toespelen

werkw.
Uitspraak:  ['tuspelə(n)]
Afbreekpatroon:  toe·spe·len
Vervoegingen:  speelde toe (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft toegespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iemand iets) geven zonder dat anderen het merken
Voorbeeld:  `iemand stiekem geld toespelen`

2) (de bal) naar een andere speler schoppen of gooien sport
Synoniem:  doorspelen


Synoniemen
alluderen   zinspelen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• iemand de zwartepiet toespelen (=iemand benadelen)
• elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
Naar de spreekwoorden

1 definitie op Encyclo
  • 1) Zinspelen 2) Insinueren 3) Aanspelen 4) Afgeven 5) Doen krijgen 6) Alluderen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op toespelen:
elkaar de bal toespelen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van toespelen?
De verleden tijd van toespelen is 'speelde toe'. Het voltooid deelwoord is 'heeft toegespeeld'.
Wat betekent toespelen?
'(iemand iets) geven zonder dat anderen het merken' en '(de bal) naar een andere speler schoppen of gooien'
Hoe spel je toespelen?
toespelen spel je T O E S P E L E N
Wat is een ander woord voor toespelen?
Andere woorden voor toespelen zijn alluderen en zinspelen.

Op andere websites
Zoek toespelen op Woordenlijst.org
Zoek toespelen op Google
Zoek toespelen op Wikipedia