7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verkeerde`
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- hoe geleerder, hoe verkeerder (=wie te geleerd is mist soms eenvoudig gezond verstand)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- met het verkeerde been uit bed stappen (=een slecht humeur hebben)
- op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting maken)
- op het verkeerde paard wedden. (=zich misrekenen)
9 betekenissen bevatten `verkeerde`
- het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
- op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting maken)
- het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- niet aan het juiste adres zijn (=iets aan de verkeerde persoon vragen)
- de Breeveertien opgaan (=verkeerde dingen doen)
- iets op zijn kerfstok hebben (=verkeerde dingen gedaan hebben)
- wat men aan het zaad spaart verliest men aan de oogst (=verkeerde zuinigheid is niet goed)
- ook de beste boom geeft slechte vruchten (=zelfs goede ouders kunnen kinderen hebben die het verkeerde pad inslaan.)
36 dialectgezegden bevatten `verkeerde`
- 'n kers opstaeke vör d'n duûvel (=aan de verkeerde persoon eer bewijzen) (Weerts)
- A horluge stoat op Sottegem (=Je hebt de verkeerde tijd) (Bambrugs)
- aan de maag eure kant drinke (=aan de verkeerde kant van het kopje koffie / thee drinken) (Venloos)
- as te kat van haus ès, ès doeë nog altijd de poes van de geboeëre (=met het JUISTE been uit 't verkeerde bed stappen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij den dievel te biechte goën (=bij de verkeerde persoon zijn beklag gaan doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- da sköt hum ' t verkeerdn keelgat in. (=dat schiet hem in het verkeerde keelgat) (Vechtdals)
- De duiven kommen van over (=De duiven komen uit de verkeerde richting) (Bevers)
- de duvel sjietj altied op dezelfdje houp (=dat komt op de verkeerde plek terecht; mensen die het al goed hebben krijgen alleen nog maar meer) (Heitsers)
- de Frank staot nie 'ôoghe (=een slecht humeur hebben, met het verkeerde been uit bed zijn gestapt) (Zeeuws)
- de plank nogal ès misslon (=geregeld verkeerde beslissingen nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zaes is daverwaat (=als een zeis gegolfd is, omdat hij in de verkeerde richting is geslepen) (Heitsers)
- Di-j zeuktj 't vêt inne hóngsstâl (=Ze bezuinigt op de verkeerde manier) (Weerts)
- ederen daâg sterzaat és ouch e geregeldj laeve (=ook verkeerde gewoontes kunnen inburgeren) (Weerts)
- één 'n rad veur d'oog'n draai'n (=iemand op het verkeerde been zetten) (Westerkwartiers)
- één om 'e tuun leid'n (=iemand op het verkeerde been zetten) (Westerkwartiers)
- Een op gemaekte mouwe (=Een verkeerde voorstelling van zaken) (Giethoorns)
- Een opgemaakte mouwe (=Een verkeerde voorstelling vaken geven) (Giethoorns)
- èm bè den bok zetten (=iemand bedriegen, op het verkeerde spoor zetten) (Meers)
- hae hèttet boeltsje platgegojd (=de kraanmachinist gaf er een verkeerde draai aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae kratstj zich woeë d’r geine jäök haet (=hij lost de verkeerde problemen op, het zal hem nog wel eens opbreken) (Heitsers)
- hae zeuktj 't vet inne hóngsstâl (=hij bezuinigt op de verkeerde manier nl. op onbelangrijke dingen) (Weerts)
- Hi'j hèt zich 'n luu:s in de kraag gepoa:t (=Hij heeft een verkeerde beslissing genomen; is aan hemzelf te wijten) (Diems)
- Hij es mee 't verkeerde been uit zijn bedde gestapt (=Hij is niet goed geluimd) (Wetters)
- hij is met 't verkeerde been uut berre stapt (=hij is vandaag erg prikkelbaar) (Westerkwartiers)
- Hij is van 'achter de dom`. hij is van de verkeerde kant, nicht, natte nel, van de klets, hij loop met een gulden in z'n reet. (=Hij is homoseksueel) (Utrechts)
- hij rakt aal verder van huus (=het gaat met hem de verkeerde kant uit) (Westerkwartiers)
- hij sloeg de plaank mis (=hij nam de verkeerde beslissing) (Westerkwartiers)
- op 'n slecht spoor zitt'n (=op de verkeerde weg zijn) (Westerkwartiers)
- peerd'n die de hoaver verdien'n krieg'n 't niet (=de beloning komt bij de verkeerde terecht) (Westerkwartiers)
- roi haar en schoiersstreken kunde nie wegfokken (=verkeerde gewoonten zijn moeilijk te veranderen) (Lierops)
- ut vet in dun haondsnest zuuke (=op een verkeerde manier bezuinigen) (Heezers)
- vét in d'n honingstâl zeuke (=op de verkeerde plaats zoeken) (Weerts)
- vür terdievel n kaas aoënstaeke (=de verkeerde een pluim geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- We zimme geleik van de waark ount rijn (=We zijn op de verkeerde weg aan het rijden) (Bevers)
- z¨ne stieël èn de verkeirde bossël staeke (=met de verkeerde vrouw trouwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zuunig wéén en 't geld verzoep'm (=verkeerde zuinigheid) (Epers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen