trekken

werkw.

Uitspraak:	[ˈtrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:	trek·ken
Vervoegingen:	trok (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) met kracht naar je toe halen

Vervoegingen:	heeft getrokken (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`iemand aan de haren trekken`, `een kies trekken`
Antoniem:	duwen
ergens hard/flink aan trekken	(erg je best doen voor iets)
je portemonnee trekken	(betalen)
iemand over de streep trekken	(iemand overtuigen iets te doen)
de aandacht trekken	(opvallen)

2) een tocht maken naar of door een genoemde plaats of gebied

Vervoegingen:	is getrokken (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`De eenden trokken naar het warme zuiden.`, `zes maanden door Latijns-Amerika trekken`
Synoniem:	reizen

3) een luchtstroom doorlaten

Vervoegingen:	heeft getrokken (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`De schoorsteen trekt niet goed.`

4) (bij iemand) belangstelling oproepen voor

Vervoegingen:	heeft getrokken (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`De bokssport trekt me absoluut niet.`
Synoniem:	interesseren

5) <in allerlei uitdrukkingen zonder duidelijke betekenis>

Vervoegingen:	heeft getrokken (volt.deelw.)
iets in twijfel trekken	(ergens aan twijfelen)
baantjes trekken	(in een zwembad op en neer zwemmen)
bouillon trekken	(bouillon maken door kruiden, groenten of vlees in kokend water te laten sudderen)
Ik kan er geen peil op trekken.	(ik weet niet hoe het is of zal gaan)
Ik trek het niet meer.	(ik kan het niet meer)
met je been trekken	(moeilijk lopen omdat één been niet goed mee gaat)

Zie ook:

trek

aanlokken   boegseren   extraheren   halen   krijgen   migreren   reizen   rondreizen   rondtrekken   rukken   slepen   voorttrekken   zwerven   duwen (antoniem)   

• ze trekken om het langst (=ze willen beide winnen)
• van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
• trekken aan een dood paard. (=het is een onbegonnen zaak)
• ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
• niet aan zijn trekken komen (=niet krijgen wat men wil)
Toon alle 27 spreekwoorden die trekken bevatten

Hoe kun je trekken krachtiger uitdrukken?
trekken als een lier;

• Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 aarde -: 't uitdelven van den kleigrond.
• Het in de vloeistof laten overgaan van de geur en-of smaak van de gebruikte producten (vlees, vis, wild, gevogelte of groenten) Water 'trekt' als het net niet borrelt
• (Amsterdams) iemand mogen (ik trek hem niet)
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Trekken``] Men vergelijke over de T. van het getrokken geweer en geschut de art. Handvuurwapens en Kanonnen. De helling der trekken moet ten hoogste zoo groot zijn, dat het projectiel de T. kan volgen, zonder er overheen te springen en ten minste zoo groot, dat het eene ...
• •op een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert. •een lijn aanbrengen. •een lange tocht uitvoeren. •aandacht opwekken.

Toon uitgebreidere definities

• trekken op• trekkend

• aantrekken• aftrekken• betrekken• bijtrekken• doortrekken• gelaatstrekken• intrekken• kromtrekken• meetrekken• natrekken• optrekken• overtrekken• rechttrekken• rondtrekken• samentrekken• strekken• stuktrekken• terugtrekken• touwtrekken• uitrekken

trekken (naar zich toe halen, slepen; gaan)

Is de combinatie < i>foto`s trekken< /i> correct? Zie Foto`s trekken / foto`s nemen / foto`s maken

Wat betekent trekken?

'met kracht naar je toe halen' en 'een tocht maken naar of door een genoemde plaats of gebied' en 'een luchtstroom doorlaten' en '(bij iemand) belangstelling oproepen voor' en '<
in allerlei uitdrukkingen zonder duidelijke betekenis>
'

Hoe spel je trekken?

trekken spel je T R E K K E N

Wat is een ander woord voor trekken?

Andere woorden voor trekken zijn aanlokken, boegseren, extraheren, halen, krijgen, migreren, reizen, rondreizen, rondtrekken, rukken, slepen, voorttrekken en zwerven.

Wat is het tegenovergestelde van trekken?

Een antoniem van trekken is duwen.

Zoek trekken op Woordenlijst.org
Zoek trekken op Google
Zoek trekken op Wikipedia