spelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈspelə(n)]
Afbreekpatroon:  spe·len
Vervoegingen:  speelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) bezig zijn met een spel of sport
Voorbeelden:  `met zand spelen`,
`De kinderen zaten lief te spelen.`,
`een spelletje schaak spelen`

2) muziek maken of uitvoeren, of dat kunnen doen
Voorbeelden:  `een pianosonate spelen`,
`De violist speelt vals.`,
`Ik speel hobo.`

3) (iemand) voorstellen op toneel of in een film, of een voorstelling maken
Voorbeelden:  `Zij speelt de gravin.`,
`de hoofdrol spelen`,
`in een film spelen`


Synoniemen
aanbieden   acteren   bespelen   concerteren   doen alsof   dollen   doornemen   friemelen   herhalen   indienen   nazeggen   optreden   performen   plaatsvinden   presenteren   ravotten   sollen   toneelspelen   vertonen   voorstellen   voorwenden   zich aanstellen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
• va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
• tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
• stommetje spelen (=niets willen zeggen)
spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
Toon alle 29 spreekwoorden die spelen bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je spelen krachtiger uitdrukken?
de pannen van het dak spelen; de sterren van de hemel spelen; het dak eraf spelen;

9 definities op Encyclo
  • •recreatief of ontspannend bezig zijn. •muziek maken op een muziekinstrument.
  • opvoeren of uitvoeren vb: deze acteur speelt in een toneelstuk er muziek mee maken vb: zij speelt gitaar in de maat spelen [je goed aan de maat houden]
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Met het geweer -) naar eigen keus er handgrepen mede verrichten, b.v. recruten.
  • Let op: Spelling van 1914 Thans, nadat Suriname eeuwenlang heeft zien binnenvloeien menschen van velerlei landaard, bepalen welke kinderspelen zij hebben medegebracht en welke zij er vonden, is even ondoenlijk als het vinden van een afdoend antwoord op de vraag of er tusschen het oorspronkelijk speelgoed van ...
  • 1) Toneelspelen 2) Stoeien 3) Zich vermaken 4) Friemelen 5) Zich voordoen als 6) Vertonen 7) Doornemen 8) Dollen 9) Performen 10) Doen alsof 11) Concerteren 12) Herhalen 13) Vermaken 14) Spelletjes doen 15) Nazeggen 16) Bespelen 17) Musiceren 18) Voorvallen 19) Voorwenden 20) Gokken 21) Voorstellen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met spelen:
spelendspelenderwijs

Deze woorden eindigen op spelen:
afspelenbespelenbinnenspelendoorspeleninspelenklaarspelenkwispelenmeespelennaspelenopspelenoverspelentoespelentoneelspelenuitspelenverspelenWinterspelenzomerspelenzinspelenwispelenwereldspelen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
spelen (zich vermaken)

Taaladvies
  1. Wat is het meervoud van spel: spellen of spelen? Zie Spellen / spelen
  2. Waar komt de uitdrukking onder één hoedje spelen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Onder één hoedje spelen
  3. Op Oudejaarsavond spelen we altijd gezelschapsspellen.` Of zijn het gezelschapsspelen? Zie Spellen / spelen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van spelen?
De verleden tijd van spelen is 'speelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gespeeld'.
Wat betekent spelen?
'bezig zijn met een spel of sport' en 'muziek maken of uitvoeren, of dat kunnen doen' en '(iemand) voorstellen op toneel of in een film, of een voorstelling maken'
Hoe spel je spelen?
spelen spel je S P E L E N
Wat is een ander woord voor spelen?
Andere woorden voor spelen zijn aanbieden, acteren, bespelen, concerteren, doen alsof, dollen, doornemen, friemelen, herhalen, indienen, nazeggen, optreden, performen, plaatsvinden, presenteren, ravotten, sollen, toneelspelen, vertonen, voorstellen, voorwenden en zich aanstellen.

Op andere websites
Zoek spelen op Woordenlijst.org
Zoek spelen op Google
Zoek spelen op Wikipedia