24 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `varken`
- als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)
- als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
- als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
- als het varken zat is, gooit het de bak om. (=gezegd als iemand geen dankbaarheid toont)
- boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
- dat slaat als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
- dat varkentje zullen we even wassen (=deze opdracht zullen we even uitvoeren)
- de een scheert schapen, de ander varkens (=het is ongelijk verdeeld in de wereld)
- de varkens geschoren hebben (=weinig opbrengst hebben)
- de vuilste varkens willen altijd het beste stro. (=mensen die het niet verdienen willen evengoed het beste)
- een blind varken vindt ook nog wel eens een eikel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- eten als een varken. (=ongemanierd eten.)
- het varken is door de buik gestoken (=de zaak is vooraf bedisseld)
- het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
- het varkentje wassen (=een klusje wel even doen)
- rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
- schreeuwen als een mager varken (=vreselijk schreeuwen)
- twee ruggen uit een varken willen snijden (=uit één ding dubbel het voordeel willen halen)
- varkensvlees onder de armen hebben (=erg lui zijn)
- veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
- vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
- wie een varken is moet in het schot (=wie voor het ongeluk geboren is, hoeft geen geluk te verwachten)
- zo dom als het achtereind van een koe/varken (=erg dom)
30 dialectgezegden bevatten `varken`
- 'n kotlett, das is e stukske van e vèrke zenne rug (=een kortelet, das een stuk van een varken) (Lummens)
- 't es ol goe da van 't virken komt (=varken) (Waregems)
- 't veirken sloebert alles op (=het varken slobbert alles op) (Sint-Niklaas)
- A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
- blik en t varken (=stoffer en blik) (Lekkerkerks)
- de pensbeis authange (=het varken uithangen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dië ka gie vèirken tegenougen (=o-benen, wordt gezegd over iemand met O-benen (het varken zou er tussenglippen)) (Meers)
- e gat is e gat zeite boer en haa poepte zaan veireke (=een achterwerk is een achterwerk zei de landbouwer, en hij vrijde met zijn varken) (herenthouts)
- e zeunow (=het achterste van een varken) (Kaprijks)
- een arken nar zèen varken / een oarken nar zèen voarken (=een aardje naar zijn vaartje) (Wichels)
- een zende van 't geslee (g) 'n zwijn (=een portie voor de buur na het slachten van een varken) (Waregems)
- Gin één vèrke dè zo oud wordt (=Geen één varken dat zó oud wordt. (als opmerking bij het bereiken van een (hoge) leeftijd) ) (ossies)
- hae holde beisteraaj aut (=de slachter hing het varken uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- hai wiekt as un vèrekke (=hij gilt als een varken) (Helmonds)
- het verk'n keelt (=het lawaai van een varken in doodstrijd) (Brakels)
- ic hëb zau get waaj ë wild verkë èn mich zitte, mèr ich loêt ëm nie ielke daog aut (=ik heb een wild varken in me zitten, maar hij mag niet iedere dag los) (Munsterbilzen - Minsters)
- iës zoette de derm ènt vèrke en nau zittet vèrke èn de derm (=we hebben het varken geslacht) (Munsterbilzen - Minsters)
- ij es zuu stom oas 't peerd van kristus en da was nen ezel (=hij is zo stom als het achterend van een varken) (Gents)
- ik goa nie vur un stukske worst un hil vereke (vent) in haus hoalen! (=Ik ga voor een stukje worst geen heel varken (een man) in huis halen!) (Brabants)
- kaeke waaj ë vêrke da ze slachte (=schreeuwen als een varken in doodsnood) (Munsterbilzen - Minsters)
- lëlëk verkë (=lelijk varken !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Nen boer en een zog hebbe noot genog (=Een boer en een varken hebben nooit genoeg) (Reusels)
- sneurreke as e verreke (=snurken als een varken) (Winksels)
- stinkgiel- de stinks oere onner de wèns aut (=jij stinkt als een varken) (Munsterbilzen - Minsters)
- Un vêrreke anzette (=Een varken gaan vetmesten) (brabants)
- Ut keuje drult lekker deur de blub (=Het varken rolt lekker door de modderpoel) (Ewijk (Euiwwiks))
- Vètt¨*e vêrkë hëbbë aoën ielkë paut ne zal mael hange (=om vet te worden eet ieder varken ongeveer 4 zakken (van 50 kilo) meel) (Munsterbilzen - Minsters)
- Wa 'n keuie! (=Lomp persoon / vrouwelijk varken / lelijke dikke vrouw) (Maas en waals)
- zoe loemp as het aaterste van e vêrke ; zoe loemp as het piëd van Kristus (=zo stom als het achtereind van een varken) (Bilzers)
- zoë slum as 't aggeste van e verreke (=zo slim als het achterste van een varken) (Winksels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
