne vot te kieke (=hij is heel dom) (Heitsers)
- dae kaltj zoeë fien wie póppestróntj (=overdreven voorzichtig praten om (vooral) niets verkeerds te zeggen) (Heitsers)
- dae kiektj of d’r haver mót pikke oet ein spakan (=hij heeft een bleek, mager gezicht (spakan = kan met enge hals om gist te bakken, daar krijg je niet gemakkelijk wat uit gehaald)) (Heitsers)
- dae kraeg ‘n klats óm de oeëre (=hij kreeg een oorvijg) (Heitsers)
- dae mèt angere zien leid lachtj, steit ’t zien achter de däör te wachte (=boontje komt om z’n loontje) (Heitsers)
- dae mich wilt bezeeke, moet zen paut heil haug oplichte (=je moet vroeg opstaan om mij te beduvelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae sónger leefdje laeftj heet veul kans óm sónger hoop te sterve! (=Die zonder liefde leeft heeft veel kans om zonder hoop te sterven!) (Kinroois)
- dae voeëgel ès al vlèg (=vogel die oud genoeg is om uit te vliegen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae zal gauw begrins zien (=men zal niet lang om hem rouwen) (Bilzers)
- dan gaode naar Jantje Worst dieee un hondje en dat piest oe in oew mondje (=dorstige kinderen die om drinken vragen) (Oudenbosch)
- Dan neem ie maar een koppel kiepen (=Je moet niet proberen om mij op te jagen) (Giethoorns)
- Daor gaode van kwiele (=om jaloers op te worden) (Oudenbosch)
- daor is nunoop om te doen gewiest (=dat baarde veel opzien) (Oudenbosch)
- daor kun dallemaol nie mee rekene (=dat is teveel om rekening mee te houden) (Oudenbosch)
- daor lee nog ne baarig goed om te worre opgeruimd (=al die kleren moeten nog in de kast) (Oudenbosch)
- daor staank nie om te springen (=dat doe ik liever niet) (Hulsters (NL))
- das 't minste va min zurgen (=daar ben ik niet bezorgd om) (Sint-Niklaas)
- das e zwaur geval (=het is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- das éne zaupmért (=het gaat hem alleen maar om het zuipen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gene vètte, doeë zulste geen dikke kieëtëLe van sjijte (=dat brengt niet genoeg op om van te leven) (Munsterbilzen - Minsters)
- das griene kal (=dat is praat om er vanaf te zijn) (Bilzers)
- das mich egaol (=dat is me om het even) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich gelijk (egaol) (=dat is me om het even) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich prêl (egaol) (=dat is me om 't even) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich prêl van het zelfde (=dat is mij om 't even) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich prel van het zelfde (=dat is mij om het even) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen