838 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je`
- een kringetje drinken. (=een borreltje drinken.)
- een kronkel in je hersens hebben (=vreemde gedachtes hebben)
- een kruimeltje is ook brood (=wees gelukkig met wat je hebt)
- een kruisje is genoeg voor een boterham uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
- een leugentje om bestwil (=een leugen met een goede bedoeling)
- een leventje als een luis op een zeer hoofd (=een heerlijk leventje)
- een lichtje opgaan bij iemand (=iets wordt duidelijk en helder)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een lijntje trekken (=cocaïne snuiven)
- een lintje krijgen (=geridderd worden - een compliment krijgen)
- een loodje in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren)
- een loopje met iemand nemen (=zich weinig van iemand aantrekken (die de leiding heeft))
- een luchtje happen (=even buiten gaan wandelen)
- een luchtje scheppen (=even buiten gaan wandelen)
- een lulletje rozenwater (=een weinig dynamisch persoon)
- een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
- een muurbloempje zijn (=stil en teruggetrokken zijn)
- een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
- een onzevader bidden in alle kapelletjes (=in alle cafés langsgaan)
- een oogje dichtdrukken/toeknijpen/luiken (=niet optreden tegen iets wat eigenlijk niet mag. Iets gedogen)
- een oogje in het zeil houden (=alert zijn)
- een oogje op iemand hebben (=tedere, mogelijk verliefde, gevoelens voor iemand koesteren)
- een oortje gespaard is een oortje gewonnen. (=alle beetjes helpen als je spaart.)
- een oortje in vieren zouden bijten (=erg gierig zijn)
- een oude bok lust nog wel een jong/groen blaadje (=een oude man is nog wel seksueel geïnteresseerd in een jong meisje)
- een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
- een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
- een pannetje lusten (=een borrel lusten)
- een papieren zoldertje (=een dunne ijskorst)
- een Pietje precies (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen)
- een plaat voor je hoofd hebben (=kortzichtig zijn, niet open staan voor de omgeving)
- een potje bij hen kunnen breken (=veel getolereerd worden)
- een potje te vuur hebben staan (=iets onaangenaams te verwachten hebben)
- een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
- een slaapmutsje nemen (=een borreltje nemen voor het slapen gaan)
- een slap jantje zijn (=een sukkel zijn)
- een speldje bij iets steken (=een onderwerp niet verder uitdiepen, van gespreksonderwerp veranderen)
- een stadspraatje duurt maar drie dagen. (=mensen vergeten snel)
- een stofje aan een weegschaal zijn (=iets erg onbelangrijks zijn)
- een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
- een streepje voor hebben (=meer mogen dan een ander, minder gauw straf krijgen)
- een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
- een tafeltje welbereid. (=een plek met veel en goed eten)
- een tandje bijzetten (=extra inspanning leveren. (de gashendel een tand verschuiven))
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
- een tukje doen (=een kort middagslaapje)
585 betekenissen bevatten `je`
- een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- een glazen boterham. (=een glas jenever of bier)
- een goede buur is beter dan een verre vriend (=een goede buur kan je beter helpen dan een verre vriend)
- een leventje als een luis op een zeer hoofd (=een heerlijk leventje)
- een veeg uit de pan krijgen (=een klap incasseren / op zijn donder krijgen / een standje krijgen)
- een bitter beetje (=een klein beetje)
- wie zijn naasten te schande maakt, onteert zichzelf (=een klein foutje, kan een groot geheel te schande maken)
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
- een duit in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren. (Historisch: de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk).)
- het varkentje wassen (=een klusje wel even doen)
- een tukje doen (=een kort middagslaapje)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
- de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
- van praat komt praat (=een nieuwtje wordt snel verder verteld)
- aan de zwabber zijn (=een onbezorgd leventje leiden)
- de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn)
- een oude bok lust nog wel een jong/groen blaadje (=een oude man is nog wel seksueel geïnteresseerd in een jong meisje)
- brave hendrik (=een persoon die op overdreven wijze de regeltjes volgt)
- een rots in de branding (=een persoon waarop je kunt vertrouwen en die je steunt.)
- de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
- iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
- een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
- iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uiten)
- iemand op de vingers tikken (=een standje geven, berispen)
- een bokking krijgen (=een standje krijgen)
- het op je boterham krijgen (=een stevig standje incasseren)
- een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
- Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
- ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
- elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
- de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
- er een slaatje uit slaan (=er een voordeeltje uit halen)
- met de nachtschuit vertrekken (=er erg stilletjes vandoor gaan)
- goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
- er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
- geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
- geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
- `m piepen (=er stilletjes vandoor gaan)
- daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)
- alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
- de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
- schitteren door afwezigheid (=ergens niet aanwezig zijn, terwijl je komst wel verwacht werd)
- de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
- acte de présence geven (=ervoor zorgen dat je ergens aanwezig bent)
- je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
- de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
- korte rekeningen maken lange vriendschappen. (=financiële geschillen moet je direct oplossen)
50 dialectgezegden bevatten `je`
- a patatte kommen oit (=je hebt een gat in je sok) (Opwijks)
- a ploade blijf steekn (=je valt in herhaling) (Kaprijks)
- a s den bliksem aa koamer prauper moake (=maak dat je kamer proper is) (Leefdaals)
- a sjik afbijten (=u tegen je zin zwijgen) (Erps)
- a sloade mae duuëd (=al sla je me dood) (Wichels)
- a spriet staut open (=je broek/gulp staat open) (Meers)
- a tieënn oojtkooësken (=je best doen) (Ninoofs)
- a trevvoere deun (=je best doen) (Dilbeeks)
- A va skipenaus gebaurn (=je van domme laten, doen alsof je het niet begrijpt) (Liedekerks)
- a vallieze moakn (=je koffer pakken) (Kaprijks)
- a van pijkes geboarn (=je van niets gebaren) (Kaprijks)
- a voin’ajd uit (=je broek staat open) (Kaprijks)
- a volanté (=zoveel als je wil) (Brugs)
- a wièërn / wièërd'a (=je best doen / doe je best) (Kaprijks)
- a wiltj a uituër'n (=hij wil je de pieren uit de neus halen) (Meers)
- a-ge oewèège nie kietelt, hè de nôot niks (=wanneer je jezelf niet verwent, heb je nooit iets) (Tilburgs)
- a-ge-r nie meej schreuwe most, dan most te-r meej laage (=als je er niet mee huilen moest, dan moest je er mee lachen) (Tilburgs)
- A-j ' s avens vissen willen, mu-j ' s mannens de netten dreugen (=Tijdig je regelingen treffen) (Nunspeets)
- A-j oolder wördt, wo'j wa wiezer mer nich altied klooker. A'j oolder wördt, wo' j wa wiezer mer nie altied verstaandiger. (=Als je ouder wordt wordt je wel wijzer maar niet altijd verstandiger) (Twents)
- á.chterum ist kèrrmis (=je komt maar achterom) (Genneps)
- A'j dat maor weet! (=Als je dat maar weet!) (Hoogeveens)
- a'j doot wa'j könt wat zeur iej dan nog (=je kunt niet meer doen dan je best, dus wat maak je je druk) (Twents)
- A'j dr bunt, mojje dr ok wean (=Als je er bent, moet je er ook wezen.) (Twents)
- A'j ergens bint (=Als je ergens bent) (Hoogeveens)
- A'j gin kop hebt, kö'j nich oet 't raam kiek'n (=Als je geen kop hebt, kun je niet uit het raam kijken) (Twents)
- A'j neet oppast, houw / bater ik d'r ow ene veur de plate veur! (=Als je niet oppast, krijg je klappen!) (Aaltens)
- A'j neet oppast, houw ik ow de hassens in! (=As je niet oppast, sla ik je schedel in!) (Aaltens)
- A'j nen döl noar t maark steurt, hebt de koopleu wil (=Als je een sufferd naar de markt stuurt, hebben de kooplui plezier) (Twents)
- A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
- a'j ow van 't domme hold hoe'j ow ok niks te verantwoordn. (=als je niet te veel zegt / doet kan men je ook niet beschuldigen) (Vechtdals)
- a'j plat könt praoten, mo'j ‘t neet laoten (=als je nedersaksisch kan praten moet je het niet laten) (Achterhoeks)
- A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=als je plat kan praten moet je het niet laten) (Sallands)
- A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=waar je dialect kunt praten, daar moet je het ook doen.) (Vechtdals)
- A'j t earste knoopsgat mist, krie'j t buis nich too (=Als je in het begin een fout maakt, komt het niet meer goed) (Twents)
- A'j Twents könt proat'n, mu'j 't um mie nich loat'n. A'j Plat kuiern könt, mö'j ’t nie loatn! (=Als je Twents kan praten moet je het om mij niet laten.) (Twents)
- à'k oe dan zà'k oe (=als ik je te pakken krijg dan zal ik je) (Betuws)
- a't een (h) oend gewist, je beeët: gezegd als iemand iets niet opmerkt of niet vinden kan wat vlak in zijn nabijheid staat of ligt (=had het een hond geweest, hij beet) (Klemskerks)
- A’j mekaar geliek geft, bu’j rap oet e kuierd (=Als je niet in discussie gaat, ben je snel uitgepraat) (Twents)
- a' j ' n kearl nödig hebt is heej d' r ook nooit (=heb je hem een keer nodig, is hij er weer niet) (Twents)
- a' j neet naor buutn gaot, kom ie ok nargens (=Als je niet naar buiten gaat, kom je ook nergens) (Achterhoeks)
- A' j niks zegt, völt' t ok niet op da' j dom bunt. (=Als je niks zegt, valt het ook niet op dat je dom bent) (Achterhoeks)
- aa bèk hëbbe staajf hoëre (=oude mensen kun je niet van hun oude gewoonten afhouden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aa devoeëre doen (=je plicht doen) (Herentals)
- aa devoeëre doen (=je best doen) (Winksels)
- aa devoeëre doen (komt van het Franse devoir)anse (=je best doen op school) (Winksels)
- aa plaffeteure valle toeu (=je ziet er moe uit) (Overijses)
- aa tieëne oaëtkoisse (=je uiterste best doen) (Winksels)
- aaah (aoch) zieltjie ./ zieltjuh.. (=ach wat ben je toch zielig.... (spottend)) (Utrechts)
- aachterum is 't kermis (=je kunt gerust achterom komen) (Boakels)
- aad en vaul, zaag te boer, en hae stoek ze wijf èn de vaulbak (=alle middelen zijn goed als het je goed uitkomt) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen