naspelen

werkw.
Uitspraak:  ['naspelə(n)]
Afbreekpatroon:  na·spe·len
Vervoegingen:  speelde na (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft nagespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

als spel nadoen
Voorbeelden:  `De kinderen hebben nog maanden na de voorstelling allerlei scènes uit de musical nagespeeld.`,
`Hier wordt elk jaar een grote veldslag nagespeeld met honderden figuranten.`


Synoniemen
reproduceren   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Natrekken 2) Het gehoorde nadoen 3) Reproduceren 4) Imiteren 5) Spelende nadoen 6) Bijgeven 7) Kaartterm
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van naspelen?
De verleden tijd van naspelen is 'speelde na'. Het voltooid deelwoord is 'heeft nagespeeld'.
Wat betekent naspelen?
'als spel nadoen'
Hoe spel je naspelen?
naspelen spel je N A S P E L E N
Wat is een ander woord voor naspelen?
Een ander woord naspelen is reproduceren.

Op andere websites
Zoek naspelen op Woordenlijst.org
Zoek naspelen op Google
Zoek naspelen op Wikipedia