bijtrekken

werkw.
Uitspraak:  ['bɛitrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  bij·trek·ken
Vervoegingen:  trok bij (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) (aan iets) trekken zodat dichterbij komt
Vervoegingen:  heeft bijgetrokken (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `een stoel bijtrekken`

2) geleidelijk beter bij de rest passen
Vervoegingen:  is bijgetrokken (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `de pas geverfde plek is helemaal bijgetrokken`,
`Ze is nu lastig, laat haar maar even bijtrekken.`


5 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] de plooien bijtrekken: zorgen dat de plooien van achteren bij jas of mouwvest goed zitten, wanneer de sabelkoppel wordt omgedaan.
  • [Soldatentaal, 1914] de plooien goedtrekken.
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Militair) de plooien bijtrekken, zorgen, dat de plooien van achteren bij jas of mouwvest goed zitten, wanneer de sabelkoppel wordt omgedaan.
  • 1) Herstellen 2) Zich herstellen
  • 1> een schip met spierkracht, meestal met behulp van de pikhaak of een tros, of met behulp van een lier, tegen de wal, een ander schip, o.i.d. aantrekken. Gerelateerde term: bijdraaien. 2> het inhalen van de lijnen aan de zegen, waarmee men dan de zegen naar zich toe trekt. Dit kan zowel op de hand, als met e...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op bijtrekken:
voorbijtrekken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent bijtrekken?
'(aan iets) trekken zodat dichterbij komt' en 'geleidelijk beter bij de rest passen'
Hoe spel je bijtrekken?
bijtrekken spel je B I J T R E K K E N

Op andere websites
Zoek bijtrekken op Woordenlijst.org
Zoek bijtrekken op Google
Zoek bijtrekken op Wikipedia