7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `roeren`
- de mond roeren (=van zich laten horen, spreken)
- de trom roeren (=veel ophef maken)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- een tere snaar aanroeren (=spreken over iets waar men beter niet over had gesproken)
- geen vin verroeren (=heel stil zonder beweging zijn)
- goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
- je kaken roeren. (=goed eten of praten.)
7 dialectgezegden bevatten `roeren`
- deur mekaarn roenkelen (=door elkaar roeren) (Zeeuws)
- Die gruit de spinnewebben niet veur de mond (=Die durft de mond wel te roeren) (Drents)
- flienk deur de hort roeren (=er een potje vanmaken) (Zeeuws)
- je moe gie do je stert nie gon roeren (=gij moet u daar niet gaan moeien) (Veurns)
- Van sich af spijje (=zijn mondje danig roeren) (Genneps)
- zèenen tetter roeren (=het hoge woord voeren) (Wichels)
- zèn toot blijve roeren (=niet kunnen ophouden met praten) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen