plaatsvinden

werkw.

Uitspraak:	[platsˈvɪndə(n)]
Afbreekpatroon:	plaats·vin·den
Vervoegingen:	vond plaats (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft plaatsgevonden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gebeuren

Voorbeelden:	`In juni vinden er allerlei openluchtactiviteiten plaats in het park.`, `De Wereldtentoonstelling vond in 1958 plaats in Brussel.`
Synoniem:	doorgaan (4)

gebeuren   passeren   voordoen   voorvallen   

• •gebeuren, geschieden, plaatshebben. (+audio)
• wat zich afspeelt vb: er heeft een ongeluk plaatsgevonden Synoniemen: gebeuren voorvallen geschieden passeren voltrekken plaatshebben
• 1) Voordoen 2) Gebeuren 3) Passeren 4) Voorvallen 5) Afspelen

Toon uitgebreidere definities

1. Zijn doorgaan, plaatsvinden, plaatshebben en plaatsgrijpen synoniemen? Zeggen we dat een vergadering doorgaat, plaatsvindt, plaatsheeft of plaatsgrijpt? Zie Doorgaan / plaatsgrijpen / plaatshebben / plaatsvinden
2. Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen? Zie plaatsvinden / plaats vinden
3. Wat bedoelt een taalkundige met de term loper? Zie Loper

Wat is de verleden tijd van plaatsvinden?

De verleden tijd van plaatsvinden is 'vond plaats'. Het voltooid deelwoord is 'heeft plaatsgevonden'.

Wat betekent plaatsvinden?

'gebeuren'

Hoe spel je plaatsvinden?

plaatsvinden spel je P L A A T S V I N D E N

Wat is een ander woord voor plaatsvinden?

Andere woorden voor plaatsvinden zijn gebeuren, passeren, voordoen en voorvallen.

Zoek plaatsvinden op Woordenlijst.org
Zoek plaatsvinden op Google
Zoek plaatsvinden op Wikipedia