Spreekwoorden met `zeer`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zeer`

  1. een leventje als een luis op een zeer hoofd (=een heerlijk leventje)
  2. hartzeer van iets hebben (=er geestelijk onder lijden)
  3. iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
  4. iemand op zijn zeer trappen (=ergens over praten wat door iemand als erg onplezierig ervaren wordt)

65 betekenissen bevatten `zeer`

  1. met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
  2. dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
  3. een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
  4. magnum opus (=een zeer groot werk)
  5. een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (Martha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
  6. een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
  7. ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
  8. een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
  9. een geheugen als een garnaal (=een zeer slecht geheugen hebben)
  10. door de molen halen (=een zeer uitgebreide procedure doen ondergaan)
  11. er voor in de wieg gelegd zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
  12. er voor geknipt zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
  13. ergens een potje te vuur hebben staan (=ergens noch wat zeer ongunstigs te verwachten hebben)
  14. iets hoog opnemen (=ergens zeer gekrenkt over zijn)
  15. Hollands welvaren (=gezegd van een zeer gezond uitziend persoon)
  16. haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
  17. iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
  18. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
  19. er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezierige, taak of omstandigheid)
  20. iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
  21. iets in geuren en kleuren vertellen (=iets zeer uitvoerig en gedetailleerd vertellen)
  22. op grote schaal (=in het groot , zeer veel voorkomend)
  23. een Salomonsoordeel vellen (=met een heel vraagstuk een zeer wijze en goede beslissing nemen)
  24. met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
  25. komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
  26. naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
  27. voor een prikje kopen (=voor een zeer lage prijs kopen)
  28. het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
  29. ogen in je achterhoofd hebben (=zeer alert en waakzaam zijn.)
  30. op hoge poten (=zeer boos, verontwaardigd)
  31. brutaal als de beul (=zeer brutaal)
  32. op de penning zestien (=zeer duur)
  33. zwaar op de hand zijn (=zeer ernstig/zwaarmoedig van karakter zijn)
  34. branden als een fakkel (=zeer fel branden)
  35. de juiste man op de juiste plaats zijn (=zeer geschikt zijn voor het werk)
  36. als een lier (=zeer goed)
  37. als warme broodjes over de toonbank gaan (=zeer goed verkopen)
  38. tot op het bot uitzoeken (=zeer grondig uitzoeken)
  39. handen als kolenschoppen (=zeer grote, sterke handen)
  40. werken als een paard (=zeer hard werken)
  41. in de hanenbalken (=zeer hoog , op zolder)
  42. uit zijn vel springen (=zeer kwaad zijn)
  43. hoog opnemen (=zeer kwalijk nemen)
  44. als door een repel getrokken (=zeer mager)
  45. zo mager zijn als een garnaal (=zeer mager zijn)
  46. met de konijnen door de tralies kunnen eten (=zeer mager zijn)
  47. zich gedragen als een baars (=zeer onhandig zijn)
  48. zo onschuldig als een pasgeboren kind (=zeer onschuldig)
  49. een vrolijke frans zijn (=zeer opgewekt en blij zijn zonder zorgen)
  50. zo scheel als de hondenwacht (=zeer scheel)

50 dialectgezegden bevatten `zeer`

  1. ' nen neus ein gullek ne kapstok (=een zeer lange neus hebben) (Sint-Niklaas)
  2. 'j es roaznde koleirig (=hij is zeer kwaad) (Knesselaars)
  3. 'k keune den têjt niemieër zêën (=het is zeer lang geleden) (Kaprijks)
  4. 'k viel bekanst schief achterwesj oever (=ik was zeer verwonderd) (Aalsters)
  5. 'n kolnacht had (=zeer slecht geslapen hebben) (Westfries)
  6. 't doo (ds) kerrukkun over zijne rug voele rijn (=zeer bevreesd zjn om te sterven, zwaar ziek zijn) (Sint-Niklaas)
  7. 't eetn vol frieë in de smoake, 'k soe mij ov'reetn moar 'k maage nie, 'k zoe d'r min lipp'n an oflekk'n (=het eten is zeer lekker) (Waregems)
  8. 'T es crymieniël (=Hij is zeer zat) (Harelbeeks)
  9. 't ès jinne voer ip de kriekelaere te zetn (=Dat is een zeer lelijke vrouw) (Lauws)
  10. 'T es lyk 't kot van d'èlle (=Het is er zeer lawaaierig) (Harelbeeks)
  11. 't es zuu druuge of geruukten oarink (=zeer droog) (Gents)
  12. 't gijt met hang'n en wurg'n (=het gaat zeer moeizaam) (Westerkwartiers)
  13. 't is net of 'er op eier lopt (=hij loopt zeer voorzichtig) (Westerkwartiers)
  14. 't is presies un eilig zauntsjen (=dit kind lijkt op deze foto zeer braaf te zijn) (Lokers)
  15. 't is van 't boovm'ste bordje (=het is van zeer goede kwaliteit) (Westerkwartiers)
  16. 't regent papestelen (=het regent zeer hard) (Geels)
  17. 't Rêingërt aa wajvër (=het regent zeer hard) (Millers)
  18. 't vel over de biejenen (=zeer mager) (Meers)
  19. 't Verstand (=Hij ziet er niet zeer intelligent uit) (Achterhoeks)
  20. ‘t was langs de veurdeur binnen en langst d’achterdeur verrom nor buit'n (=zeer kort bezoek) (Meers)
  21. ' ksoe kun' n un pèèrd de rugge oit eetn, ' k ben skeel van d' n ouwre (=ik heb zeer grote honger) (Waregems)
  22. a es erd van afgank (=hij is zeer gierig) (Meers)
  23. a es va katchu (=hij is zeer lenig) (Ninoofs)
  24. Afgelekte Boestrink (=zeer magere persoon) (Brussels)
  25. aggoeweige mar gin zeer doet (=bezeer jezelf niet) (Oudenbosch)
  26. alderbastend (=tjonge jonge, zeer) (Achterhoeks)
  27. Alle hondsgezeik mutte pisse (=zeer vaak moeten plassen) (Koersels)
  28. Alles noavenant, as boter op de vloajka-nt (=zeer royaal doen) (Zurriks)
  29. as ge dè mè wet! (=zeer zeker) (Budels)
  30. bezorgd lik e kiekche op e barriëjge (=zeer goed verzorgd) (Veurns)
  31. braa goe (=zeer lekker) (Waanroods)
  32. da kost stukk'n va meesjk'n (=dat is zeer duur) (Meers)
  33. da toe neig zeer (=dat doet veel pijn) (Sint-Niklaas)
  34. da waar tegenut zeer been (=dat beviel helemaal niet) (Oudenbosch)
  35. da's 'n löt uut de lödderij (=daarmee heeft men het zeer goed getroffen) (Westerkwartiers)
  36. da's zund (=dit wordt door mij als zeer spijtig ervaren) (Bredaas)
  37. daaj ès hendsje de viê(r)ste (=die is zeer bijdehand) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. daaj ès nog heil lips vër hërren adderdoem (=die vrouw is nog zeer hups voor haar jaren) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. dades va lekmijleppe (=dat is zeer lekker) (Zottegems)
  40. dae / daaj ès mèt geen tang aoën te raokë (=die is zeer vuil) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. dae dougtj in zien vel neet (=hij is een zeer ondeugend iemand) (Heitsers)
  42. dae hèt viël besjaar mè zich (=hij doet zeer opzichtig) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. Dae is d’n duvel ònger de reek oetgekroape (=Iemand die zeer sluw is) (Steins)
  44. dagge bedaankt zijt da witte (=zeer bedankt) (Oudenbosch)
  45. dai heure boak plèk oan heure reuch (=die is zeer mager) (Tongers)
  46. daor deugt gin aor of steert van (=dat is zeer slecht) (Oudenbosch)
  47. das kepotmaokeraaj (=dat is een zeer vermoeiende opdracht) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. das ne geleerde snaok or (=dat is een zeer gestudeerd iemand) (Oudenbosch)
  49. das un luizeleve op un zeer ooft (=die heeft het gemakkelijk) (Oudenbosch)
  50. das vant domste dom (=het is zeer dom) (Kortemarks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen