uitrekken

werkw.
Uitspraak:  ['œytrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·rek·ken
Vervoegingen:  gerekte uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgerekt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

door trekken of strekken langer maken of worden
Voorbeelden:  `een elastiekje uitrekken en om een pakje doen`,
`met een fotobewerkingsprogramma een gezicht op de foto uitrekken`
je uitrekken  (je zo lang mogelijk uitstrekken) `je 's morgens lekker uitrekken in bed`


Synoniemen
elongeren   lengen   opwinden   rekken   spannen   strekken   verlengde   verlengen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Verlengde 2) Uitstrekken 3) Verlengen 4) Langerworden 5) Langer maken 6) Langer laten duren 7) Zich elastisch bewegen 8) Opwinden 9) Oprekken 10) Extenderen 11) Strekken 12) Lengen 13) Spannen
  • langer worden
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitrekken?
De verleden tijd van uitrekken is 'gerekte uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgerekt'.
Wat betekent uitrekken?
'door trekken of strekken langer maken of worden'
Hoe spel je uitrekken?
uitrekken spel je U I T R E K K E N
Wat is een ander woord voor uitrekken?
Andere woorden voor uitrekken zijn elongeren, lengen, opwinden, rekken, spannen, strekken, verlengde en verlengen.

Op andere websites
Zoek uitrekken op Woordenlijst.org
Zoek uitrekken op Google
Zoek uitrekken op Wikipedia