nazeggen

werkw.
Uitspraak:  ['nazɛxə(n)]
Afbreekpatroon:  na·zeg·gen
Vervoegingen:  zei, zegde na (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft nagezegd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

herhalen wat door iemand anders is gezegd
Voorbeeld:  `Zeg mij na: "zo waarlijk helpe mij God almachtig".`


Synoniemen
aanbieden   doornemen   echoën   herhalen   indienen   nabouwen   napraten   presenteren   reproduceren   spelen   vertonen   voorstellen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Voorstellen 2) Indienen 3) Echoën 4) Naspreken 5) Reproduceren 6) Napraten 7) Spelen 8) Vertonen 9) Doornemen 10) Herhalen wat een ander gezegd heeft 11) Woordelijk herhalen 12) Nabauwen 13) Presenteren 14) Aanbieden 15) Herhalen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van nazeggen?
De verleden tijd van nazeggen is 'zei, zegde na'. Het voltooid deelwoord is 'heeft nagezegd'.
Wat betekent nazeggen?
'herhalen wat door iemand anders is gezegd'
Hoe spel je nazeggen?
nazeggen spel je N A Z E G G E N
Wat is een ander woord voor nazeggen?
Andere woorden voor nazeggen zijn aanbieden, doornemen, echoën, herhalen, indienen, nabouwen, napraten, presenteren, reproduceren, spelen, vertonen en voorstellen.

Op andere websites
Zoek nazeggen op Woordenlijst.org
Zoek nazeggen op Google
Zoek nazeggen op Wikipedia