13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leren`
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
- de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
- de tijd zal het leren (=na verloop van tijd is er bekend hoe het gegaan is)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- iemand mores leren (=wraak op iemand nemen en/of flink zeggen hoe het er voor staat)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
- met vallen en opstaan (leren) (=door mislukkingen leren)
- omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
- op een oude fiets moet je het leren (=lesmateriaal is zelden nieuw)
22 betekenissen bevatten `leren`
- zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)
- met vallen en opstaan (leren) (=door mislukkingen leren)
- leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
- het is moeilijk de oude mens af te leggen. (=gewoonten zijn moeilijk af te leren)
- iemand uit de loog borstelen (=hem nieuwe kleren geven)
- iemand bij de kladden grijpen (=iemand bij zijn kleren grijpen)
- iets onder de knie hebben/krijgen (=iets kunnen of leren kunnen)
- iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
- iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
- iets op de spits drijven (=iets verergeren of escaleren.)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
- geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- de kunst afkijken. (=leren door te observeren.)
- omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
- een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
- in adamskostuum (=naakt, zonder kleren)
- niet volgens Lucas. (=niet controleren of iets wel klopt)
- een spreekwoord is een waar woord. (=spreekwoorden bevatten vaak waarheden of nuttige lessen waar je van kunt leren)
- een schip op het strand is een baken in zee (=van de fouten die anderen hebben gemaakt kun je zelf veel leren)
- van verre liegt men veel. (=vreemden kunnen makkelijk liegen omdat het niet te controleren is)
50 dialectgezegden bevatten `leren`
- 'k go min dochter de noad loaten doen (=ik ga mijn dochter de naaistiel laten leren) (Sint-Niklaas)
- 'k ken oe wa, 'k pak oe an (=ik ken jou wel, ik zal je een lesje leren) (twents)
- 'n meanse is nooit te old umme te leern (=een mens is nooit te oud om te leren) (Vechtdals)
- 't es wel bestèdj (=t is goed zo, hij heeft het verdiend, dat zal hem leren) (Meers)
- 't es welbestedj (=dat zal hem leren) (Meers)
- 't is stoer de olle mens oaf te schudd'n (=ingesleten gewoontes zijn moeilijk af te leren) (Westerkwartiers)
- A eit do ne scheir gedoan. (=Hij heeft daar iemand leren kennen.) (Dilbeeks)
- aachtein joeër énne bos hoeër! (=op deze ouderdom moet hij nog veel leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- alleen stoem minse blijve loemp (=nooit te blond om te leren) (Bilzers)
- d'r ao e gedacht va mouken (=Ermee leren leven) (bambrugs)
- dat vêrkë wol ich waol ës wasse (=die smeerlap wil ik wel eens mores leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès nauts te aad vër get bij te leire (=leren doe je tot je laatste dag) (Munsterbilzen - Minsters)
- De kins d' n aezel waal nao de baek leie maar um doon zoèpe kanste neet (=Domme mensen kan men niet alles leren) (Venloos)
- de kins gein aw ape liere greine (=oude rotten iets proberen te leren) (Mestreechs)
- de moes nën aaên aop geen maule leiteb trèkke (=je moet oudere mensen niet willen leren hoe ze zich moeten gedragen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nen hond nie leire biële (=je moet een oude aap geen muilen leren trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de stöp aut zën auren haole¨¨ (=beter leren luisteren) (Munsterbilzen - Minsters)
- deur schoade en schande wies word'n (=door ervaringen het vak leren) (Westerkwartiers)
- Die't niet Bildts skrive kin, mot 't 'n ander niet lere wille (=Wie niet Bildts kan schrijven, moet het een ânder niet willen leren) (Bildts)
- doë zulste nie loempër van wiëne (=van fouten kun je veel leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- doeë konste nog 'n pin aon zauke (=daar kun je nog veel van leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- éed ô moeder ô nie leren bloazen tèn (=als iemand de soep even laat staan omdat ze te heet is....zegt men) (Sint-Niklaas)
- een olifant leren kousen stoppen (=iemand niets geleerd krijgen) (Graauws)
- em goan afkeuss'n (=iemand een lesje leren) (Kortrijks)
- ès beter van innemen as van oanemen (=hij kan beter eten dan leren) (Sint-Niklaas)
- hij zal van de bok dreum'm (=wij zullen hem wel eens een lesje leren) (Westerkwartiers)
- Ich zal dich moris liere (WT) (=Ik zal je eens de les leren) (Mechels (NL))
- ich zal dich seffës ëns ën aander lidsje leire zinge (=ik ga je dadelijk een wat mores leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- Iemand bei zenne kalée pakke (=Iemand mores leren) (Walshoutems)
- Jóngk blieve kóns te lieëre óngertösse des te aojer weurs! (=Jong blijven kan je leren terwijl je ouder wordt!) (Kinroois)
- Keb òk gin lèren bakkus (=Ik wil ook wat drinken!) (brabants)
- Kgoa Em Ofdrwuggen (=iemand een lesje leren) (kortrijks)
- mèt mes en vërsjèt leiren aete (=leren hoe iets werkelijk moet) (Munsterbilzen - Minsters)
- nauts te aad vër te leire (=sommigen zullen nooit wat leren omdat ze niets begrijpen) (Bilzers)
- ne moes nie baute zën sjoen lope (=je moet eerst leren gaan, eert je begint met rennen) (Munsterbilzen - Minsters)
- nen aan oap moete geen toten leren trekken (=ge moet een oudere, meer ervaren man geen raad geven) (Sint-Niklaas)
- Nen aun aup moedde gieen toten liéren trèkn (=Een oude aap moet men geen muilen leren trekken) (Lokers)
- Ommestaon leren (=Iemand moet radicaal van gedachten veranderenen veranderen) (Giethoorns)
- Ommestaon leren (=Van houding, van idee veranderen) (Giethoorns)
- op eine auwe fits dao móste ' t leere (=op een oude fiets moet je het leren) (Sittards)
- op eine auwe fits mòste 't liërre (=Van de ouderen moet men het leren) (Steins)
- op ne auwe fiets moete gu ' t leren (=verkering hebben met 'n ouder iemand :) (Astens)
- op nen aaë fits moeste leire vaore (=oude vrouwen leren je hoe je jonge meisjes bespeelt) (Munsterbilzen - Minsters)
- op'n kale k.t moeit leern (=op een oude fiets moet je het leren) (Klazienaveens)
- ram van baute leire (=helemaal uit 't hoofd leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- seffes koeëm ich ès aaterum (=dadelijk kom ik je eens mores leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- t is geine stómmerik dae niks kintj, waal eine dae niks lieëre wiltj (=je bent niet dom als je niks kunt, maar wel dom als je niks wil leren) (Heitsers)
- tès ammël mér ne wieët, zaach te boer, en hae bond zëne sjoen mèt në piering (=in het leven moet je je plan leren trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- tied zal 't leer'n (=de tijd zal het leren) (Westerkwartiers)
- uut de kop leer'n (=uit het hoofd leren) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen