I leren

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:	le·ren

van leer gemaakt

Voorbeeld:

`een leren tas`

II leren

werkw.

Uitspraak:	[ˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:	le·ren
Vervoegingen:	leerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zorgen dat je iets kunt of weet

Voorbeelden:	`leren lopen`, `Nederlands leren`, `leren hoe je moet autorijden`
van buiten leren	(zo leren dat je het zonder hulpmiddel kunt vertellen)

2) zorgen dat iemand anders iets kan of weet

Voorbeelden:

`iemand leren schaatsen`, `iemand leren hoe je moet zwemmen`

Zie ook:

leer

aanleren   aanwennen   bedreven raken   bekwamen   bijbrengen   blokken   eigen maken   eigenmaken   gewend raken   instuderen   kennis opdoen   meekrijgen   meepikken   onderwijzen   oppikken   opsteken   studeren   verwerven   wijzer maken   

• op een oude fiets moet je het leren (=lesmateriaal is zelden nieuw)
• omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
• je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
• je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
• iemand mores leren (=wraak op iemand nemen en/of flink zeggen hoe het er voor staat)
Toon alle 6 spreekwoorden die leren bevatten

Hoe kun je met leren een ander begrip versterken?
taai als een leren lap;

• 'Leren' is het cognitieve proces van het zich eigen maken van nieuwe, of het aanpassen van bestaande, kennis, gedrag, vaardigheden, procedures, inzichten of waarden. Er is een onderscheid tussen 'incidenteel' en 'intentioneel' (schools) leren.
• •van leer vervaardigd. •kennis of vaardigheid verwerven. •kennis of vaardigheid doen verwerven. (+audio)
• ervoor zorgen dat iemand anders iets kan of weet vb: Ernst leert zijn zoon schaken Synoniem: aanleren ervoor zorgen dat je iets kunt of weet vb: ik heb deze zomer leren surfen van buiten leren [zorgen dat je het meteen weet] ik zal je leren! [ik ga je straffen]
• 1) Zich ontwikkelen 2) Bedrevenhheid verwerven 3) Bekwamen 4) Beweren 5) Doceren 6) Inlichting geven omtrent iets 7) Aanwennen 8) Lesgeven 9) Instrueren 10) Zich gewennen aan 11) Zich eigen maken 12) Zich bekwamen 13) Mededelen 14) Studeren 15) Bedreven raken 16) Doen inzien 17) Doen kennen 18) Blokken
• Het verwerven en het zich eigen maken van kennis en vaardigheden.

Toon uitgebreidere definities

• lerende

• aanleren• accumuleren• afleren• annuleren• appelleren• aquarelleren• articuleren• assembleren• assimileren• automutileren• boeleren• bricoleren• calculeren• camoufleren• capituleren• caramboleren• circuleren• clausuleren• coaguleren• condoleren

1. leren (kennis verwerven, onderrichten)
2. leren

1. Wat is juist: hbo- of wo-niveau ofhbo of wo niveau? Zie Hbo- of wo-niveau
2. Waar komt de uitdrukking iets onder de knie krijgen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Iets onder de knie krijgen
3. Kun je mensen die de leerstof makkelijk opnemen leerbare cursisten noemen? Zie Leerbare cursisten

Wat betekent leren?

'van leer gemaakt'

Hoe spel je leren?

leren spel je L E R E N

Wat is een ander woord voor leren?

Andere woorden voor leren zijn aanleren, aanwennen, bedreven raken, bekwamen, bijbrengen, blokken, eigen maken, eigenmaken, gewend raken, instuderen, kennis opdoen, meekrijgen, meepikken, onderwijzen, oppikken, opsteken, studeren, verwerven en wijzer maken.

Zoek leren op Woordenlijst.org
Zoek leren op Google
Zoek leren op Wikipedia