838 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je`
- iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- iets op je vingers kunnen natellen (=iets erg gemakkelijk kunnen nagaan/checken)
- ik geloof er in als een jood in jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
- ik help je dat wensen (=ik hoop het wel voor je!)
- ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
- ik zal je krakepitten (=ik zal je krijgen!)
- in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)
- in het huisje wegen (=uiterst nauwkeurig het gevraagde gewicht geven)
- in het lijntje lopen (=dienstbaar zijn)
- in het ootje (=influisteren)
- in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
- in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
- in het verdomboekje staan (=geen goed meer kunnen doen)
- in het zakje blazen (=een ademtest ondergaan)
- in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
- in zijn nopjes zijn (=erg blij ergens mee zijn)
- in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezier hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
- instorten als een kaartenhuisje (=plots en snel in elkaar zakken, tenietgedaan worden)
- Jantje Contrarie (=iemand die nooit akkoord is)
- Jantje lacht en Jantje huilt (=kind dat vaak huilt maar direct ook weer lacht)
- je (te) sappel maken (=je (te) druk over iets maken)
- je aan een ander spiegelen (=je vergelijken met een ander)
- je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- je als een kat in een vreemd pakhuis voelen (=je ergens niet thuis voelen)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je anker kappen/lichten (=er met spoed vandoor gaan)
- je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
- je bekomst ergens van hebben (=ergens genoeg van hebben)
- je bent de bovenste beste (=je bent een goeie)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
- je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
- je beste beentje voor zetten (=je uiterste best doen)
- je bivak opslaan (=ter plaatse blijven)
- je blind staren op (=te veel naar één eigenschap kijken)
- je boontjes op iets te week leggen (=stellig op iets rekenen)
- je botten kunnen tellen (=erg mager zijn)
- je buik op de leest slaan (=te veel eten)
- je de ogen uit het hoofd schamen (=erg beschaamd zijn)
- je de wet niet voor laten schrijven (=geen bevelen accepteren van een ander)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
- je draai nemen (=van mening veranderen)
- je draai niet kunnen vinden (=ergens niet kunnen aarden)
- je draai vinden (=zijn plekje vinden)
- je druk maken over (=je kwaad maken om, je aantrekken van)
585 betekenissen bevatten `je`
- je druk maken over (=je kwaad maken om, je aantrekken van)
- daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
- op twee oren slapen (=je mag gerust zijn)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
- je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
- iets op de hals halen (=je met een probleem laten opzadelen)
- gasten en vis blijven maar drie dagen fris. (=je moet als gast niet te lang blijven.)
- hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
- vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- wie maaien wil moet zaaien (=je moet er iets voor doen om iets te verkrijgen)
- wat de mens zaait zal hij maaien (=je moet er iets voor doen, als je wat wil krijgen)
- krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)
- achterin de fuik zit de paling (=je moet geduld hebben)
- bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
- je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- verplant geen oude bomen (=je moet geen oude mensen uit hun vertrouwde omgeving halen)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- roeien met de riemen die je hebt (=je moet het doen met de middelen die je hebt.)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- bederf geen struif om een ei (=je moet het geheel niet afkeuren voor één gebrek)
- je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
- een zwarte kat krabt niet (=je moet je niet laten leiden door je angsten)
- je kan niet de kool en de geit sparen (=je moet keuzes maken)
- je moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
- de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
- allemans neus is geen kapstok. (=je moet niet alles aan iedereen vertellen.)
- rijd een paard de rug niet stuk (=je moet niet altijd te veel eisen)
- `t Mag vloeien, `t mag ebben. Die niet waagt zal `t niet hebben (=je moet niet denken als je niets onderneemt dat ze het dan bij je thuis komen bezorgen)
- de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
- verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)
- je moet een gegeven paard niet in de mond kijken (=je moet niet te kritisch zijn over cadeaus, of koopjes)
- denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
- wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
- het ijzer smeden als het heet is (=je moet op het juiste moment de kansen grijpen en dingen doen)
- de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
- kleine potjes hebben grote oren (=je moet uitkijken met wat je zegt als er kinderen bij zijn)
- waar geen vis is, is haring ook vis (=je moet voor alles moeite doen)
- wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
- wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (=je moet waardering hebben voor het geringe)
- wie slaapt vangt niks (=je moet wel opletten)
- roei met de riemen die je hebt (=je moet werken met de middelen die men heeft)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- ken straten voor stegen (=je moet weten tot wie men zich wendt)
- wie nood heeft moet pompen. (=je moet zelf initiatief nemen om je problemen op te lossen)
- had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
- zo gesloten zijn als een oester (=je mond niet opendoen en een geheim bewaren)
- schaamte de kop afbijten (=je niet meer schamen)
- je op een afstand houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien)
- je op de vlakte houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien, geen duidelijk oordeel geven)
50 dialectgezegden bevatten `je`
- As 't einen hónd waas, hat te dich al lang gebete (=je kijkt erover heen, maar het staat vlak voor je) (Venloos)
- As 't er iën'n in 't Schelde springt moe d'r nie achter springen (=je hoeft anderen niet na te apen - niet in alles te volgen) (Wichels)
- as ’t raengentj en de zon sjientj, den is ’t kèrmes inne hèl (=je hebt gelijktijdig een goede en slechte situatie en dat levert meestal niet veel goeds op) (Heitsers)
- as aete fraete, en vraaje poeppe wieëd èsset geloof wijd noeë de K. (=je kan het ook doen, met heelwat fatsoen) (Munsterbilzen - Minsters)
- As d'r nen Mona Lisa op de baank (e) zit kriegie nen kearl 't hoes nich oet.* (=Als er een Mona Lisa op de bank zit krijg je de man de deur niet uit) (Twents)
- as de as brèktj vèltj de ker (=aan een ‘als redenering’ achteraf heb je niks) (Heitsers)
- As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor 'slaat' (=De verleiding) (Giethoorns)
- As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor slaat (=verleiding) (Giethoorns)
- As de katn moezt dan mieauwt ze nig (=Als je lekker aan het eten bent) (Twents)
- as de meule klap'm gef, piep'm de jong'n (=janken als je klappen krijgt) (Klazienaveens)
- as de piepële hoj aete (=je hebt je weer wat laten wijsmaken) (Munsterbilzen - Minsters)
- As de zunne zit in 't westen bin de luien op zien besten (=je kunt beter overdag werken, de avond is kort) (Giethoorns)
- As de zunne zit in 't westen, bin de luien op zien besten (=je kunt beter overdag werken, de avond is kort) (Giethoorns)
- as dengeltjes luie motte nie in de prosessie gaon (=waar het goed is moet je blijven) (Oudenbosch)
- As dich neet luusters zet ik diene kop tösse twië oëre. (=Als je kind niet luistert.) (Venloos)
- as dit neet good is lègks se d’r de kop mer bie neer (=als je dit niet lust dan heb je pech) (Heitsers)
- as edere mins 'nen ângere gelökkig zoo-j make, woor edereîn gelökkig (=verbeter de wereld, begin bij je zelf) (Weerts)
- as eemes alles wis, waas boôre gein aardigheid (=als je iets al van tevoren zou weten) (Weerts)
- As er geen soos bij ès, hoehgste dich nie te bèèë. (=Als er geen saus bij is, hoef je niet te bidden.) (Genker)
- as et krievelt moeste krabbe (=als je goesting hebt, moet je zorgen dat het vanzelf overgaat) (Munsterbilzen - Minsters)
- as g'et mo wet (=als je het maar weet) (Brussels)
- As ge 't dees op et zèede mor vier uur'n van Gent nie mieër (=Aan deze maaltijd zul je wel genoeg hebben) (Wichels)
- as ge 't moar begrèpt wôr (=Als je het maar begrijpt he) (Bosch)
- as ge ' t nie wit, dan mottut behanguh (=iets anders doen als je er niet uitkomt) (Moerdijks)
- As ge da mor wit (=Als je dat maar weet) (Hams)
- As ge de mer lait. (=Als je dat maar laat.) (Eersels)
- as ge me oe ermoei geen road wit, ben de nie werd de ge ze het (=als je met je armoede geen raad weet ben je niet waard dat je ze hebt) (Heezers)
- As ge nen 'ond mee een 'oëken op ziet goa'der mee mee (=je vertrouwt anderen te snel) (Wichels)
- as ge ni oud wilt weurre moet a mor joenk oephange (=als je niet oud wil worden moet je je maar jong ophangen) (Antwerps)
- As ge nie goewd nor de mister loistert, dan kriede un draoi um oew orre (=Als je niet goed naar de meester luistert krijg je een draai om je oren) (Liessents)
- as ge ou bakkes nie aat (=als je niet zwijgt) (Hams)
- as ge ut nie mir wit, dan pur en kit (=Als je het niet meer weet, gebruik dan purschuim en kit) (Kaatsheuvels)
- As ge van 'n duvel sprikt zie-de / tert-e op zèen'n stèert (=Als je over de duivel spreekt zie je / trap je op zijn staart) (Wichels)
- As ge van Gimmert nor Nuene rijdt, dan komde langs dn brouwer (=Als je van Gemert naar Nuenen rijdt, dan kom je langs Bavaria) (Liessents)
- as ge-t mar nie begaojt (=als je het maar niet te bont maakt) (Tilburgs)
- as genoeg nog te weineg ès, ès niks nog goed genoeg (=wees tevreden met wat je hebt en jaag niet op dingen die je niet hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
- as gij oewe kop mar houw (=als jij je mond houd) (Geldermalsens)
- as het raengert, doen vae waaj èn mestriech, vae loeêten het mér valle (=wat ga je er aan doen, als het wil regenen, regent het maar) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich ne voeëgel wor dan vloeëg ich wijd van haus....mér ich kan nie vlieëge en doeëmèt voeëgel ich mér taus (=je moet het leven nemen zoals het is) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich ter mene vinger nie kan ènstaeke (=ik geloof je niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich tich wor, kroeëmde ich mèr ès stillekes op (=wil je misschien opkrassen) (Munsterbilzen - Minsters)
- As ie d`r ene zear wilt doon, mot ie 'n stoomp mes nemm'n (=Als je iemand pijn wilt doen, moet je een stomp mes nemen.) (Twents)
- as ie oe bek ewm hoalt, dan kunt wie normaal kuieren. (=als jij je mond even houdt, kunnen wij normaal overleggen.) (Twents)
- As ie oe ies wat vraogt, mu'j niet overal op antwoorden (=Als hij je iets vraagt moet je niet overal op antwoorden) (hoogeveens)
- As ie roekt dan wet ie of `t stinkt (=Als je ruikt dan weet je of het stinkt) (Twents)
- as ie wilt flitsen mot ie de boks, bokse loat`n zakken.* (=als je wilt flitsen dan moet je de broek laten zakkken.) (Twents)
- As ik dit, as ik dat, ase is verbraande turf (=je kunt mij nog meer vertellen) (Giethoorns)
- As ik dit, as ik dat, ase is verbraande turf (=je kunt me nog meer vertellen) (Giethoorns)
- as ik oe raoje maag (=als ik je een goede raad mag geven) (Tilburgs)
- As is verbraande törf (=Aan `als` heb je niks) (Drents)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen