bespelen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈspelə(n)]
Afbreekpatroon:  be·spe·len
Vervoegingen:  bespeelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft bespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) muziek maken op (een instrument) muziek
Voorbeeld:  `het orgel bespelen`

2) optreden voor een publiek en ervoor zorgen dat het reageert zoals jij wilt
Voorbeeld:  `De acteur bespeelde de zaal op fenomenale wijze.`
mensen om je heen/je omgeving bespelen  (mensen manipuleren zodat ze precies doen wat je wilt)


Synoniemen
spelen   

3 definities op Encyclo
  • • [ov] muziek maken op een muziekinstrument. • [ov] tot iets aanzetten.
  • er muziek mee maken vb: hij bespeelt de gitaar anderen laten doen en denken wat jij wilt vb: hij weet de mensen geweldig te bespelen
  • 1) Manipuleren 2) Naar zijn hand zetten
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bespelen?
De verleden tijd van bespelen is 'bespeelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bespeeld'.
Wat betekent bespelen?
'muziek maken op (een instrument)' en 'optreden voor een publiek en ervoor zorgen dat het reageert zoals jij wilt'
Hoe spel je bespelen?
bespelen spel je B E S P E L E N
Wat is een ander woord voor bespelen?
Een ander woord bespelen is spelen.

Op andere websites
Zoek bespelen op Woordenlijst.org
Zoek bespelen op Google
Zoek bespelen op Wikipedia