I overspelen

werkw.
Uitspraak:  ['ovərspelə(n)]
Afbreekpatroon:  over·spe·len
Vervoegingen:  speelde over (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft overgespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (bij teamsport) de bal aan medespelers toespelen
Voorbeeld:  `Voor jonge pupillen is overspelen het moeilijkste wat er is.`

2) opnieuw spelen
Voorbeeld:  `Foute beoordeling van de lijnrechter; de rally wordt overgespeeld.`


II overspelen

werkw.
Uitspraak:  [ovər'spelə(n)]
Afbreekpatroon:  over·spe·len
Vervoegingen:  overspeelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft overspeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

je hand overspelen  (door zelfoverschatting te veel risico nemen (en daarvan de negatieve gevolgen ondervinden)) `uit je ambt gezet worden omdat je je hand hebt overspeeld`


Spreekwoorden en zegswijzen
• je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
• je hand overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
Naar de spreekwoorden

Herkomst volgens etymologiebank.nl
overspelen

Taaladvies
Wat is juist: promiscu gedrag of promiscue gedrag? Zie Promiscue / promiscu

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van overspelen?
De verleden tijd van overspelen is 'speelde over'. Het voltooid deelwoord is 'heeft overgespeeld'.
Wat betekent overspelen?
'(bij teamsport) de bal aan medespelers toespelen' en 'opnieuw spelen'
Hoe spel je overspelen?
overspelen spel je O V E R S P E L E N

Op andere websites
Zoek overspelen op Woordenlijst.org
Zoek overspelen op Google
Zoek overspelen op Wikipedia