Spreekwoorden met `lagen`

Zoek

19 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `lagen`

  1. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  2. beslagen ten ijs komen (=goed voorbereid zijn)
  3. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  4. goed beslagen (=met de nodige kennis en ervaring)
  5. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  6. het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
  7. in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
  8. in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)
  9. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  10. met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
  11. met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
  12. met stomheid geslagen (=plotseling geen woord meer kunnen zeggen)
  13. met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
  14. onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
  15. steen en been klagen (=constant en hevig klagen. (klagen bij alles wat heilig is, bv. botten (=been) in een graf (=steen)))
  16. uit de lijken geslagen (=totaal van zijn stuk gebracht)
  17. uit het veld geslagen zijn (=helemaal van streek zijn)
  18. uit zijn lood geslagen zijn (=verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet)
  19. wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)

39 betekenissen bevatten `lagen`

  1. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  2. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  3. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  4. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  5. oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
  6. op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
  7. wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
  8. in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
  9. steen en been klagen (=constant en hevig klagen. (klagen bij alles wat heilig is, bv. botten (=been) in een graf (=steen)))
  10. eind goed, al goed (=de tegenslagen zijn gauw vergeten als het goed afloopt)
  11. op je baadje krijgen (=een pak slagen krijgen)
  12. op de wipstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  13. op de wip zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  14. op de schopstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  15. ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
  16. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  17. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  18. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  19. van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
  20. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  21. ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
  22. in iemands zakken zitten (=iemand plagen)
  23. de pik op iemand hebben (=iemand voortdurend plagen of aanvallen)
  24. iemand op de kast jagen (=iemand zijn goede humeur doen verliezen door plagen)
  25. wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
  26. kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
  27. met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
  28. het in Keulen horen donderen (=met stomheid geslagen zijn)
  29. het staal wordt in de wind gehard. (=moeilijkheden en tegenslagen kunnen je sterker maken)
  30. geen krimp geven (=niet opgeven, doorgaan zonder te klagen)
  31. de zak krijgen (=ontslagen worden)
  32. de schop krijgen (=ontslagen worden)
  33. op de keien komen (=ontslagen worden)
  34. op straat staan/zitten (=ontslagen zijn - geen onderdak meer hebben)
  35. de vuurproef doorstaan (=slagen in de moeilijke onderneming)
  36. je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
  37. je hand overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
  38. in zak en as zitten (=terneergeslagen zijn (oorspronkelijk: Joodse rouw))
  39. het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt)

8 dialectgezegden bevatten `lagen`

  1. Aermoei dat do waos: de meis loege doed èn de frigo (=Armoede dat daar was: de muizen lagen dood in de koelkast.) (Genker)
  2. Den tas (=Zolder of schuur waar gedorste graanschoven lagen) (Walshoutems)
  3. dur laage unne maacht kestannies (=daar lagen veel kastanjes) (Tilburgs)
  4. ich hoch de kroenkele èn men dêrm (=mijn darmen lagen in een knoop) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. In miejer op de kassau laugen drau rau auren mi ne parau derbau (=In Mere op de kassei lagen 3 rauwe eieren met een prei erbij) (Meers)
  6. op ut bènkske laag un plènkske èn un tèngske. (=op het bankje lagen een plankje en een tangetje.) (Tilburgs)
  7. Volgens mij lagen ze te kezen. (=Volgens mij lagen ze te slapen.) (Snekers)
  8. We lagen blauww (=Wat hebben we gelachen) (Bosch)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen