assimileren

werkw.

Uitspraak:	[ɑsimi'lerə(n)]
Afbreekpatroon:	as·si·mi·le·ren
Vervoegingen:	assimileerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geassimileerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

je aanpassen aan je omgeving

Voorbeeld:

`integreren maar niet assimileren tot een niveau waarop je je eigen cultuur verliest`

aanpassen   

• 1) In voedingsstof omzetten 2) Zich aanpassen 3) Opnemen 4) Gelijkmaken 5) Aanpassen 6) Gelijkvormig maken
• aanpassen
• Als immigranten zich aanpassen en steeds meer elementen van de overheersende cultuur overnemen.
• Begrippenlijst: Dekolonisatie - Vooral in Franse koloniën gold de eis dat de inheemse bevolking zich `aanpaste` aan de Franse cultuur.
• gelijkmaken Jaar van herkomst: 1650 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

assimileren (gelijkvormig maken, gelijkstellen, opgaan in)

Wat is de verleden tijd van assimileren?

De verleden tijd van assimileren is 'assimileerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geassimileerd'.

Wat betekent assimileren?

'je aanpassen aan je omgeving'

Hoe spel je assimileren?

assimileren spel je A S S I M I L E R E N

Wat is een ander woord voor assimileren?

Een ander woord assimileren is aanpassen.

Zoek assimileren op Woordenlijst.org
Zoek assimileren op Google
Zoek assimileren op Wikipedia