optrekken

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔptrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  op·trek·ken
Vervoegingen:  trok op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgetrokken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van een motorvoertuig) beginnen met rijden of harder gaan rijden
Voorbeeld:  `Mijn auto trekt niet snel op, maar de motor is in goede staat.`
Synoniem:  accelereren

2) (van mist) verdwijnen


Synoniemen
accelereren   bouwen   omgaan   omhoog stijgen   omhoogtrekken   opmarcheren   oprichten   overeindzetten   versnellen   zich begeven   zorgen voor   

Spreekwoorden en zegswijzen
• er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
• de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
• de melk optrekken (=je woord terugnemen, je belofte niet helemaal vervullen)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo
  • •door trekken iets naar boven halen. •zich naar een bepaald doel toe bewegen, meestal ten aanval. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • sneller gaan rijden vb: toen ik naast hem ging rijden, trok de auto op met hem omgaan vb: wij zijn vroeger veel met elkaar opgetrokken bouwen vb: het gebouw was opgetrokken uit klei
  • 1) Sjorren 2) Omhoog halen 3) Accelereren 4) Opbouwen 5) Ophalen 6) Omhoog trekken 7) Opmarcheren 8) Opkrullen 9) Fitnessonderdeel 10) Versnellen 11) Verrijzen 12) Naar boven hijsen 13) Omhoog stijgen 14) Hijsen 15) Overeindzetten 16) Omhooghijsen 17) Omhoogtrekken 18) Opmetselen 19) Oprichten 20) Optimmeren
  • 1> verouderde term voor jagen; het voortrekken van schepen door mensen of paarden. Genoemd in het Rijnvaart Politie Reglement van 1851. 2> het verwijderen van de rijzen (=takken, twijgen) van botperken e.d. Genoemd in: Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, 1970. nr 177 [Links: Diverse termen inzake h...
  • Eenvoudige behuizing, meestal bestaande uit één ruimte. Categorie: Bouwwerken > woonhuizen naar vorm.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met optrekken:
optrekken met

Herkomst volgens etymologiebank.nl
optrekken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van optrekken?
De verleden tijd van optrekken is 'trok op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgetrokken'.
Wat betekent optrekken?
'(van een motorvoertuig) beginnen met rijden of harder gaan rijden' en '(van mist) verdwijnen'
Hoe spel je optrekken?
optrekken spel je O P T R E K K E N
Wat is een ander woord voor optrekken?
Andere woorden voor optrekken zijn accelereren, bouwen, omgaan, omhoog stijgen, omhoogtrekken, opmarcheren, oprichten, overeindzetten, versnellen, zich begeven en zorgen voor.

Op andere websites
Zoek optrekken op Woordenlijst.org
Zoek optrekken op Google
Zoek optrekken op Wikipedia