Spreekwoorden met `stinkt`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `stinkt`

  1. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  2. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  3. geld stinkt niet (=alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan)

50 dialectgezegden bevatten `stinkt`

  1. `je gaot nog lang niet doad he jochie /messie/wijfie II: Je gaat bij lange na niet dood/hemeluh .. wat een stank. (=iemand die stinkt na poepen op het toilet/wc) (Utrechts)
  2. 't is de marulle (=het stinkt verschrikkelijk) (Nieuwpoorts)
  3. 't is nie ol gin goed dat blienkt, en slicht da stienkt! (=Niet alles wat blinkt is goud, en niet alles wat stinkt is slecht.) (Veurns)
  4. 't stienkt lik de peste (=het stinkt erg) (Veurns)
  5. ' t stinkt ier link de vorte peste (=het stinkt hier verschrikkelijk onaangenaam) (Waregems)
  6. a stinkt nor de bokken (=erg stinken) (Meers)
  7. aa iet de fles gebrauke (=als iemand erg stinkt naar parfum) (tervurens)
  8. Alsofst n jong baist op staale hest / Alsofs doe en jong baist op staale hest. (=Het stinkt hier verschrikkelijk. (Alsof je een jong beest op stal hebt staan)) (Oldambsters)
  9. As ie roekt dan wet ie of `t stinkt (=Als je ruikt dan weet je of het stinkt) (Twents)
  10. as plöddeke vööl de kaomer doe, dan stinke alle huukskes (=als een vuil, slordig iemand de kamer doet, stinkt het overal) (Tilburgs)
  11. d'n mam stink (=je moeder stinkt) (Mestreechs)
  12. d'r zit stront an de knikker (=deze zaak stinkt) (Westerkwartiers)
  13. da stienkt asun bussum (=rotte kool stinkt) (Oudenbosch)
  14. da stink oere énden ümtrèk (=dat stinkt enorm) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. da stinkt / da rukkt vaan aale 'duuvals ' (=rieken / roken, - verschrikkelijk) (oudenaards)
  16. Da stinkt nau rotte vis (=Een onaangename geur hebben) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  17. daaj mauste nog daoge èn de miëlebiëk te weeke hange (=ge stinkt uren onder de wind!) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. dae haet ein moel wie ein huuske (=hij stinkt uit z’n mond) (Heitsers)
  19. dae stink aut zën maul waaj rotte vès (=die poetst wel nooit zijn tanden, want zijn adem stinkt als rotte vis) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. dae stink waai de pês (=die stinkt als de pest) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. Dae stink wie einen otter (=Hij stinkt vreselijk) (Venloos)
  22. Dae stinkt nao de stek (=Solliciteren naar een pak slaag) (Steins)
  23. dae stinktj wie eine hoep (=hij stinkt heel erg (een hop (hoep) is een vogel die zijn nest niet schoonmaakt en enorm stinkt)) (Heitsers)
  24. dat meureft hie (=dat stinkt hier) (herenthouts)
  25. dat stinkt ' n uur ien ' e wiend (=dat stinkt enorm) (Westerkwartiers)
  26. dee ei ne mònt gelèk en ùiske (S*) (=Zijn adem stinkt) (Sintrùins)
  27. Dieje denkt da zenne stront ni stinkt (=Hij vindt zichzelf beter dan een ander) (Hoogstraats)
  28. ei stinkt gelijk de peste (=iemand met een lijfgeur) (Zottegems)
  29. ei stinkt gullèk nen bok (=iemand die hevig stinkt) (Sint-Niklaas)
  30. eig'n roem stinkt (=erg naar als iemand zichzelf prijst) (Westerkwartiers)
  31. eigen bof stinkt (=opscheppen over zichzelf) (Sint-Niklaas)
  32. Eur putsen stinkt (=Ze heeft een lijfgeur) (Zottegems)
  33. ge stinkt nae de rotte pest (=Een onaangename geur hebben) (Sint-Katelijne-Waver)
  34. stinkt uit oewe bakkes (=je stinkt uit je mond) (Bredaas)
  35. He'j ne ulk van' stap loat'n (=Heb je een bunzing uit de val gehaald (Iemand die stinkt zeggen dat hij / zij stinkt of iets stinkends achter gelaten heeft)) (Twents)
  36. Het stinkt hier: reactie: Je zult je nek wel ruiken (=het stinkt hier: reactie: hoe kom je er bij) (Utrechts)
  37. hij stinkt gelijk de peste (=hij ruikt niet fris, hij stinkt) (Aspers)
  38. Houdt je muil nou es effe dicht . i.p.v. muil kan er ook genoemd worden: bakkes, smoelwerk, smoel, pokkebek, bek(kie) , slaaiemmer, fietsenstalling (als er weinig tanden zijn) , haringkar (als iemand uit z'n mond stinkt) , rioolput (als iemand stinkt uit zijn maag) etc. (=Houd je mond !) (Utrechts)
  39. IJ stinkt as een aalteputte (=Hij stinkt vreselijk) (Zwols)
  40. je stienkt een eure in de wiend (=hij stinkt) (kortemarks)
  41. je stienkt gelik de pèste (=je stinkt of ruikt slecht) (Ostêns)
  42. je stienkt van een eure verre (=hij stinkt geweldig) (kortemarks)
  43. je stinkt lik un oe'kt oere (=fel geparfumeerd) (West-Vlaams)
  44. Je zal je nek (wel) ruiken !!! (verontwaardigde boze klank) (=Hoe kom je er bij, het stinkt hier niet (als iemand beweert dat het ergens stinkt en het stinkt er niet)) (Utrechts)
  45. Jie stink'n as 'n otter / ullek. (=Iemand stinkt erg) (Hierdens)
  46. nor wa stinktadier (=het stinkt hier naar iets) (Sint-Niklaas)
  47. poep stinkt (=of je worst lust) (brabants)
  48. Reusel, Reusel, koeien in dn wei, verkes in dn stal, 't stinkt dr overal. (=Rijmpje over Reusel, een dorp in Brabant) (Eersels)
  49. stinkgiel- de stinks oere onner de wèns aut (=jij stinkt als een varken) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. t stink waaj de pês (=het stinkt verschrikkelijk) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen