Spreekwoorden met `ti`

Zoek


204 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ti`

  1. op til zijn (=dingen zijn op dit moment gaande (met name veranderingen))
  2. oude bokken hebben stijve horens (=oude mensen hebben vaak vaste gewoontes die maar moeilijk kunnen veranderen)
  3. over het paard getild zijn (=te veel eigendunk hebben of een naar karakter hebben, doordat je zoveel geprezen of verwend bent)
  4. over het paard tillen (=er te veel goeds van zeggen / verwend en geprezen zijn)
  5. over het paard tillen. (=iemand te veel prijzen, zodat hij verwaand wordt)
  6. Pietje de dood maait altijd. (=doodgaan is onvermijdelijk)
  7. ratione officii (=ambtshalve) (Latijn)
  8. roepen in de woestijn (=niet gehoord worden)
  9. ruiten tikken (=inbreken)
  10. ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
  11. salva ratificatione (=behoudens bekrachtiging) (Latijn)
  12. salvis titulis (=zonder vermelding van titels) (Latijn)
  13. salvis titulis et honoribus (=zonder vermelding van eretitels) (Latijn)
  14. salvo honore et titulo (=met behoud van zijn eer en zijn titel) (Latijn)
  15. salvo titulo (=met behoud van titels) (Latijn)
  16. stille waters/wateren hebben diepe gronden (=zij die weinig zeggen hebben vaak het onvoorspelbaarste karakter)
  17. stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan ​​leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
  18. struisvogelpolitiek (=het negeren of ontkennen van een probleem in de hoop dat het vanzelf verdwijnt.)
  19. testantibus actis (=volgens de akten) (Latijn)
  20. tijd brengt raad. (=geduldig zijn leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  21. tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloeden)
  22. tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  23. tijd is geld (=zaken zo snel mogelijk voor elkaar krijgen is het goedkoopste)
  24. tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  25. titanenarbeid verrichten (=erg zwaar werk doen)
  26. tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (=praktische belemmeringen weerhouden ons van het realiseren van onze plannen.)
  27. twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
  28. uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
  29. van de dertig penningen niet gehad hebben (=niet al te slim zijn)
  30. van lotje getikt zijn (=niet goed bij het verstand zijn)
  31. van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
  32. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  33. verbi gratia (=bijvoorbeeld) (Latijn)
  34. verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
  35. vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
  36. visserslatijn (=grootspraak)
  37. visserslatijn praten (=zijn prestaties overdrijven)
  38. voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
  39. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
  40. vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
  41. werken als een rode lap op een stier (=onmiddellijk erg kwaad maken)
  42. wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
  43. wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
  44. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  45. wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
  46. zachte heelmeesters maken stinkende wonden (=sommige problemen kunnen niet met zachtheid opgelost worden)
  47. zeeën van tijd hebben (=ergens erg veel tijd voor hebben)
  48. zijn haan moet altijd koning kraaien (=hij wil altijd de baas zijn)
  49. zijn hoed zit altijd op zijn hoofd (=hij groet nooit iemand)
  50. zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)

632 betekenissen bevatten `ti`

  1. een Frans compliment. (=een compliment wat niet zo oprecht of positief is als het aanvankelijk leek)
  2. uit de heup schieten (=een discussie ingaan met een ongenuanceerde argumentatie)
  3. goed bloed kan niet liegen (=een edele afkomst wordt altijd opgemerkt)
  4. boontjes uit water eten. (=een eenvoudige maaltijd.)
  5. over de schreef gaan (=een ernstige fout maken)
  6. onder het mes zitten (=een examen hebben, in angstige omstandigheden zitten)
  7. het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
  8. een handwerk heeft een gouden bodem (=een goed vakman verdient altijd zijn brood)
  9. een goede naam is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
  10. goed te boek staan (=een goede reputatie hebben)
  11. goede naam is beter dan goede olie (=een goede reputatie is beter dan veel geld)
  12. in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
  13. een pak van het hart (=een grote opluchting)
  14. eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
  15. een tang van een wijf. / Een oude tang (=een heks, feeks. / Een oude lastige vrouw)
  16. de bom is gebarsten (=een langdurige spanning of conflict is tot een uitbarsting gekomen)
  17. de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputting)
  18. een aal bij de staart hebben (=een lastige taak ondernemen)
  19. eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
  20. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  21. de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
  22. één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
  23. het ene woord brengt het andere voort. (=een negatieve opmerking kan leiden tot negatieve woorden over en weer)
  24. belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
  25. het achtste wereldwonder (=een ongelooflijk prachtig iets)
  26. de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
  27. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
  28. nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
  29. iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
  30. de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn)
  31. van je paard gevallen zijn (=een positie verliezen)
  32. één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
  33. met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
  34. de vierschaar spannen. (=een rechtzitting houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  35. het uitmaken (=een relatie beëindigen)
  36. een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
  37. zo rood als een kreeft (=een rode kleur hebben. (kreeft wordt knalrood tijdens het koken))
  38. zo kalm als een zalm (=een rustig persoon)
  39. rusten aan abrahams` borst (=een rustig, aangenaam leven leiden)
  40. donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
  41. olie op het vuur gooien (=een situatie verergeren)
  42. op dood spoor zitten (=een situatie waarin er geen vooruitgang of hoop is)
  43. rosse buurt (=een slechte buurt (buurt met prostitutie))
  44. een vlek op het blazoen (=een smet op de reputatie.)
  45. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  46. op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting maken)
  47. een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
  48. de vleespotten van Egypte (=een vroegere tijd van grote welvaart)
  49. vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
  50. ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen