8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `einde`
- als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
- de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
- het einde kroont het werk (=het werk is pas goed gedaan als het klaar is)
- het einde van het liedje (=het einde van iets goeds)
- van heinde en verre (=van alle kanten, vanuit alle landen)
- wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
37 betekenissen bevatten `einde`
- er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan (=aan alles komt een einde)
- elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- paal en perk stellen (=de grens leggen / een einde stellen aan)
- je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
- de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt)
- doorgaan tot het gaatje (=doorzetten tot het einde is bereikt)
- een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
- je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
- veel gewrijf en geschrijf (=eindeloze gedachtewisselingen)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- de alfa en omega (=het begin en het einde)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
- het einde van het liedje (=het einde van iets goeds)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- van eeuwigheid tot amen duren (=iets duurt heel erg lang, er komt maar geen einde aan)
- wie het laatst lacht, lacht het best (=pas aan het einde kan je zien we gewonnen heeft)
- als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
- tot in lengte van dagen (=tot het einde der tijden)
- per slot van rekening (=uiteindelijk)
- summa summarum (=uiteindelijk - tenslotte)
- zo het handje thuis tost, tost het nergens (=uiteindelijk gaat er niets boven het eigen huis)
- jong en oud, op het eind wordt alles koud. (=uiteindelijk gaat iedereen dood.)
- een kat komt altijd weer op zijn poten terecht. (=uiteindelijk komt het toch weer in orde.)
- met een sisser aflopen (=uiteindelijk viel het mee)
- van a tot z (=van het begin tot het einde /met alles erop en eraan)
- vele kleintjes maken een grote (=veel kleine stukjes leveren uiteindelijk ook een geheel op)
- wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
- wie wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
- hardlopers zijn doodlopers (=wie te snel begint, haalt misschien het einde niet)
- twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
- de aanhouder wint (=wie volhoudt, zal uiteindelijk succes hebben.)
50 dialectgezegden bevatten `einde`
- 't e 't jiwig leev'n aam'm (=er komt maar geen einde aan) (Wevelgems)
- 't ê-ënt ... (te lochtijnk) (=op het einde van ... (de tuin)) (Kaprijks)
- 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
- 't venien zit em in 'e steert (=aan het einde komt nog tegenslag) (Westerkwartiers)
- ' t ende nie zieën (=het einde niet zien) (Veurns)
- a gontj ni lank nimmer trekk'n (=zijn einde is in zicht) (Meers)
- dae haet ’t book al ómgedrage (=hij is er (al) klaar mee
(aan het einde van de H. Mis ‘draagt de pastoor het boek om’)) (Heitsers)
- dae haet ane waaj geluchtj (=hij kwam erachter dat het hard werken was (de waaj zit aan het einde van een vissenfuik en het is zwaar werk om die op te halen = luchte); zich in de vingers snijden (fig.) kruidenierswaren uit de koloniën) (Heitsers)
- dat gijt uut as 'n nachtkeers (=daar komt ongemerkt een einde aan) (Westerkwartiers)
- de bocht inkorten (=ergens een einde aan maken, naar bed gaan) (Helders)
- de moes nauts zën aa sjoen voert goeje vërdatste nauw hëbs (=wacht altijd het einde af alvorens een onherroepelijke beslissing te nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wal keert 't schip (=er komt vanzelf een einde aan de malaise) (Westerkwartiers)
- Des oalling t'eine on (=Dat is helemaal aan het einde) (Brabants)
- dievel: Zijn'n dievel es doeëd (=Hij is aan het einde van zijn Latijn) (Lebbeeks)
- en toen sjaet de koe en neep ze ‘t gaat toe (=een einde aan het verhaal breien als je niets anders meer weet te zeggen) (Heitsers)
- en toesj komt er e vèirken mi ne lange snuitrken(tje) met een lange snuit en t vertelsjelk'n es uit (=einde van een verhaaltje:) (Meers)
- guinter tend'n (d) (=daar op het einde) (Waregems)
- Hae is gans aafgebrend (=Aan het einde van zijn Latijn zijn) (Sittards)
- Hea is zoeë vaerdig wie é communiejeske. (WT) (=Hij is aan het einde van zijn latijn) (Mechels (NL))
- het ergste ès dat ich oppet einde van me geld nog vieël moend ieëverhëb (=geld en tijd om het op te maken gaan nooit tesamen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich ben ont einde van me latijn (=ik geef het op!) (Bilzers)
- Ich hou de pin d'r in. (=Ik maak er een einde aan.) (Valkenburgs)
- ie jes tend'n, z'n leer es of (=hij is aan 't einde van zijn krachten) (Waregems)
- ij got nie lenge ne mir trek' n (=zijn einde is in zicht) (Brakels)
- Ik heb ze komokoffers langs de straat gezet. (=Vuilniszakken met persoonlijke eigendommen, meestal na einde relatie) (Rotterdams)
- ip eleefd (=ten einde krachten (stervende)) (Waregems)
- J' e tenn' n (=Hij is ten einde raad.) (Zwevegems)
- Jè PiepeDwu (=hij is op het einde van zijn krachten) (Kortrijks)
- jè tenn (=hij is op het einde krachten) (Kortrijks)
- je zat er tweîsdeure (=hij was aan het einde van zijn krachten) (Kortemarks)
- jis tgat of (=hij is ten einde krachten) (Lichtervelds)
- kretsë vër het einde van de moend te haole (=schrapen op de eindjes aaneen te krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- NÉÉÉÉÉ NIKS ! ( je hoort me toch? ) (=Daar komt niets van in, dat gaat niet gebeuren, echt niet, einde discussie) (Utrechts)
- oep t' scheiten van de mart (=op het einde) (Wuustwezel)
- olling tot tène toe (=helemaal tot het einde) (Schijndels)
- on et einde van ze latijn zin (=alles al uitgeprobeerd hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- Over je einde (=Geweldig) (Amsterdams)
- Sjloes (=einde verhaal) (Amsterdams)
- tegenan tende (=ergens op het einde) (Brugs)
- tende gat zien (=ten einde krachten zijn) (Veurns)
- tende ze Latien zien (=ten einde raad zijn) (Veurns)
- tenn'n oas'm zin (=ten einde adem zijn) (Zwevegems)
- tiege de lamp luipe (=er komt een einde aan zijn toeren) (Opglabbeeks)
- Tippie van zuudende (=Het uiterste einde van Zuid Giethoorn) (Giethoorns)
- tis un gebed zonde ende (=het is een gebed zonder einde / er komt geen einde aan de situatie/ een kind/persoon/situatie dat niet te handhaven is) (Utrechts)
- Tis zoender ende (=Er komt geen einde aan) (Ostêns)
- tot de lèsteman de zak opgeve (=tot het einde blijven) (Oudenbosch)
- tstopt gelijk een mande zonder gat (=een nietszeggend einde (van film) ) (Brakels)
- van den nest tot 'n ende (=van het begin tot aan het einde) (Zottegems)
- van esnende (=van begin tot einde) (Gavers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen